Inflatie verder opgelopen

De inflatie is in november uitgekomen op 1,9 procent, dit is 0,3 procentpunt meer dan in oktober. Het was de derde stijging op rij. De inflatie wordt berekend uit de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder.

Duurder geworden brandstoffen en voeding leverden de belangrijkste bijdrage aan de toename van de inflatie. De afzetprijzen van de voedingsmiddelenindustrie zijn vanaf de zomer van 2007 sterk opgelopen. De prijzen lagen in oktober meer dan 10 procent hoger dan een jaar eerder, net als in de drie voorafgaande maanden. In navolging van de producentenprijzen lopen ook de consumentenprijzen van voeding op.

Van de inflatie van 1,9 procent in november komt meer dan de helft door de gestegen kosten van vervoer, huisvesting, water en energie. Duurder geworden voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken en gestegen prijzen bij de horeca droegen samen ruim een kwart bij. Lagere prijzen van kleding en schoenen, communicatie en recreatie en cultuur hadden daarentegen een verlagend effect op de inflatie.

Voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie (EU) worden geharmoniseerde prijsindices (HICP) berekend. Volgens deze methode bedroeg de  Nederlandse inflatie in november 1,8 procent. Daarmee heeft Nederland de laagste inflatie in de eurozone. Volgens Eurostat, het statistisch bureau van de EU, kwam het eurozonegemiddelde in november uit op 3,0 procent. Na mei 2007 kwam de inflatie in Nederland steeds verder onder het gemiddelde van de eurozone te liggen. Het inmiddels forse verschil hangt vooral samen met de prijsontwikkeling van energie en huren.

Inflatie

Inflatie

Meer cijfers staan op de themapagina Prijzen.