Nationaal kiezersonderzoek

Rondom de vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer van 22 november 2006 is door het CBS, in samenwerking met de Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON), het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) uitgevoerd. Een (netto)steekproef van 4 duizend stemgerechtigden is vóór de verkiezingen aan huis benaderd. Tot de verkiezingsdag zijn vragen gesteld over de stemintentie, belangstelling voor de politiek, meningen over politieke partijen en politici. Na de verkiezingen zijn de respondenten voor een tweede interview aan huis benaderd over vooral de gemaakte keuze in het stemlokaal en de motivering daarvan.
Voor de verkiezingen is ook gevraagd naar standpunten over onderwerpen die al langer het politieke debat bepalen. In dit kader is onder meer gevraagd naar het standpunt over inkomensverschillen. Aan de hand van een zevenpuntsschaal (variërend van 1 'veel grotere verschillen ' tot en met 7 'veel kleinere verschillen' ) kon men de eigen positie in deze kwestie opgeven. Personen die een score van 1, 2 of 3 rapporteerden zijn gerekend tot de voorstanders van verdergaande inkomensverschillen, personen met een score van 4 zijn neutraal en personen met een score van 5, 6 en 7 zijn gerekend tot voorstanders van verdere inkomensnivellering.