Meeste Nederlanders willen kleinere inkomensverschillen

In de periode 2001–2005 is de inkomensongelijkheid in Nederland gelijk gebleven. De meeste burgers geven echter aan kleinere inkomensverschillen te willen. Vooral vrouwen, ouderen en lager opgeleiden tonen zich vaak voorstander van meer nivellering.

Meeste kiezers voorstander van gelijkere inkomens

Volgens het Nationaal Kiezersonderzoek dat rondom de verkiezingen van 2006 werd gehouden, is bijna tweederde van de stemgerechtigden voor kleinere inkomensverschillen tussen de burgers. Eén op de vijf vindt dat de inkomensverschillen hetzelfde moeten blijven, terwijl 13 procent grotere verschillen wil.

Vrouwen willen vaker kleinere inkomensverschillen

Vrouwen zijn vaker voorstander van kleinere inkomensverschillen dan mannen. Van hen pleiten zeven van de tien voor minder inkomensongelijkheid, bij de mannen zijn dat zes van de tien.

Standpunt over inkomensverschillen naar geslacht, 2006

Standpunt over inkomensverschillen naar geslacht, 2006

Nivelleringswens loopt op met de leeftijd

Het aandeel dat voor kleinere inkomensverschillen is, neemt toe met de leeftijd. Van de jongeren van 18 tot 25 jaar wil ruim 55 procent dat de inkomensverschillen kleiner worden. Bij de mensen van 45 jaar en ouder is dat ongeveer 70 procent. Jongeren tonen zich dus relatief het meest voorstander van grotere of gelijkblijvende inkomensverschillen. Nu staan jongeren nog aan het begin van hun loopbaan. De meesten hebben (nog) een relatief laag inkomen en verwachten nog een sprong voorwaarts te maken. Vanuit dit perspectief is meer nivellering voor hen wellicht niet zo wenselijk.

Vooral lager opgeleiden willen minder inkomensverschillen

Lager opgeleiden willen vaker kleinere inkomensverschillen dan hoger opgeleiden.Van de laagopgeleiden was driekwart een voorstander van minder inkomensongelijkheid, tegenover 60 procent van de hoogopgeleiden. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat lager opgeleide mensen veelal een blijvend laag inkomen hebben, waardoor zij meer belang hebben bij nivellering. Voor hoger opgeleiden geldt het omgekeerde.

Standpunt over inkomensverschillen naar leeftijd en opleidingsniveau, 2006

Standpunt over inkomensverschillen naar leeftijd en opleidingsniveau, 2006

Inkomensverschillen gelijk gebleven

Hoewel de meeste stemgerechtigden dus voorstander zijn van kleinere inkomensverschillen, is de ongelijkheid van inkomens in Nederland sinds 2001 vrijwel niet veranderd. Ook de inkomensverschillen tussen lage inkomens, middeninkomens en hoge inkomens zijn constant gebleven. Jaarlijks was ongeveer 60 procent van de ongelijkheid toe te schrijven aan verschillen tussen deze inkomensgroepen. De overige 40 procent kwam voor rekening van de verschillen binnen elk van deze inkomensgroepen. De ongelijkheid binnen de groepen is dus gemiddeld eveneens constant gebleven. Wel is het zo dat de verschillen tussen de lage inkomens onderling en de hoge inkomens onderling beduidend groter zijn dan die tussen de middeninkomens onderling.

Inkomensongelijkheid, 2001–2005*

Inkomensongelijkheid, 2001–2005*

Marion van den Brakel, Ferdy Otten en Hans Schmeets

Bron: Inkomensongelijkheid