Wetgeving arbeidsmigranten en gezinsvorming
Sinds 2004 is een aantal maatregelen genomen die het voor (hoogopgeleide) arbeidsmigranten aantrekkelijker moet maken naar Nederland te komen. Zo heeft een werkgever geen tewerkstellingsvergunning meer nodig voor kennismigranten die meer dan een bepaald loon verdienen. Ook kunnen deze kennismigranten versneld een verblijfsvergunning krijgen.
Daarentegen werd het beleid ten aanzien van gezinsvorming en gezinshereniging juist aangescherpt. Zo ging voor degene die een partner uit het buitenland wil laten komen de minimumleeftijd van 18 naar 21 jaar en werd de inkomenseis verhoogd van 100 naar 120 procent van het minimumloon. De verhoging van de leeftijdsgrens geldt ook voor de immigrerende partner. Daarnaast werden aan nieuwkomers strengere eisen gesteld voor inburgering en kunnen sinds 1 januari 2007 ook migranten die al langere tijd in Nederland zijn nog verplicht worden tot een inburgeringstoets.
Per 1 mei 2007 zal er voor Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië (landen die sinds 1 mei 2004 lid zijn van de Europese Unie) vrij verkeer van werknemers zijn. Tot die tijd hebben werknemers uit deze landen een werkvergunning nodig om in Nederland te mogen werken. Voor immigranten uit Cyprus en Malta gold het vrije verkeer al sinds de toetreding per 1 mei 2004.