Inhaalslag productie duurzame elektriciteit

De duurzame elektriciteitsproductie in Nederland is gestegen van amper 3 procent van het verbruik in 2000 naar ruim 6 procent in 2005. Ondanks deze stijging is de duurzame elektriciteitsproductie nog steeds fors lager dan het gemiddelde in de EU-15 van 14 procent in 2005.

In Nederland weinig waterkracht

Een verklaring voor de relatief geringe bijdrage van duurzame elektriciteit aan de Nederlandse elektriciteitsvoorziening is het ontbreken van de mogelijkheid tot grootschalige opwekking van elektriciteit uit waterkracht. De landen met de grootste aandelen duurzame elektriciteit, Zweden en Oostenrijk, beschikken juist over veel elektriciteit uit waterkracht.

Duurzame elektriciteitsproductie, 2005

Duurzame elektriciteitsproductie, 2005

Belang duurzame elektriciteit Europa stabiel

In de EU-15 schommelt de duurzame elektriciteitsproductie de laatste vijf jaar rond 14 procent. Waterkracht is de belangrijkste bron, maar biomassa en windenergie worden steeds belangrijker.

Duurzame elektriciteitsproductie in EU-landen

Duurzame elektriciteitsproductie in EU-landen

Veel windenergie in Denemarken

In Denemarken is 17 procent van het elektriciteitsverbruik in 2005 opgewekt met windturbines. In geen enkel EU-land is dit aandeel hoger. In Duitsland wordt in absolute zin de meeste elektriciteit uit windenergie geproduceerd: 26,5 miljard kWh, goed voor bijna 40 procent van alle windenergie in de EU-15. Ook in Spanje wordt veel elektriciteit uit windenergie gemaakt. Wat opvalt in 2005 is dat de elektriciteit uit windenergie vooral toeneemt in Ierland, Portugal en Spanje. Deze toename wordt veroorzaakt door het plaatsen van nieuwe, grote windmolens. In Duitsland neemt de groei van de opwekkingscapaciteit van de windmolens de laatste jaren wat af. In Denemarken is deze groei zelfs bijna tot stilstand gekomen.

Verschil duurzame elektriciteitsproductie (exclusief water), 2004-2005

Verschil duurzame elektriciteitsproductie (exclusief water), 2004-2005

Meer biomassa in Nederland en Duitsland

In Nederland is het gebruik van biomassa in 2005 relatief het sterkst toegenomen. Het gaat hier vooral om het meestoken van biomassa in grote elektriciteitscentrales. De grootste groei in absolute zin voltrok zich in Duitsland. Hier betreft het vooral nieuwe kleine en middelgrote installaties die volledig op biomassa draaien.

Aandeel waterkracht daalt

De elektriciteitsproductie uit waterkracht varieert van jaar tot jaar vanwege de invloed van het weer. Structureel is de bijdrage van waterkracht aan de Europese elektriciteitsvoorziening echter gedaald. Dit komt doordat de groei van de capaciteit van de waterkrachtcentrales lager is dan de groei van het elektriciteitsverbruik.

EU-doelstellingen

Vanwege de grote geografische verschillen zijn de EU-doelstellingen voor duurzame elektriciteit in 2010 per land anders. Voor Nederland is deze doelstelling 9 procent en voor de EU-15 is dit 22 procent.

Reinoud Segers

Bronnen:
Internationaal Energie Agentschap: Renewables information 2006 en Electricity Information 2006.

Duurzame energie in Nederland, 2005