Uitzonderingen bij naturalisatie

Sinds 1 oktober 1997 moet men volgens de Nederlandse wet bij naturalisatie afstand doen van de oorspronkelijke nationaliteit. In een aantal gevallen is echter een uitzondering mogelijk. De volledige lijst van uitzonderingen is gepubliceerd in de Staatscourant van 10 juli 1997.

Enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • de verzoeker bezit de nationaliteit van een Staat waarvan wetgeving of rechtspraktijk geen afstand van nationaliteit toestaat;
  • de verzoeker is in het Koninkrijk der Nederlanden geboren en verblijft ten tijde van het verzoek om naturalisatie in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba;
  • de verzoeker is gehuwd met een Nederlander;
  • de verzoeker is een door Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba erkende vluchteling.