Driekwart van de bevolking bezoekt culturele instelling

Een ruime meerderheid (78 procent) van de bevolking van 15 jaar en ouder bezocht in 2003 minstens een keer een muziek- of toneelvoorstelling, een museum of bioscoop.

Cultuurdeelname naar opleidingsniveau, 2003

Cultuurdeelname naar opleidingsniveau, 2003

Hoogopgeleiden en jongeren

Hoogopgeleiden bezoeken vaker een culturele instelling dan laagopgeleiden. Van de personen die uitsluitend basisonderwijs genoten, bezocht 57 procent een culturele instelling, terwijl 93 procent van de personen met een hbo of universitair diploma dit deed.

Ook leeftijd speelt een rol bij de culturele participatie. Zo’n 94 procent van de jongeren onder de 25 jaar maakt jaarlijks gebruik van het culturele aanbod. Dit aandeel neemt af naarmate de leeftijd stijgt. Driekwart van de personen tussen de 45 en de 64 jaar bezoekt jaarlijks een voorstelling of museum. Van de 65-plussers is dat iets meer dan de helft.

Bioscoopbezoek naar leeftijd, 2003

Bioscoopbezoek naar leeftijd, 2003

Film, toneel, concert of museum

Ruim de helft van de bevolking ging in 2003 naar de film. De bioscoop trekt bij uitstek een jong publiek. Van de jongeren onder de 25 jaar ging 88 procent naar de bioscoop of filmhuis, van de personen tussen de 25 en de 44 jaar was dat 70 procent. Daarna daalt de belangstelling verder tot 13 procent bij de 65-plussers.

Bijna de helft van de bevolking gaat jaarlijks naar een concert of andere muziekuitvoering, eenderde bekijkt een toneelvoorstelling. Tot 65 jaar zijn er nauwelijks verschillen in belangstelling tussen de diverse leeftijdsgroepen. De deelname aan deze culturele activiteiten van 65-plussers ligt echter met 44 procent onder het gemiddelde.

Een op de drie personen bezocht in 2003 een museum. Inwoners van steden gaan vaker naar musea dan niet-stedelingen. Verder tonen hoogopgeleiden een bovengemiddelde interesse voor musea.

Hans Schmeets en Henk Hendriks

Bron: StatLine