Bevolking groeit sneller

Vorig jaar groeide de bevolking met 120 000 personen. In 1995 bedroeg de groei nog 70 000 personen. Deze toename van de groei komt vooral door de forse stijging van de immigratie. Die nam namelijk toe van 96 000 in 1995 naar 133 000 in 2000. Ook groeide het aantal geboorten flink, van 191 000 in 1995 naar 207 000 in 2000. Tegenover de sterke stijging van de immigratie en de geboorte stond slechts een beperkte stijging van het aantal overledenen. De emigratie nam zelfs af.

Ontwikkeling bevolking

0745g1.gif (5119 bytes)

Halverwege de jaren negentig was de immigratie relatief laag. Dat kwam onder andere door restrictieve maatregelen die in 1993 en 1994 zijn genomen. De daling van de immigratie werd nog versterkt door de economische teruggang. De daling bleek evenwel slechts tijdelijk te zijn. In 1998 nam de immigratie sterk toe en in 2000 volgde een nieuwe stijging.

Voor een belangrijk deel komt de stijging door het toegenomen aantal asielzoekers. Ook de versnelde inschrijving van asielzoekers verklaart voor een deel de stijging van het immigratiecijfer in 2000. Tot voor kort konden asielzoekers zich in principe een jaar na indiening van hun asielverzoek inschrijven in de GBA. In 2000 werd die periode verkort tot een half jaar.

Verder neemt de immigratie toe doordat het aantal arbeidsmigranten stijgt. Dit hangt samen met de toegenomen krapte op de arbeidsmarkt in Nederland.

De stijging van het aantal geboorten hangt eveneens voor een deel samen met de economische conjunctuur. Als het vertrouwen in de economie toeneemt, stijgt zo’n anderhalf jaar later het geboortecijfer.

Zowel het aantal geboorten als het aantal immigranten hangen dus samen met conjunctuurfluctuaties. Dat leidt ertoe dat geboorte en immigratie vaak tegelijk stijgen en tegelijk dalen. Dit is een belangrijke oorzaak van de sterke fluctuaties in de bevolkingsgroei.

Joop de Beer