Kosten gezondheidszorg stijgen minder hard

Volgens voorlopige cijfers bedragen in 1999 de kosten van de gezondheidszorg 68,2 miljard gulden. Dit betekent een toename van 5,5% ten opzichte van 1998. In het begin van de jaren negentig namen de kosten van jaar op jaar nog met 7 à 8% toe. Daarna nam de kostenstijging af tot ongeveer 4% in de jaren 1993 tot en met 1997. In 1998 stegen de kosten met 5,9%.

De intramurale zorg – hieronder vallen onder meer de ziekenhuizen – is goed voor bijna de helft van de kosten van de gezondheidszorg. Praktijken en geneesmiddelen kostten ieder tegen de 10 miljard gulden. Aan de geestelijke gezondheidszorg gaf Nederland ruim 5 miljard gulden uit.

Kosten gezondheidszorg, 1999

0547g1.gif (4707 bytes)

De verschillen in kostenstijging tussen de onderscheiden categorieën van zorg zijn in 1999 niet zo groot. Uitschieters zijn de huisartsen- en tandartsenpraktijken (3,6%), de leveranciers van genees- en verbandmiddelen (7,7%) en de fysiotherapeutenpraktijken (9,4%)

De kosten van de gezondheidszorg stijgen harder dan het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het BBP stijgt in 1999 volgens voorlopige cijfers met 4,9%, in 1998 was dit nog 5,6%. Het aandeel van de kosten van de gezondheidszorg in het BBP stijgt daardoor licht van 8,3% in 1997 tot 8,4% in 1999.

Aandeel kosten gezondheidszorg in het BBP

0547g2.gif (5727 bytes)

Het aandeel van de ziekenfondsen in de financiering van de gezondheidszorg is gedaald, terwijl het aandeel van de AWBZ in de financiering ongeveer gelijk is gebleven. In 1999 dragen de ziekenfondsen 25,8 miljard gulden bij aan de financiering. Bijna 20,4 miljard gulden komt voor rekening van de AWBZ.

Jan Smit