Goed slangenjaar
Vorig jaar werden in Nederland opvallend veel slangen gezien. Voor een belangrijk deel komt dat, doordat het weer vorig jaar erg nat en somber was. Koudbloedige dieren als slangen vertonen dan weinig activiteit. Op de zeldzame dagen met mooi zonnig weer daarentegen waren slangen zeer actief.
Bovendien trokken adders en gladde slangen zich vanwege de langdurige regens terug op de weinige droge plekken in hun leefgebied. Op deze kleinere oppervlakte leefden de slangen dichter op elkaar.
De kans om slangen waar te nemen was in 1998 dan ook veel groter dan in andere jaren. Daarmee is echter niet gezegd dat het goed gaat met deze schuwe dieren.
Drie soorten
In Nederland komen drie soorten slangen voor. Alleen de adder is giftig. De andere twee, de ringslang en de uiterst zeldzame gladde slang, doden hun prooidieren zonder ze eerst met gif te verdoven.
Het aantal slangen daalt al decennia. Er zijn bijvoorbeeld de helft tot driekwart minder gladde slangen dan in 1950. Ook het aantal adders daalt al een aantal jaren. Het aantal ringslangen stijgt licht, maar blijft op een laag niveau.
Adders en ringslangen
Er zijn twee belangrijke bedreigingen voor slangen. Ten eerste is er het verlies van geschikt leefgebied. Ten tweede hebben menselijke activiteiten invloed op de resterende gebiedjes waar slangen zich kunnen handhaven.
Zo hebben adders te lijden onder de verdroging en versnippering van hun terreinen. Verder worden elk jaar tientallen ringslangen en adders doodgereden.
Ringslangen worden bovendien ernstig bedreigd door de aanleg van enkele eilanden in het IJmeer bij Amsterdam. Dat gebeurt in het gebied met de grootste populatie ringslangen van Nederland.
Gladde slangen worden in hun voortbestaan bedreigd door versnippering van terreinen en intensieve begrazing van natuurgebieden.
Deze ontwikkelingen vormen een ernstige bedreiging voor het voortbestaan van slangen in Nederland. Daarom zijn alle drie soorten beschermd. Zij staan op de Rode Lijst van bedreigde en kwetsbare reptielen.
Binnen het Meetnet Reptielen wordt gevolgd hoe slangen zich in aantal ontwikkelen. In dit project werkt de stichting RAVON (Reptielen, Amfibieen en Vissen Onderzoek Nederland) samen met het CBS.
Ben Daemen (CBS), Annie Zuiderwijk (RAVON)