Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer 2016-2022

© Hollandse Hoogte / William Hoogteyling
Ten behoeve van de ANLb-beleidsmonitoring zijn de trends van ANLb-doelsoorten in de soortgroep broedvogels in ANLb- en referentiemeetpunten berekend om het effect van ANLb te toetsen over 2016-2022, en is onderzoek gedaan naar de kracht van het wintervogel meetnet om effecten van ANLb te kunnen detecteren.

De ANLb-beleidsmonitoring is er op gericht om aan te tonen of de inzet van ANLb leidt tot een kwaliteitsverbetering in het agrarische gebied qua natuurwaarden. Deze beleidstoetsing voor broedvogels omvat naast ANLb-doelsoorten ook ‘supersoorten’: aantal (ANLb-doel)soorten per meetpunt, en totale aantallen territoria van (ANLb-doel)soorten.

De berekende trends van ANLb-doel- en supersoorten zijn vergeleken voor ANLb- en referentiemeetpunten. De analyses konden geen duidelijk effect van ANLb aantonen.

Naast de trendvergelijkingsanalyses is ook het broedvogel ANLb-meetnet bekeken en worden aanbevelingen gedaan betreffende de gegevensinwinning en suggesties voor nader onderzoek.

Voor wintervogels is een poweranalyse uitgevoerd van het PTT (Punt Transect Tellingen) meetnet. Dit geeft een beeld van de meetinspanning (aantal telroutes en –punten) die per soort nodig is om betrouwbare trends te kunnen berekenen.

Door de slechte ruimtelijk overlap tussen ANLb en de telpunten van het PTT in combinatie met de statistisch gezien ongelukkige keuze van doelsoorten is het aantal bruikbare telpunten voor alle acht ANLb-doelsoorten veel te laag. Het is niet waarschijnlijk dat langer of intensiever monitoren volgens de PTT-methodiek wel betrouwbare trends op gaat leveren voor de huidige ANLb-doelsoorten.

Deze notities zijn samengesteld in opdracht van BIJ12.