Onderwijskansen in Leiden in beeld, 2016

© Hollandse Hoogte / Kees van de Veen
De spreiding van kinderen met een verhoogde kans op onderwijsachterstand in Leiden.

In opdracht van de gemeente Leiden heeft het CBS onderzocht hoe de spreiding van kinderen met een onderwijsachterstand in de gemeente is. Door middel van tabellen en heatmaps is inzichtelijk gemaakt waar een verhoogde concentratie woont van kinderen die tot de 10, 15, 20 of 30 procent behoren met de grootste kans op een onderwijsachterstand. Met dit inzicht kan de gemeente keuzes maken in het te voeren onderwijskansenbeleid.

In Leiden als geheel behoort een kwart van de kinderen die naar de basisschool gaan tot de groep kinderen, die landelijk gezien tot de 30 procent met de grootste kans op onderwijsachterstand. In die zin zou men kunnen stellen dat Leiden het wat dat betreft ‘beter’ doet dan het landelijke beeld. Ook als er gekeken wordt naar andere grenswaarden ligt het percentage van kinderen dat tot die groep behoort lager dan het landelijke cijfer.

Het CBS heeft ook onderzocht hoe de verdeling is over de wijken. Daaruit blijkt dat als er gekeken wordt naar de groep die tot de 30 procent kinderen behoort met de grootste kans op onderwijsachterstand, in de wijken Leiden-Noord en het Bos- en Gasthuisdistrict relatief meer kinderen met een onderwijsachterstand wonen dan het landelijke percentage. Wanneer de niet-schoolgaande kinderen worden bekeken, is de concentratie hoger in het Morsdistrict, als de 30 procent-grens wordt toegepast.

Dankzij de voor dit onderzoek ontwikkelde heatmaps is het mogelijk om de feitelijke spreiding over de gemeente te zien. Hierin blijkt dat hoewel de Merenwijk gemiddeld genomen rond de landelijke grenswaarden schommelt, er wel degelijk in de wijk hoge concentraties van kinderen met een onderwijsachterstand voorkomen. Er zijn heatmaps met de spreiding over de gemeente beschikbaar voor alle genoemde grenswaarden, zowel voor de schoolgaande als de niet-schoolgaande kinderen.

De directe aanleiding voor het onderzoek is de veranderende financiering vanuit het Rijk aan scholen en gemeenten in de aanpak van onderwijsachterstanden. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verandert per 1 januari 2019 de wijze waarop toekenningen bepaald. Om de nieuwe toewijzing van gelden over scholen en gemeenten te bepalen maakt het ministerie gebruik van een door het CBS ontwikkeld model dat een inschatting maakt van onderwijskansen, op basis van achtergrond- en omgevingskenmerken van het kind. Voor meer toelichting over het model: Herziening gewichtenregeling primair onderwijs fase i.

Het onderwijskansenonderzoek is het tweede onderzoek dat is uitgevoerd in het kader van Urban Data Center Leiden071.

Deze publicatie is tot stand gekomen in een periode waarin de onderwijsachterstandenindicator nog in ontwikkeling was. In de definitieve methodiek (zie samenvattend rapport) is onder andere de operationalisering van de verblijfsduur van de moeder aangepast. Hierdoor zijn de cijfers in deze publicatie niet helemaal vergelijkbaar met die in publicaties vanaf juli 2019.