Auteur: Peter Harteloh
Meervoudige codering van de doodsoorzaak

Begrippenlijst

Ademhalingsinsufficiëntie: ernstig tekortschieten of stoppen van de ademhaling   

Artrose: gewrichtsslijtage 

Aspiratiepneumonie: longontsteking door het verslikken in voedsel 

B-formulier: veel gebruikte benaming voor het doodsoorzakenformulier zoals dat door de WHO is vastgesteld om causale ketens die aan het overlijden ten grondslag liggen (deel 1) en ziekten of aandoeningen die aan het overlijden hebben bijgedragen (deel 2) te rapporteren (WHO, 2016). Ter onderscheid van het A-formulier dat in Nederland wordt gebruikt voor de administratieve registratie van sterfgevallen door gemeenten. Op het A-formulier wordt aangegeven dat iemand is overleden. Het bevat geen doodsoorzaken of andere medische gegevens. 

Cachexie: ernstige vermagering of uittering door ernstige ziekten (bijvoorbeeld kanker) of langdurig onvoldoende voedselopname. 

Cause-of-Death Association Index (CDAI): een gestandaardiseerde maat voor de samenhang tussen doodsoorzaken bij overlijden

Causaal netwerk: verzameling en onderlinge samenhang van noodzakelijk en/of voldoende voorwaarden voor het optreden van een gebeurtenis

Coderen: het toekennen van een alfanumeriek symbool (bijvoorbeeld: hartinfarct = I21.9) aan een doodsoorzaak met als doel eenduidige classificatie en telling van een ziekte of aandoening.

Co-morbiditeit:
het samen voorkomen van twee of meer ziekten bij dezelfde persoon waarbij een ziekte de oorzaak is van de andere, bijvoorbeeld: suikerziekte en chronisch nierfalen.

Co-mortaliteit: het samen voorkomen van twee of meer doodsoorzaken bij dezelfde persoon.

COPD: Chronisch Obstructief Longlijden gepaard gaande met benauwdheid. De ernst van de ziekte en daarmee de benauwdheid wordt uitgedrukt in zogenaamde GOLD klassen: I (milde klachten) tot IV (zeer ernstige klachten).

Counterfactual:
aanwijzing voor causaal verband door een hypothetische voorstelling van de gang van zaken, bijvoorbeeld: als deze persoon geen longontsteking zou hebben gehad (wat deze feitelijk wel heeft gehad) dan zou deze persoon niet zijn overleden. Ergo, longontsteking speelde causale rol bij overlijden (zie: De Araújo, Dalgalarrondo en Banzato, 2014).

CVA: Cerebrovasculair accident, beroerte

Dementie: hersenziekte gekenmerkt door geheugenverlies, tekortschieten van verstandelijke vermogens en/of het niet meer kunnen verzorgen van zichzelf  

Diabetes mellitus: suikerziekte

Dehydratie: ernstige vorm van uitdroging door verminderde vochtopname

Doodsoorzakenbestand:
een door het CBS beheerde verzameling van systematisch geordende en gecodeerde B-formulieren van alle overledenen in Nederland ten behoeve van (jaarlijkse) verslaglegging (Doodsoorzakenstatistiek) en wetenschappelijk onderzoek. 

Doodsoorzaak (WHO, 2016): een noodzakelijk of voldoende voorwaarde voor overlijden

  • Bijdragende: ziekte of aandoening die het overlijden (mede) heeft veroorzaakt, maar geen onderdeel van de causale keten die eraan voorafging uitmaakt
  • Directe: ziekte of aandoening waarmee de causale keten die aan het overlijden voorafging tot een einde komt  
  • Onderliggende: ziekte of aandoening waarmee de causale keten die aan het overlijden voorafging een aanvang nam 

Doodsoorzaakformulier: zie B-formulier (CBS, 2021).

Doodsoorzaakverklaring: zie B-formulier (CBS, 2021).

ICD-10: Internationale classificatie van ziekten en aandoeningen. De tiende versie van deze classificatie werd door de WHO in 1993 vastgesteld en deze wordt tot op de dag van vandaag gebruikt om doodsoorzaken(B)formulieren te coderen. De WHO voorziet sinds 1996 jaarlijks in aanvullingen om de classificatie up to date te houden, maar heeft onlangs een elfde versie van de ICD vastgesteld die over enige jaren ingang zal vinden in de praktijk.  

ICD-10 hoofdgroep: een verzameling samenhangende ziektebeelden. De ICD-10 deelt daarbij ziekten in naar orgaan(systeem), bijvoorbeeld hartvaartziekten, longziekten, ziekten van huid, etc. of naar gemeenschappelijk kenmerk, bijvoorbeeld infectieziekten, kanker (maligne nieuwvormingen) of aangeboren afwijkingen. Ook is er een hoofdgroep met symptomen en niet elders classificeerbare ziekteverschijnselen. Er zijn 21 hoofdgroepen (ook wel hoofdstukken genoemd). Deze vormen de ingang van de classificatie oftewel een ziekte wordt in de eerste plaats bij een hoofdgroep ingedeeld (bijvoorbeeld: hartinfarct bij de hart-of vaatziekten, COPD bij de longziekten of longkanker bij de maligne nieuwvormingen). Iedere hoofdgroep wordt dan verder ingedeeld in subgroepen zodat de classificatie een steeds groter detailniveau kan bevatten. 

Maligne nieuwvorming: kanker, kwaadaardig

Metastase: uitzaaiing (van kanker)

Multimorbiditeit: het onafhankelijk van elkaar samen voorkomen van twee of meer ziekten of aandoeningen bij dezelfde persoon, bijvoorbeeld: hartinfarct en COPD of diabetes mellitus en longkanker.

Pneumonie: longontsteking

Pneumosepsis: bloedvergiftiging (sepsis) vanuit een infectie van de longen

WHO: World Health Organization, wereld gezondheidsorganisatie. Een vereniging van 192 landen, waaronder Nederland, die gezamenlijk gezondheidsbeleid proberen te maken. Het publiceren van doodsoorzakengegevens is hier een onderdeel van.