Arbeidsomstandigheden na scheiding

4. Samenhang met andere kenmerken

Tot slot kan worden opgemerkt dat een jong kind in het huishouden of een nieuwe partner, twee onderzochte kenmerken die niet in de beschrijving zijn opgenomen, met de meeste onderliggende doelvariabelen van zoekgedrag, arbeidsomstandigheden of gezondheid nauwelijks samenhangen. De uitzonderingen waarvoor wel een samenhang kon worden vastgesteld zijn de volgende:

  1. Onder gescheidenen (28 tot en met 61 jaar) komt het werken buiten kantooruren een jaar na de scheiding relatief minder vaak voor met een jong kind in het huishouden dan met een ouder kind, vanaf 12 jaar. Van de gescheidenen met een jong kind werkte 35 procent regelmatig buiten kantooruren, tegen 39 procent bij de samenblijvers. Van de gescheidenen met een ouder kind was het percentage dat buiten kantooruren werkte 45, tegen 39 procent voor de referentiegroep.
    Onder gescheiden werknemers komt verzuim vanwege psychische klachten relatief vaker voor met een jong kind in het huishouden dan met een ouder kind. Verzuim om deze reden kwam bij gescheidenen met een jong kind bij 14 procent voor, 7 procentpunt meer dan bij samenblijvers. Bij gescheiden werknemers met een ouder kind lag het percentage op 10, oftewel 4 procentpunt meer dan in de referentiegroep.

  2. Onder gescheiden werknemers komen zorgen om het behoud van de baan een jaar na de scheiding relatief vaker voor zonder partner dan met een nieuwe partner. Zonder nieuwe partner maakt 27 procent van de gescheiden werknemers zich zorgen, met nieuwe partner 25 procent. Het procentuele verschil met samenblijvers ligt bij gescheiden werknemers zonder nieuwe partner 4 procentpunt hoger dan bij gescheiden werknemers met nieuwe partner.

  3. Gescheiden werknemers met nieuwe partner willen relatief minder vaak meer uren werken dan gescheiden werknemers zonder nieuwe partner. Met een nieuwe partner wil 9 procent van de gescheidenen meer uren werken, zonder nieuwe partner wil bijna 14 procent dit. Het procentuele verschil met samenblijvers ligt bij gescheidenen zonder nieuwe partner 2 procentpunt hoger dan bij gescheidenen met een nieuwe partner.

  4. Onder alleenstaande gescheiden werknemers komt verzuim vanwege psychische klachten relatief vaker voor dan bij gescheiden werknemers met nieuwe partner. Bijna 12 procent van de alleenstaande gescheidenen gaf aan het afgelopen jaar de laatste keer te hebben verzuimd vanwege psychische klachten, tegen 10 procent van de (oorspronkelijk) alleenstaanden met een nieuwe partner. Het procentuele verschil met samenblijvers ligt bij ‘alleenstaande’ gescheidenen 2 procentpunt hoger dan bij gescheidenen met een nieuwe partner.