De groei van het Nederlandse personenautopark

Referenties

CBS (1911). Jaarcijfers van het Koninkrijk der Nederlanden, Rijk in Europa 1910.Jaargangen 1911–1924. ’s-Gravenhage.

CBS (1941). Maandstatistiek van Verkeer en Vervoer in Nederland. November 1941.’s-Gravenhage, blz. 347.

CBS (1945). Maandstatistiek van verkeer en vervoer in Nederland, september 1945.’s-Gravenhage.

CBS (1958). Statistiek der Motorrijtuigen 1 augustus 1957. Deel 1 Personenauto’s. Zeist.

CBS (1969). 70 Jaar statistiek in tijdreeksen. Den Haag.

CBS (1971). De Volkstelling. Tabel 31.

CBS/SISWO (1978). Het forensisme in: Monografieën Volkstelling 1971, deel I, hoofdstuk 4,blz. 62–83. Den Haag. Staatsuitgeverij.

CBS (1994). 95 Jaar statistiek in tijdreeksen, 1899–1994. Voorburg/Heerlen.

CBS (2013). Meer dan de helft van de werknemers is forens.

CBS (2017). Bijna 4 op de 10 werkt en woont in dezelfde gemeente.

CROW (2016). Waarom houden we zo van auto’s?

Jeekel, J.F., (2011), De autoafhankelijke samenleving. Delft, Eburon.

Kampert, A., J. Nijenhuis, M. van der Spoel en H. Molnár-in ’t Veld (2017). Nederlanders en hun auto. Een overzicht van de afgelopen tien jaar. Bevolkingstrends, 2017, nummer 2. CBS, Den Haag/Heerlen/Bonaire.

Kampert, A., H. Molnár-in ‘t Veld, J. Nijenhuis en M. van der Spoel (2018). Rijbewijs en daarna direct een auto? Autobezit werkende en studerende jongeren onderzocht.Tijdschrift Vervoerswetenschap 54 (artikel 2), januari 2018, blz. 1–22.

Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (2014). Niet autoloos, maar auto later. Voor jongvolwassenen blijft de auto een aantrekkelijk perspectief. Den Haag, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid.

Koren, W. en H. Molnár-in ’t Veld (2019). Onderzoek lange reeks motorvoertuigen.CBS, december 2019.

Molnár, H. en R. Konen (2003). Carpoolen in het woon-werkverkeer. Sociaal-economische maandstatistiek,oktober 2003.

Molnár, H. (2004). Woon-werkverkeer. Sociaaleconomische trends, 4e kwartaal 2004.

Mom, G.A.A., J.W. Schot en P.E. Staal (2002). Werken aan mobiliteit: de inburgering van de auto. In: Bruhèze, A.A.A. de la, H.W. Lintsen, A. Rip en J.W. Schot. Deel 5. Transport,communicatie, blz 70.