Alternatieve geneeswijzen: contact en opvattingen

1. Inleiding

Het aantal soorten alternatieve geneeswijzen in Nederland is de laatste decennia toegenomen. In 1977 ging het om vijf hoofdstromingen: acupunctuur, homeopathie,paranormale geneeswijzen, antroposofische geneeskunde en natuurgeneeskunde. Dit is uitgegroeid tot 404 geneeswijzen in 2004 (Van Dijk, 2003; 2006). Nieuwe vormen van alternatieve geneeswijzen waren in 2004 bijvoorbeeld triggerpoint therapie, bioresonantie therapie en kinesiologie. Het is niet bekend hoeveel geneeswijzen er op dit moment zijn. Ook het aantal beroepsbeoefenaars van alternatieve geneeswijzen is nietexact te geven. Volgens van Dijk (2003; 2006) waren er begin 2004 19 255 georganiseerd een 3 347 niet-georganiseerde beoefenaars van alternatieve geneeswijzen.


In 2018 gaf 6 procent van de Nederlandse volwassen bevolking aan in het afgelopen jaar onder behandeling te zijn geweest van een alternatieve genezer. Dit is de laatste jaren niet gewijzigd (Gezondheidsenquête; CBS, 2018). Het gaat ieder jaar om naar schatting circa 750 duizend mensen. De motieven om een alternatieve genezer te bezoeken lopen uiteen en hangen af van de aandoening of ziekte die mensen hebben (Visser en Peters, 1991;Renckens, 2004). Sommigen willen het gewoon een keer uitproberen, zijn verwezen door bekenden of denken: ‘baat het niet dan schaadt het niet’. Ook onvrede met de resultaten van de reguliere zorg kan een rol spelen of het wordt gezien als laatste redmiddel. Mensen willen vaak alles gedaan hebben om beter te worden. Een minderheid is overtuigd aanhanger van de alternatieve geneeskunde of heeft hier meer vertrouwen in dan in reguliere geneeskunde.

In de samenleving verschillen de meningen over alternatieve geneeswijzen sterk.Tegenstanders hechten veel waarde aan de bewezen effectiviteit en veiligheid van de gezondheidszorg. Van veel alternatieve zorg zou volgens hen geen overtuigend bewijs zijn dat het werkt (Renckens, 2001). Een positieve houding ten opzichte van alternatieve geneeswijzen kan voortkomen uit onvrede met reguliere behandelingen, maar ook andere zaken zoals spiritualiteit en holisme, het natuurlijke karakter van behandelingen, aandacht voor persoonlijke ervaringen en intuïtief acceptabele verklaringen voor ziekte, kunnen hierbij een rol spelen (Hoenders, Appelo en Milders, 2006).

In de Gezondheidsenquête van het CBS wordt jaarlijks gevraagd of mensen in de afgelopen twaalf maanden onder behandeling zijn geweest bij een alternatieve genezer. In dit artikel wordt op basis van het onderzoek Belevingen wat uitgebreider ingegaan op het gebruik van alternatieve geneeswijzen. Er wordt bekeken welk deel van de volwassen bevolking een alternatieve genezer raadpleegt, maar ook in welke mate mensen hier tevreden over zijn en welke alternatieve genezers het vaakst zijn bezocht. Ook wordt aandacht besteed aan de redenen waarom sommige mensen geen gebruik maken van alternatieve genezers.Er wordt daarbij steeds gekeken of er verschillen zijn naar geslacht, leeftijd, migratieachtergrond, hoogst voltooid onderwijsniveau en gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen.

Behalve het gebruik is er in dit artikel aandacht voor hoe de volwassen bevolking aankijkt tegen alternatieve geneeswijzen. Eerder onderzoek hiernaar is al van geruime tijd geleden.Allereerst wordt bekeken aan welke vorm van geneeswijzen mensen meer waarde hechten, aan reguliere geneeswijzen of aan alternatieve? Vervolgens worden enkele opvattingen ten aanzien van alternatieve geneeswijzen gepeild. In hoeverre staan mensen ervoor open als zij ernstig ziek zouden worden? En hoe denken ze over onderzoek naar de werking en risico’s van alternatieve geneeswijzen en over het opnemen van alternatieve geneeswijzen in het basispakket van de zorgverzekering? Ook hier zal worden bekeken of er verschillen bestaan tussen bevolkingsgroepen.