Milieu en duurzame energie. Opvattingen en gedrag

3. Energiebewust gedrag

3.1 Bewust bezig met eigen energiegebruik

Het leeuwendeel van de bevolking vindt het milieu belangrijk. Hetzelfde geldt voor het bewust bezig met het eigen energieverbruik. Ruim de helft van de mensen zegt enigszins bewust bezig te zijn met het eigen energiegebruik, iets meer dan een derde deel meent echter dat zij heel bewust hiermee bezig zijn. Nog geen 10 procent is niet zo bewust,2 procent is helemaal niet bewust hiermee bezig (zie tabel B.1).

Bijna 90 procent van de bevolking is dus bewust bezig met het eigen energiegebruik.Op dit punt zijn er weinig verschillen tussen bevolkingsgroepen. Mannen en vrouwen zeggen even vaak bewust hiermee bezig te zijn. Leeftijd is het meest onderscheidend:72 procent van de 18- tot 25-jarigen zegt milieubewust bezig te zijn, en ruim 90 procent van de 45-plussers. Hoogopgeleiden geven iets meer aan milieubewust bezig te zijn dan laagopgeleiden: 91 procent tegen 87 procent. Het effect van leeftijd en opleiding blijft ook na correctie voor de andere bevolkingskenmerken – geslacht, herkomst, inkomen en huishoudsamenstelling – voorhanden. Alle andere verschillen tussen bevolkingsgroepen verdwijnen (zie tabel B.2). Van de mensen met een inkomen in de laagste inkomensgroep zegt 85 procent iets minderbewust bezig te zijn met hun energiegebruik dan de andere inkomensgroepen. Mensen met een partner in het huishouden (met of zonder kinderen) zeggen vaker milieubewust te zijn (ruim 90 procent) dan mensen zonder partner in het huishouden (83 procent).

En mensen met een niet-westerse migratieachtergrond blijken minder bewust bezig te zijn met het eigen energiegebruik dan mensen met een Nederlandse of westerse migratieachtergrond. Deze verbanden verdwijnen echter na correctie voor de andere bevolkingskenmerken (zie tabel B.2). Stedelijkheid heeft, voor en na correctie, geen effect.

3.2 Energiebewust gedrag in en rond het huis

Mensen die aangeven doorgaans bewust bezig te zijn met het eigen energiegebruik,zeggen dat ook in en om het eigen huis in praktijk te brengen: ze halen het vaakst de oplader uit het stopcontact zodra de telefoon of de tablet is opgeladen, en trekken sneller een warme trui aan of pakken een deken in plaats dat ze de verwarming hoger zetten dan mensen die zeggen niet bewust bezig te zijn met het eigen energiegebruik. Ook doen ze sneller het licht uit in kamers waar niemand aanwezig is, laten ze de ramen en deuren dicht in een kamer waar de verwarming aan staat, en zetten ze de wasmachine of vaatwasser pas aan als deze vol is. Desondanks vertonen ook de mensen die beweren minder bewust bezig te zijn met het eigen energiegebruik, energiebewust gedrag: de overgrote meerderheid doet het licht uit wanneer er niemand in de kamer is, doet ramen en deuren dicht in een kamer waar de verwarming aanstaat en doet pas de wasmachine of vaatwasser aan als deze vol is.

figuur 3.2.1 Energiebewust gedrag in en om huis, 2017
 
Het zijn vooral vrouwen die de daad bij het woord voegen: 78 procent van de vrouwen tegen 71 procent van de mannen haalt een apparaat sneller uit het stopcontact (zie tabel B.3). Ook zegt 67 procent van de vrouwen tegen 60 procent van de mannen dat ze zich wat sneller warmer aankleden dan dat ze de verwarming een graadje hoger zetten. Ouderen halen sneller elektronische apparatuur uit het stopcontact, maar zetten ook sneller de verwarming hoger als het thuis koud is. Ook zijn het vaker de hoger opgeleiden en mensen met een partner (die behoort tot het huishouden) die daadwerkelijk energiebewust gedrag vertonen. Echter, na correctie is de huishoudenssamenstelling niet meer onderscheidend (zie tabel B.2). Ook is opleiding na correctie niet meer relevant voor de maatregel ‘verwijderen van apparaten uit het stopcontact‘. Inkomen, migratieachtergrond en stedelijkheid laten nauwelijks verschillen tussen bevolkingsgroepen zien.

Ook bij vier andere energiebesparende maatregelen is er weinig variatie tussen de bevolkingsgroepen. De 18- tot 25-jarigen en lager opgeleiden vertonen iets minderbesparend gedrag bij het licht uitdoen, het sluiten van ramen en deuren en het vullen van de wasmachine en vaatwasser dan 25-plussers en hoger opgeleiden. Na correctie voor de overige bevolkingskenmerken verdwijnt de relatie tussen opleiding en het vullen van de vaatwasser en wasmachine.

3.3 Reden energiebewust gedrag

Een ruime meerderheid van de mensen die vaak of altijd energiebewust gedrag vertonen,doen dat vooral vanwege de kosten. De oplader uit het stopcontact halen zodra telefoon of tablet geladen is, doet de helft om kosten te besparen, nog geen derde deel doet het omdat het beter is voor het milieu, ruim een vijfde deel doet het om een andere reden. Het licht uitdoen in kamers waar niemand is en het sluiten van ramen en deuren in een kamer waar de verwarming aanstaat, doet twee derde van de bevolking om kosten te besparen.De verschillen tussen de bevolkingsgroepen zijn gering (zie tabel B.4). Mannen zeggen dit iets vaker te doen dan vrouwen, terwijl vrouwen iets vaker het milieu als reden noemen.Leeftijd, herkomst, en de samenstelling van het huishouden spelen nagenoeg geen rol.Wel rapporteren lager opgeleiden en mensen met een laag inkomen vaker dan de hogeropgeleiden en mensen met een hoger inkomen dat hun milieubewust gedrag gestuurd wordt door kostenbesparing.

Wanneer het over het eigen energieverbruik gaat, vindt bijna drie kwart het belangrijk dat dit goedkoop en milieuvriendelijk is. Verder vindt 16 procent het belangrijker dat het verbruik goedkoop is, en 12 procent vindt het belangrijker dat het milieuvriendelijk is. Ook hierbij zijn er nagenoeg geen verschillen tussen bevolkingsgroepen.

figuur 3.3.1 Reden energiebewust gedrag van personen die vaak/altijd dit 
gedrag vertonen, 2017