Onderweg in Nederland (ODiN) 2024 - Plausibiliteitsrapportage

3. Reizigerskilometers

In dit hoofdstuk worden reizigerskilometers per jaar gepresenteerd van inwoners van 6 jaar of ouder in particuliere huishoudens in Nederland. De totale vervoersprestatie betreft alle reizigerskilometers van inwoners van Nederland in Nederland inclusief binnenlandse vakanties en serieverplaatsingen maar exclusief (beroepsmatig) wegvervoer met vrachtwagens.

Bij het vergelijken van de cijfers in dit hoofdstuk dient rekening te worden gehouden met het feit dat het aantal kilometers per jaar afhankelijk is van het aantal dagen van het jaar (schrikkeljaren), maar dat dit bijvoorbeeld ook afhankelijk kan zijn van het aantal doordeweekse dagen, weekenddagen en werkdagen in een jaar (zie bijlage B voor een overzicht met de verschillen per jaar).

3.1 Totale vervoersprestatie

De vervoersprestatie in tabel 3.1.1 is uitgesplitst naar vervoerwijze. Zoals gebruikelijk voor de reizigerskilometers zijn de afstanden gebaseerd op de ritinformatiez3).

3.1.1 Totale vervoersprestatie van personen van 6 jaar of ouder in miljarden reizigerskilometers naar ritvervoerwijze per jaar
201920202021202220232024verschil 2024 t.o.v. 2023 (%)
Totaal218,8152,0*168,4*186,9*199,3*196,2-2
Personenauto als bestuurder108,579,4*85,6*92,9*99,6*98,8-1
Personenauto als passagier39,025,8*30,2*32,7*36,5*34,8-5
Trein24,19,6*10,215,8*20,0*19,9-1
Bus/tram/metro6,52,9*3,5*5,0*5,15,6*+10
Fiets17,8*15,5*16,1*18,4*17,8*17,1*-4
Lopen5,26,6*8,2*7,2*6,9*5,8*-16
Overig17,912,1*14,7*15,013,414,3+7

De mobiliteit in de jaren 2020 tot begin 2022 werd getekend door de covid-19 pandemie en de maatregelen die de regering nam om de gevolgen voor de bevolking en de gezondheidszorg zo gunstig mogelijk te laten verlopen. Dit waren uitzonderlijke jaren. Veel van die maatregelen in die periode hadden hun weerslag op het verplaatsingsgedrag van de Nederlandse bevolking. 2023 was het eerste jaar sinds 2020 waarin in het geheel geen mobiliteitsbeperkende coronamaatregelen meer golden.

Totale vervoersprestatie

In 2024 bedraagt de totale vervoersprestatie in ODiN 196,2 miljard reizigerskilometers zoals weergegeven in tabel 3.1.1. Dit is ongeveer evenveel als in 2023. Voor de drie vervoerwijzen met de hoogste vervoersprestatie personenautobestuurder en -passagier en de trein is het resultaat uit ODiN dat deze vervoersprestatie in 2024 ongeveer gelijk aan die van 2023. De vervoersprestatie voor de modaliteiten bus, tram en metro gezamenlijk is 10 procent hoger in 2024 en daarmee significant hoger dan in 2023. De totale vervoersprestatie met de fiets en lopen is daarentegen significant lager dan in 2023 (afname met respectievelijk 4 procent en 16 procent).

Autobestuurders en autopassagiers

Het aantal reizigerskilometers afgelegd door autobestuurders van een personenauto in 2024 is in vergelijking met 2023 niet significant gewijzigd. In 2024 is de totale vervoersprestatie van de personenauto 98,8 miljard kilometer. Het aantal reizigerskilometers voor passagiers in een personenauto is in 2024 eveneens niet significant gewijzigd ten opzichte van 2023.

Voor het controleren van de plausibiliteit van het aantal personenautobestuurderskilometers door inwoners van Nederland op Nederlands grondgebied uit ODiN 2024 is een vergelijking gemaakt met de voorlopige verkeersprestatiecijfers van het CBS gebaseerd op de kilometerregistraties van de Dienst Wegverkeer (RDW) (CBS, 2025c - tabel 1). De voorlopige cijfers over de verkeersprestaties van personenautokilometers op Nederlands grondgebied in 2024 zijn vergeleken met de voorlopige cijfers van 2023. Hieruit volgt dat het aantal voertuigkilometers van Nederlandse plus buitenlandse personenauto’s op Nederlands grondgebied in 2024 ten opzichte van 2023 is toegenomen met 1,5 procent tot 108,8 miljard kilometer. De waarden van deze (voorlopige) verkeersprestatiecijfers wijken af van de waarden berekend met ODiN. In ODiN worden alleen autobestuurderskilometers gemeten binnen Nederland van inwoners van Nederland. Uit de vergelijking van beide onderzoeken blijkt dat de tendens niet overeenkomt. In ODiN is sprake van een niet significante wijziging van de personenauto(bestuurders)kilometers van 2024 vergeleken met 2023 en uit de voorlopige cijfers over de verkeersprestatiecijfers van het CBS, blijkt een toename (zie ook paragraaf 7.3).

Een andere bron die een indicatie kan geven over de plausibiliteit van de ODiN-gegevens is de Rapportage Rijkswegennet (Rijkswaterstaat, 2025). Daarin wordt gemeld dat het aantal afgelegde voertuigkilometers op het hoofdwegennet met 2,7 procent toe nam in 2024 tot 71,3 miljard voertuigkilometers. Hoewel op het rijkswegennet niet alleen personenauto’s rijden (en ook niet alleen Nederlandse), zijn personenauto’s in aantal verreweg het grootst. Om die reden is een voorzichtige vergelijking met deze gegevens toch zinvol. In elk geval komt de tendens: toename verkeersprestatie op het rijkswegennet van 2023 naar 2024, niet overeen met de tendens uit de ODiN-cijfers. Volgens ODiN 2024 wijzigt het totaal aantal kilometers als bestuurder van de personenauto, niet significant.

De verkeersindex van het ‘personenverkeer’, gepubliceerd door het CBS (CBS, z.d.) op basis van een selectie door NDW van 200 meetpunten met verkeerslusgegevens op rijkswegen is ook een bron die aangehaald kan worden. Middels een berekend globaal indexcijfer voor heel 2024 blijkt dat in 2024 ten opzichte van 2023 de verkeersintensiteit van het ‘personenverkeer’ op werkdagen met 1,6 procent is toegenomen en op weekenddagen met 0,9 procent. Een voorzichtige conclusie is dat de tendens van deze cijfers voor wat betreft de ontwikkeling van 2024 ten opzichte van 2023, evenals de andere aangehaalde externe bronnen, een lichte stijging aangeeft waarbij de ODiN gegevens een, zij het niet significante, lichte afname weergeven (zie ook paragraaf 7.6.1).

In het Landelijk Reizigersonderzoek 2024 (Nederlanders van 18 jaar of ouder, met focus op woon-werk verkeer) wordt het volgende gerapporteerd: ”Ten opzichte van 2023 is het aantal autokilometers voor woon-werk 2024 licht gestegen, met één procent. Per saldo is het aantal gereisde kilometers met het openbaar vervoer ruim vier procent afgenomen. De totaal afgelegde fietsafstand voor woon-werk is met twee procent gedaald. In voorgaande jaren zagen we dezelfde patronen, maar dan een stuk sterker. Dit wijst op stabilisatie van het reisgedrag na de COVID-19 pandemie, maar de situatie van 2019 is nog niet terug”. Uit een tabel van het rapport volgt dat de afgelegde woon-werkafstand door automobilisten met 2,1 procent is afgenomen (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 2025). Het gaat hier slechts om een deel van de kilometers die zijn afgelegd door automobilisten. Daarnaast is niet duidelijk of de gevonden bescheiden toename van 1 procent van het aantal afgelegde kilometers door autobestuurders van 2023 naar 2024 voor woon-werkverkeer in het Landelijk Reizigersonderzoek significant is. Dat is niet uit het rapport af te leiden.

Trein

Volgens de resultaten uit ODiN 2024 is het aantal treinreizigerskilometers in 2024 niet significant gewijzigd ten opzichte van 2023. Uit ODiN blijkt dat de totale vervoersprestatie met de trein in 2024 uitkomt op 19,9 miljard reizigerskilometers. De grootste treinreizigersvervoerder, de Nederlandse Spoorwegen (NS, 2025), rapporteert in het jaarverslag over 2024 dat de reizigerskilometers over 2024 16.133 miljoen bedragen. Dat is 4,2 procent meer dan in 2023 (15.488 miljoen). Volgens de NS was er dus een toename van het aantal reizigerskilometers in 2024 maar uit de ODiN-resultaten volgt dat het aantal treinreizigerskilometers ten opzichte van 2023 niet significant verschilt. De trend uit ODiN komt dus niet overeen met die van de NS.

In het Landelijk Reizigersonderzoek 2024 wordt een toename van het aantal forenzen met het openbaar vervoer (trein, bus of tram, metro) van 1 procent gerapporteerd. Onbekend is of dit verschil significant is. De onderzoekers rapporteren dat het aantal gemaakte (woon-werk) ritten met het openbaar vervoer afnam met 3,0 procent, evenals de gemiddelde woon-werkafstand met het OV met 1,2 procent en het totaal aantal OV-kilometers per jaar met -4,2 procent. De totaal afgelegde afstand voor woon-werk in het OV is in vergelijking met 2023, afgenomen met 1 procent (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 2025). Het betreft hier enkel een deel van de gemeten afgelegde kilometers voor een specifiek doel, namelijk woon-werk. Uit de tendens in het Landelijk Reizigersonderzoek dat het aantal woon-werk reizigerskilometers met het OV (waarvan de trein het grootste aandeel heeft) van 2023 naar 2024 is afgenomen, kan voor wat betreft de totale vervoersprestatie met de trein uit ODiN geen duidelijke conclusie worden getrokken. Daarnaast zijn bij deze cijfers geen betrouwbaarheidsmarges gemeld en is het onduidelijk of de gevonden resultaten uit het Landelijk Reizigersonderzoek significant afwijken van die van een jaar eerder.

Bus, tram en metro

Uit de ODiN-cijfers blijkt dat het aantal reizigerskilometers met bus, tram en metro van 5,6 miljard kilometer in 2024 met een toename van 10 procent significant is gewijzigd ten opzichte van 2023. Mogelijk heeft de invoering van maatregelen die verschillende gemeenten4) in Nederland in 2024 hebben genomen om inwoners met een laag inkomen gratis of tegen een sterk gereduceerd tarief gebruik te laten maken van het openbaar vervoer (DOVA, 2024), bijgedragen aan deze toename.

Uit gegevens van de RET blijkt dat het aantal reizigerskilometers met de metro is toegenomen met 4 procent en de tram met 7 procent en dat het aantal reizigerskilometers met de bus licht gedaald is (-1 procent). Het GVB rapporteert een stijging van het aantal reizigerskilometers met de metro van 2 procent, het aantal reizigerskilometers met de tram bleef gelijk en met de bus nam af met 3 procent.

Door het CROW zijn voorlopige cijfers voor de Staat van het OV 2024 ter beschikking gesteld. Daaruit volgt voor elk van de vervoerwijzen bus, tram en metro een stijging van het aantal reizigerskilometers in 2024 ten opzichte van 2023 op basis van de in- en uitcheckgegevens.

Om na te gaan of de resultaten voor bus, tram en metro van ODiN 2024 afzonderlijk ook significant gewijzigd zijn en mogelijk niet beïnvloed zijn door de methodebreuk is er een extra analyse gedaan, waarbij de resultaten uitgesplitst zijn per vervoerwijze. Hieruit komt naar voren dat er in ODiN 2024 voor elk van deze vervoerwijzen apart geen significante ontwikkeling is gevonden. Dat het verschil voor het totaal van bus tram en metro wel significant is wordt verklaard door het grotere aantal waarnemingen voor deze vervoerwijzen gezamenlijk.

Het is niet uit te sluiten dat de groep bus, tram en metro is geraakt door de methodebreuk. Desondanks laat deze groep een significante toename van het aantal reizigerskilometers zien. We concluderen daarom dat de vervoersprestatie voor de groep bus, tram en metro daadwerkelijk significant is toegenomen ten opzichte van ODiN 2023.

Fiets

Het totale aantal reizigerskilometers op de fiets zoals gemeten in ODiN nam van 2023 naar 2024 significant af met 0,7 miljard (-4 procent). Uit het Landelijk Reizigersonderzoek blijkt dat van 2023 naar 2024 voor woon-werkverkeer bijna 2 procent minder kilometers zijn gefietst (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 2025). Hoewel het woon-werkverkeer maar een deel van alle fietskilometers betreft, is het niet duidelijk of de in het Landelijk Reizigersonderzoek voor woon-werk geconstateerde lichte daling in fietskilometers een significante daling betreffen. Daarom is het niet mogelijk aan te geven of de cijfers uit het Landelijk reizigersonderzoek (gedeeltelijk) in lijn zijn met de in ODiN gevonden daling van het totaal aantal fietskilometers in 2024.

Lopen

De vervoersprestatie van lopen uit ODiN is in 2024 significant afgenomen ten opzichte van 2023 en wel met 16 procent. Het aantal kilometers dat te voet is afgelegd, bedroeg in 2024 5,8 miljard reizigerskilometer. Deze forse daling in het aantal kilometers te voet, kan niet worden vergeleken met resultaten uit ander onderzoek omdat deze er niet zijn. Echter de grootte van de afname roept vraagtekens op en we gaan hier verder op in, in hoofdstuk 8.

Overige vervoerwijzen

Tot slot volgt de totale vervoersprestatie van ‘overige vervoerwijzen’. Uit de gegevens van 2024 blijkt dat het aantal reizigerskilometers met het totaal aan ‘overige vervoerwijzen’ waaronder bestelauto’s, brom-, snor- en motorfietsen, invalidevoertuigen, steps, skeelers en dergelijke niet significant is gewijzigd ten opzichte van 2023.

3.2 Reguliere reizigerskilometers

Tabel 3.2.1 bevat de totale reguliere reizigerskilometers in Nederland van inwoners in particuliere huishoudens in Nederland weergegeven naar verplaatsingsmotief.

3.2.1 Reguliere reizigerskilometers van personen van 6 jaar of ouder in miljarden kilometers naar motief per jaar
201920202021202220232024verschil 2024 t.o.v. 2023 (%)
Totaal210,9147,0*161,2*180,9*193,1*189,8-2
Van en naar het werk57,0*36,4*36,344,3*48,2*49,6+3
Zakelijk en beroepsmatig19,2*10,9*11,412,413,613,2-3
Diensten en verzorging4,33,6*4,4*4,34,54,2-7
Winkelen en boodschappen doen18,314,7*15,317,1*18,4*17,4*-6
Onderwijs of cursus volgen12,06,0*6,9*9,7*10,110,2+1
Visite en logeren34,2*24,0*27,6*30,1*31,331,30
Uitgaan, sport en hobby39,2*23,7*27,8*34,1*38,1*37,3-2
Toeren en wandelen9,512,2*14,9*12,3*11,1*10,0*-10
Ander motief17,215,4*16,6*16,717,816,6-7
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar.

Reguliere reizigerskilometers totaal

Uit de ODiN-gegevens van tabel 3.2.1 volgt dat het totaal aantal reguliere reizigerskilometers in 2024 niet significant verschilt met 2023. Het verschil tussen de totale vervoersprestatie (tabel 3.1.1) en het totaal aantal reguliere reizigerskilometers bedraagt in 2024 6,5 miljard kilometer (in 2023 was dat 6,1 miljard kilometer). Het verschil tussen beide gegevens is toe te schrijven aan de serieverplaatsingen die bij het berekenen van de totale vervoersprestatie wél worden meegenomen, maar niet bij de reguliere reizigerskilometers. Aanvullende analyse van de serieverplaatsingen leert dat het aantal reizigerskilometers gereden in bestelauto’s in 2024 niet significant is gewijzigd in vergelijking met 2023.

Reguliere reizigerskilometers naar motief

Gelet op de verdeling naar motief in tabel 3.2.1 blijkt dat voor de motieven ‘Winkelen en boodschappen doen’ en ‘Toeren en wandelen’ het aantal reguliere reizigerskilometers in ODiN 2024 significant lager is dan bij ODiN 2023. Opmerkelijk is dat de afname van het aantal reizigerskilometers voor deze twee motieven vrij fors is; ‘Winkelen en boodschappen doen’ -6 procent en ‘Toeren en wandelen’ -10 procent. Uit CBS-cijfers blijkt dat ondernemers in de detailhandel over het hele jaar een omzetstijging van 2,1 procent boekten. Het verkoopvolume was 1,4 procent groter dan in 2023 (2025b). Verkoopvolume en omzetstijging zijn weliswaar niet een-op-een te vergelijken met het aantal reizigerskilometers voor winkelen en boodschappen doen maar deze resultaten bieden geen ondersteuning voor het feit dat in ODiN 2024 het aantal reizigerskilometers voor dit doel met 6 procent is afgenomen.

Dat het aantal reguliere reizigerskilometers voor ‘Toeren en wandelen’ met 10 procent is afgenomen lijkt niet plausibel. Helaas zijn er geen cijfers uit andere bronnen bekend om deze resultaten mee te staven. Voor alle andere motieven geldt dat het aantal reguliere reizigerskilometers in ODiN 2024 niet significant verschilt van ODiN 2023.

Van en naar het werk

Voor het aantal reguliere reizigerskilometers met het motief ‘Van en naar het werk’ is geen significant verschil geconstateerd in ODiN 2024 vergeleken met 2023. Omdat dit een belangrijk motief is wordt dit feit toch nader onder de loep genomen.

Omdat de in ODiN 2024 waargenomen toename van 3% voor de kilometers woon-werk geen significant verschil geeft met ODiN 2023 kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat de vervoersprestatie woon-werk ook daadwerkelijk is gestegen. Uit het Landelijk Reizigersonderzoek (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 2025) blijkt dat het ‘aantal forenzen’ met de auto, het OV en op de fiets respectievelijk is toegenomen met 4 procent, 1 procent en 3 procent. Het aantal ritten per persoon is daarentegen afgenomen met -1 procent (auto), -4 procent (OV) en -2 procent (fiets). De totaal afgelegde afstand met de auto is toegenomen met 1 procent, en met het OV en de fiets afgenomen met respectievelijk 4 procent en 2 procent (statistische marges op deze cijfers zijn in het rapport niet gepubliceerd). Aangezien bij de uitkomsten van het Landelijk Reizigersonderzoek niet benoemd wordt of de verschillen significant zijn, kan niet eenduidig worden vastgesteld of er sprake is van het gelijk blijven, toe- of afnemen van reizigerskilometers van 2023 vergeleken met 2024.

Nagegaan is of de werkzame beroepsbevolking is toegenomen van 2023 naar 2024. Uit CBS cijfers op StatLine blijkt dat de werkzame beroepsbevolking is toegenomen met 61 duizend personen tot 9.798 duizend (CBS, 2025a). Dit is een toename van 0,6 procent. Vergeleken met voorafgaande jaren is dit een relatief bescheiden toename. Omdat het bij de werkzame beroepsbevolking alleen gaat om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur, is het moeilijk te duiden wat deze bescheiden toename van de werkzame beroepsbevolking zou kunnen betekenen voor het aantal woon-werkreizen. Bekeken is ook of het aantal uren thuiswerken is gewijzigd. Uit dezelfde StatLinetabel blijkt dat het aantal thuiswerkuren in 2024 in vergelijking met 2023 is afgenomen met 0,2 procentpunt en dat het percentage van de werkzame beroepsbevolking dat thuis werkt eveneens is afgenomen met 0,5 procentpunt van 19,8 procent in 2023 tot 19,3 in 2024. Bij deze cijfers zijn geen betrouwbaarheidsmarges berekend. Mogelijk wijzen de bescheiden toename van de werkende beroepsbevolking en de bescheiden afname van het thuiswerken in de richting van een (bescheiden) toename van het aantal verplaatsingen ‘Van en naar het werk ’, maar of dit zo is en of die toename significant is, is op basis van deze cijfers uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB) niet te zeggen.

Over de plausibiliteit van de ODiN-uitkomst dat er tussen 2024 en 2023 geen significant verschil is in reizigerskilometers voor het motief ‘Van en naar het werk’, is op basis van de nu beschikbare bronnen geen duidelijkheid te geven. Eventuele andere gegevens om dit te toetsen zijn (nog) niet beschikbaar.

3.3 Ontwikkelingen naar maand

Ten behoeve van de plausibiliteitsrapportage van dit jaar is onderstaande extra analyse naar maand gemaakt voor resultaten gepresenteerd over de vervoersprestatie in paragraaf 3.1 en over de reguliere reizigerskilometers ‘Van en naar het werk’ in paragraaf 3.2. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de verschillen per maand niet getoetst zijn. Van alle verschillen is dus niet duidelijk of die verschillen significant zijn, ook niet als ze in de tekst benoemd worden. Daarmee verschilt de betekenis van deze maandcijfers dus met die van de jaarcijfers in deze rapportage.

Totale vervoersprestatie naar maand

In grafiek 3.3.1 is de totale vervoersprestatie van 2023 en 2024 per maand in beeld gebracht. De totale vervoersprestatie (zie ook tabel 3.1.1) is de som van het aantal reguliere reizigerskilometers en de kilometers van serieverplaatsingen.

3.3.1 Totale vervoersprestatie van personen van 6 jaar of ouder in miljarden reizigerskilometers naar maand per jaar
maand2023 (mld km)2024 (mld km)
januari14,914,4
februari14,414,1
maart16,216,5
april15,716,6
mei17,916,6
juni16,515,6
juli16,816,0
augustus16,316,0
september17,116,3
oktober17,116,8
november15,815,8
december14,615,3

Uitgaande van de tijdlijnen van 2024 en 2023 is te zien dat in 2024 het grootste verschil in de totale vervoersprestatie met 2023 in de maanden april (6 procent hoger) en mei (7 procent lager) plaatsvindt. Ook in de maanden juni en juli en ook in september lijkt de totale vervoersprestatie iets meer te verschillen (5 procent lager) dan in dezelfde maanden in 2023. Een directe verklaring hiervoor is niet te geven.

De totale vervoersprestatie lijkt in 2024 in alle maanden behalve maart en april en ook in december lager te liggen dan in 2023. Of de geconstateerde verschillen tussen de maanden in 2024 en 2023 significant zijn, is niet getoetst. In de grafiek is te zien dat de totale vervoersprestatie in 2024 negen van 12 maanden lager is dan in 2023. Dat lijkt vrij structureel. Dat er maanden zijn waarin de verkeersprestaties in 2024, hoger zijn dan in 2023, heeft mogelijk te maken met normale fluctuaties zoals bijvoorbeeld meer of minder werkdagen in een maand en of schoolvakanties die net op een ander moment vallen. Er zijn geen onderzoeken bekend waarmee getoetst kan worden of het een plausibel resultaat is dat volgens ODiN voor de meeste maanden de vervoersprestatie in 2024 lager is dan in 2023.

Reguliere reizigerskilometers ‘Van en naar het werk’ naar maand

Het totaal aantal reguliere reizigerskilometers is de totale vervoersprestatie minus de kilometers afgelegd tijdens serieverplaatsingen. In de eerder gepresenteerde tabel 3.2.1 is het aantal reguliere reizigerskilometers uitgesplitst naar motief. Voor het motief ‘Van en naar het werk’ zijn de verschillen per maand in 2023 en 2024 in kaart gebracht (grafiek 3.3.2). Of deze verschillen significant zijn, is niet berekend.

3.3.2 Reguliere reizigerskilometers ‘Van en naar het werk’ van personen van 6 jaar of ouder in miljarden kilometers naar maand per jaar
maand2023 (mld km)2024 (mld km)
januari3,84,2
februari3,64,4
maart4,34,7
april3,74,5
mei4,63,9
juni4,23,9
juli3,74,3
augustus3,33,3
september4,24,0
oktober4,24,5
november4,74,1
december3,73,8

De grootste verschillen in het aantal reguliere reizigerskilometers ‘Van en naar het werk’ tussen 2024 en 2023 vinden plaats in de maanden februari, april en juli. In de maanden februari en april 2024 is het aantal afgelegde kilometers ‘Van en naar het werk’ respectievelijk 22 en 21 procent hoger dan in 2023. In mei en november 2024 is het aantal reizigerskilometers voor dit doel respectievelijk 15 procent en 13 procent lager dan in het jaar ervoor. Wat de reden voor deze verschillen is, is niet nader onderzocht. In de maanden augustus, september en december is er nog amper verschil in het aantal kilometers ‘Van en naar het werk’ tussen beiden jaren. In hoeverre de genoemde verschillen significant zijn, is niet getoetst. In totaal verschilt het aantal afgelegde reguliere reizigerskilometers voor het motief ‘Van en naar het werk’ in 2024 niet significant van 2023.

3)Dit is de meest zuivere bepaling. Verplaatsingen kunnen met meerdere vervoerwijzen worden gemaakt, bijvoorbeeld fiets-trein-bus-lopen. In dat geval wordt bij de hier gehanteerde afleiding de afgelegde afstand per rit van al de vier gebruikte vervoerwijzen binnen de hele verplaatsing ook toegekend aan elk van de vier gebruikte vervoerwijzen. ODiN kent daarnaast voor die gevallen een hoofdvervoerwijze toe voor de gehele verplaatsing op basis van de langst afgelegde afstand binnen de verplaatsing. Deze hoofdvervoerwijze speelt echter geen rol bij de toekenning van de hier gepresenteerde afstanden.
4)Een overzicht van enkele gemeenten en provincies die goedkoper reizen voor inwoners mogelijk hebben gemaakt of gaan maken met bus, tram en of metro. Gemeenten bepalen zelf wie in aanmerking komt en tot hoe lang de regeling loopt: Gemeente Nissewaard, Gemeente Terneuzen, Gemeente Hulst, Gemeente Arnhem, Gemeente Krimpenerwaard, Gemeente Krimpen aan den IJssel, Provincie Limburg en Provincie Zuid-Holland.