5. Deelname aan het verkeer
Andere belangrijke indicatoren zijn de verkeersdeelname in het algemeen en de deelname aan het openbaar vervoer in het bijzonder. Het eerste wordt berekend met verplaatsingsinformatie en voor het tweede wordt ritinformatie gebruikt.
5.1 Verkeersdeelname
Volgens de gehanteerde definitie bij ODiN neemt een persoon die in Nederland op een dag één of meer reguliere verplaatsingen of één of meer serieverplaatsingen maakt, deel aan het verkeer. Ook personen die enkel (binnenlandse) vakantieverplaatsingen hebben gemaakt, tellen dus mee bij het bepalen van de verkeersdeelnemers. Uitzondering daarop vormen personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig. Zij tellen niet mee voor de bepaling van verkeersdeelname. Ook personen die enkel verplaatsingen geheel in het buitenland maken tellen niet mee voor de verkeersdeelname. Bij nul verplaatsingen neemt een persoon niet deel aan het verkeer.
In tabel 5.1.1 is te zien dat de verkeersdeelname van inwoners van Noordvleugel van 6 jaar of ouder in ODiN 2024 significant verschilt met die in ODiN 2023. In 2024 nam 76,4 procent van de inwoners van Noordvleugel deel aan het verkeer. Dat is 2,5 procent minder dan in 2023 en komt bijna overeen met de verkeersdeelname in 2021 toen tal van maatregelen van toepassing waren in verband met de bestrijding van de coronapandemie. De verkeersdeelname in 2024 is opvallend laag en niet plausibel. Mogelijk is een deel van de gemeten afname van de verkeersdeelname in 2024 toe te schrijven aan de genoemde geconstateerde methodebreuk. Het beeld van de verkeersdeelname in de Noordvleugel komt overeen met de resultaten en de methodebreuk die zijn beschreven in de landelijke plausibiliteitsrapportage van ODiN 2024 (CBS, 2025).
In 2024 is de verkeersdeelname van vrouwen 4 procent lager dan in 2023. Ook de verkeersdeelname van vrouwen ligt daarmee iets onder het niveau van ‘coronajaar’ 2021. Ook dit gegeven lijkt te zijn geraakt door de methodebreuk. De verkeersdeelname van mannen is in 2024 niet significant gewijzigd vergeleken met een jaar eerder.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | verschil 2024 t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 81,5* | 70,9* | 76,9* | 77,5 | 78,9 | 76,4* | -3 |
| Mannen | 82,0 | 71,4* | 76,6* | 77,4 | 78,5 | 76,5 | -3 |
| Vrouwen | 81,0* | 70,5* | 77,2* | 77,6 | 79,3 | 76,4 | -4 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Verkeersdeelname behelst minimaal één reguliere verplaatsing of serieverplaatsing per dag. Daarbij tellen personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig niet mee. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | verschil 2024 t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 81,5* | 70,9* | 76,9* | 77,5 | 78,9 | 76,4* | -3 |
| Totaal doordeweekse dagen exclusief feestdagen | 84,0 | 73,1* | 78,4* | 79,8 | 81,5 | 78,5* | -4 |
| Totaal weekenddagen plus doordeweekse feestdagen | 75,8 | 66,1* | 73,5* | 72,3 | 73,2 | 71,6 | -2 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Verkeersdeelname behelst minimaal één reguliere verplaatsing of serieverplaatsing per dag. Daarbij tellen personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig niet mee. | |||||||
Uit tabel 5.1.2 blijkt dat in 2024 op doordeweekse dagen exclusief feestdagen de verkeersdeelname significant verschilt met ODiN 2023. Ook daar ligt het niveau van verkeersdeelname in de buurt van 2021. Dat was een jaar waarin tal van maatregelen van toepassing waren om de verspreiding van covid-19 te beperken. Het niveau van de verkeersdeelname lijkt daarom niet plausibel.
5.2 Deelname aan het openbaar vervoer
In tabel 5.2.1 is de deelname aan het openbaar vervoer weergegeven. De deelname aan het openbaar vervoer in ODiN houdt in dat er minstens één reguliere rit of minstens één serieverplaatsing in Nederland gemaakt is met het openbaar vervoer op de invuldag.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | verschil 2024 t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 14,4 | 7,2* | 7,5 | 9,8* | 11,1* | 12,6* | +14 |
| Mannen | 12,7 | 6,6* | 6,8 | 9,2* | 10,3 | 11,6 | +13 |
| Vrouwen | 16,0 | 7,8* | 8,2 | 10,3* | 11,8* | 13,5* | +15 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Deelname aan het openbaar vervoer behelst minimaal één reguliere verplaatsing of serieverplaatsing per dag met trein, bus, tram of metro. | |||||||
In 2024 maakten 13 procent van de inwoners van Noordvleugel van 6 jaar of ouder minstens één reguliere rit of minstens één serieverplaatsing in het openbaar vervoer op de invuldag.
De deelname aan het openbaar vervoer in 2024 is met een toename van 14 procent hoger dan in 2023. Op landelijk niveau blijkt er geen significante toename te zijn van deelname aan het openbaar niveau. Ondanks dit landelijke beeld en ondanks de methodebreuk wordt een toename van de deelname aan het openbaar vervoer toch plausibel geacht. Omdat de wijze waarop de methodebreuk de ODiN-cijfers heeft geraakt met name resulteert in afnames van onder andere reizigerskilometers en verplaatsingen. Naast het totaal aan deelname van inwoners van Noordvleugel van 6 jaar of ouder aan het openbaar vervoer in 2024 is ook gelet op verschillen tussen mannen en vrouwen. Daaruit blijkt dat de deelname aan het openbaar vervoer van vrouwelijke inwoners van de Noordvleugel significant is toegenomen met 15 procent, bij de deelname van mannen is er geen significant verschil in vergelijking met een jaar eerder. De toename van de deelname van vrouwen aan het openbaar vervoer komt overeen met het landelijke beeld.