Maatschappelijke Diensttijd (MDT) 2024
Over deze publicatie
Dit rapport beschrijft de verschillen tussen jongeren die bereid zijn tot deelname aan Maatschappelijke Diensttijd (MDT) en jongeren die dat niet zijn. Het CBS gebruikt hiervoor data van de Sociale samenhang en welzijns-enquête (SSW).
1. Inleiding
Maatschappelijke Diensttijd (MDT) is een programma dat voortvloeit uit het regeerakkoord van Rutte III (2017). Het programma voor jongeren is opgezet door de Rijksoverheid in co-creatie met de Nederlandse Jeugdraad (NJR), de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) en ZonMw. Daarnaast werkt MDT met een veelvoud aan partners samen, zoals gemeenten, scholen, maatschappelijke organisaties, bedrijven en fondsen. MDT faciliteert via subsidies aan MDT-organisaties, die zodoende projecten organiseren, de mogelijkheid voor jongeren om een bijdrage te kunnen leveren aan onze samenleving en daar zelf ook iets voor terug te kunnen krijgen. Jongeren kunnen zich vrijwillig opgeven om binnen een project een MDT-traject te doen. Een traject duurt maximaal 6 maanden. Tijdens MDT krijgen jongeren de kans om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen, iets te doen voor een ander en/of de samenleving en mensen buiten hun leefwereld te ontmoeten. Een divers aanbod zorgt ervoor dat jongeren zich kunnen inzetten bij een project naar keuze. Het onderwerp, het doel, de beschikbare tijd, en de locatie van het project bepalen uiteindelijk welk MDT-traject het beste bij iemand past.
MDT kan een manier zijn om sociale betrokkenheid onder jongeren te vergroten. Uit cijfers van het CBS blijkt dat ongeveer de helft van de mensen van 15 jaar en ouder vrijwilligerswerk doet (CBS StatLine, 2025). Dit geldt ook voor jongeren in de leeftijd 15 tot 25 jaar, van hen deed 51,1 procent vrijwilligerswerk. Van alle leeftijdsgroepen doen jongeren in de leeftijd van 25 tot 35 jaar het minst vaak vrijwilligerswerk: in 2024 was dat 43 procent.
Meedoen aan MDT kan effecten hebben op de individuele jongeren en op de samenleving. Deze effecten kunnen op korte of lange termijn plaatsvinden. Effectonderzoek binnen de groep MDT-deelnemers heeft al op verschillende manieren plaatsgevonden (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2024). Daaruit komt onder andere naar voren dat MDT positieve effecten heeft op het burgerschap en op de loopbaanoriëntatie en begeleiding van jongeren.
Dit rapport beschrijft de verschillen tussen jongeren die bereid zijn tot deelname aan MDT en jongeren die dat niet zijn. Deze onderzoeksvraag is een aanpassing van de oorspronkelijke onderzoeksvraag om de verschillen in de effecten tussen de groep MDT-ers en niet MDT-ers te beschrijven. Een dergelijke effectanalyse, zoals uitgevoerd in 2023 (CBS, 2023), kan niet worden herhaald gezien het lage aantal MDT-ers in de steekproef van de enquête. Dit wordt verder uitgelegd in de methodesectie.
Het CBS gebruikt voor dit rapport data van de Sociale samenhang en welzijns-enquête (SSW) 2024. SSW is een jaarlijks terugkerend onderzoek onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder met als doel de sociale samenhang en welzijnssituatie in kaart te brengen. Bij sociale samenhang gaat het om de sociale, maatschappelijke en politieke participatie van de Nederlandse bevolking en om het vertrouwen in anderen en in instellingen. Bij welzijn gaat het om ervaren geluk, en om tevredenheid met het leven en met verschillende aspecten van de leefsituatie.
2. Methode
2.1 Steekproef en weging
De data voor dit rapport zijn verzameld middels de enquête Sociale Samenhang en Welzijn, dat jaarlijks onder 7 500 personen van 15 jaar of ouder in Nederland wordt uitgevoerd. Meer informatie over de waarnemingsmethode, steekproefomvang en weging van deze enquête kan hier worden gevonden.
In deze enquête zijn vragen over MDT opgenomen. Deze vragen gaan over de (bereidheid tot) deelname aan MDT, het effect van deze deelname, talentontwikkeling en het belang om je in te zetten voor een ander of voor de samenleving. De precieze vragen staan in bijlage 1. Dit blok is gesteld aan jongeren van 15 tot en met 32 jaar1).
2.2 Doelgroep
Aan de jongeren is gevraagd of zij mee zouden willen doen met een project in het kader van de maatschappelijke diensttijd (n=1887). In 2024 geeft van deze groep 14 procent te kennen mee te willen doen, ruim 2 procent doet al mee of heeft meegedaan, 27 procent ‘weet het niet’ en 57 procent zegt niet mee te willen doen aan een MDT-project (zie tabel 2.1.1).
| Aantal | Percentage | |
|---|---|---|
| Ja | 262 | 13,9 |
| Nee | 1 076 | 57,0 |
| Ik doe al mee of ik heb al meegedaan | 46 | 2,4 |
| Weet ik niet | 503 | 26,7 |
| Totaal | 1 887 | 100,0 |
Om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de groep jongeren die MDT hebben gedaan is het aantal vanuit de enquête (46) te laag.. Er kunnen ook geen vergelijkingen worden gemaakt tussen jongeren die MDT wel of niet gedaan hebben, omdat de onzekerheidsmarges dan erg groot zijn. In de rest van het rapport wordt gewerkt met gewogen resultaten, de gewogen antwoorden op dezelfde vraag staan in tabel 2.1.2.
| Aantal | Percentage | |
|---|---|---|
| Ja | 280 | 13,8 |
| Nee | 1 151 | 56,6 |
| Ik doe al mee of ik heb al meegedaan | 47 | 2,3 |
| Weet ik niet | 554 | 27,3 |
| Totaal | 2 033 | 100,0 |
Vanwege de lage celvulling is gekozen om te kijken naar de groep jongeren die al dan niet bereid zijn om met MDT mee te doen. Om de (bereidheid tot) MDT-deelname vast te stellen zijn de percentages opgeteld van de jongeren die aangaven dat ze mee willen doen, en de degenen die al mee doen of hebben meegedaan: In 2024 heeft 16 procent van de jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 32 jaar aangegeven deel te willen nemen, deel te nemen of deelgenomen te hebben aan een MDT-project. Deze groep wordt in het rapport vergeleken met de 57 procent die aangeeft niet mee te willen doen met MDT. Die groep die aangeeft het niet te weten is in de verdere analyses buiten beschouwing gelaten.
Hierbij wordt aangenomen dat de groep jongeren die mee heeft gedaan met MDT en de groep die bereid is om mee te doen aan MDT hetzelfde reageren binnen de SSW-enquête. Er zijn verkennende analyses uitgevoerd om deze hypothese te toetsen. Met deze analyses kan de hypothese niet worden verworpen. Met andere woorden, er zijn geen indicaties gevonden dat de groepen niet hetzelfde reageren. Vanwege de lage celvulling van de groep jongeren die wel een MDT traject hebben doorlopen, is de onzekerheidsmarge te groot om te kunnen zeggen dat deze groepen wel hetzelfde reageren.
In Tabel 2.1.3 is de (bereidheid tot) MDT-deelname van jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 32 jaar in 2024 uitgesplitst naar persoonskenmerken. Jongeren die bereid zijn tot deelname aan MDT waren gemiddeld 24,7 jaar oud. Dit ligt iets lager bij de groep die niet-bereid is tot deelname, maar dit verschil is niet significant. De man-vrouw verdeling is gelijk. Wat betreft actueel opleidingsniveau volgt ongeveer de helft van de jongeren een Hbo of wo opleiding in beide groepen. Ook deze verdeling verschilt niet significant tussen beide groepen. Ruim 80 procent in de bereid-tot-MDT groep is geboren in Nederland. In de andere groep ligt dat percentage hoger, daarvan is 86 procent geboren in Nederland. Dit verschil is significant.
| Bereid tot deelname MDT (n=328) | Niet bereid tot deelname MDT (n=1151) | ||
|---|---|---|---|
| Leeftijd | 15-20 jaar (%) | 20,8 | 24,7 |
| Leeftijd | 20-25 jaar (%) | 22,0 | 29,5 |
| Leeftijd | 25-33 jaar (%) | 57,2 | 45,9 |
| Leeftijd | Gemiddeld | 24,7 | 23,8 |
| Geslacht | Man (%) | 50,0 | 53,7 |
| Geslacht | Vrouw (%) | 50,0 | 46,3 |
| Actueel opleidingsniveau | Vo (%) | 29,6 (n=40) | 25,8 (n=129) |
| Actueel opleidingsniveau | Mbo (%) | 19,3 (n=26) | 24,2 (n=121) |
| Actueel opleidingsniveau | Hbo, Wo (%) | 51,1 (n=69) | 50,0 (n=250) |
| Herkomst | Geboren in Nederland (%) | 80,5* | 85,9* |
| *= p<0.05 | |||
2.3 Analyses
De groep jongeren bereid tot een MDT-traject wordt vergeleken met de referentiegroep (jongeren die niet bereid zijn) op verschillende onderwerpen binnen het gebied van sociale samenhang. Er wordt gekeken naar onderlinge verschillen in sociale participatie, maatschappelijke participatie en op het gebied van welzijn. De chi-kwadraat toets is gebruikt om de verschillen tussen groepen te toetsen.
1) MDT is voor jongeren tussen de 12 en 30 jaar. De SSW-enquête wordt afgenomen onder 15 plussers. Om zoveel mogelijk MDT-jongeren te kunnen vangen is de maximale leeftijd voor het MDT vragenblok gezet op 32 jaar. Zo kunnen respondenten die twee jaar geleden 30 waren en toen aan MDT hebben meegedaan, ook worden meegenomen.
3. Resultaten
Sociale en maatschappelijke participatie
Met sociale participatie wordt het contact met familie vrienden of buren bedoeld. Er zijn geen statistisch significante verschillen in sociale participatie tussen jongeren die bereid zijn en jongeren die niet bereid zijn tot deelname aan MDT. Vergelijkbare hoge percentages geven aan dat het merendeel minstens wekelijks sociaal contact heeft met familie, vrienden of buren (zie tabel 3.1.1)
| Minstens wekelijks sociaal contact met… | Bereid tot deelname aan MDT | Niet bereid tot deelname aan MDT |
|---|---|---|
| Familie | 79,3 | 81,4 |
| Vrienden | 91,7 | 91,5 |
| Buren | 40,3 | 42,3 |
Aan de respondenten is gevraagd hoe vaak zij contact hebben met anderen die 1) een andere herkomst hebben, 2) een ander opleidingsniveau hebben, en 3) minstens 5 jaar ouder of jonger zijn (en niet in hetzelfde huis wonen). De groepen verschillen niet in het percentage dat wekelijks contact heeft met mensen met een andere herkomst. In vergelijking met de groep die niet-bereid is tot MDT-deelname, heeft de groep die wel bereid is minder vaak wekelijks contact met mensen die een ander opleidingsniveau hebben, maar vaker wekelijks contact met anderen die minstens 5 jaar ouder of jonger zijn dan zijzelf (zie tabel 3.1.2).
| Minstens wekelijks contact met anderen die… | Bereid tot deelname aan MDT | Niet bereid tot deelname aan MDT |
|---|---|---|
| Een andere herkomst hebben | 76,7 | 74,2 |
| Een ander opleidingsniveau hebben | 87,0* | 91,4* |
| Minstens 5 jaar ouder of jonger zijn | 92,6* | 88,9* |
| * = p< 0.05 | ||
In tabel 3.1.3 is te zien dat van de groep bereid-tot-MDT-deelname een significant hoger percentage tenminste een keer vrijwilliger is geweest in het afgelopen jaar dan van de groep die niet bereid is (59 procent tegenover 43 procent). In de vraagstelling staat niet expliciet vermeld dat MDT niet moet worden meegenomen. Het zou kunnen dat respondenten die mee hebben gedaan aan MDT dit hebben meegeteld bij de vraag naar vrijwilligerswerk, en dat dit samenhangt met het verschil tussen de groepen. Met de huidige gegevens is dit helaas niet vast te stellen.
Er is geen verschil gevonden in het aandeel dat informele hulp geeft: ongeveer 1 op de 3 jongeren heeft aangegeven in de afgelopen 4 weken onbetaalde hulp te hebben geven aan anderen buiten hun eigen huishouden, zoals aan zieken, buren, familie, vrienden en bekenden.
De groep bereid-tot-MDT-deelname is ook significant vaker lid van een vereniging dan de andere groep (57 procent tegenover 44 procent).
| Bereid tot deelname aan MDT | Niet bereid tot deelname aan MDT | |
|---|---|---|
| Vrijwilligerswerk | 58,6* | 42,6* |
| Informele hulp | 33,1 | 31,6 |
| Lid van een vereniging | 57,0* | 44,4* |
| * = p< 0.05 | ||
3.2 Vertrouwen
De groep bereid tot deelname aan MDT heeft significant vaker vertrouwen in de medemens dan de groep die niet bereid is tot deelname (zie tabel 3.2.1). Bij de eerste groep heeft 76 procent vertrouwen, bij de tweede groep ligt dat percentage op 62 procent.
| Bereid tot deelname aan MDT | Niet bereid tot deelname aan MDT | |
|---|---|---|
| Vertrouwen in medemens (%) | 76,1* | 62,0* |
| * = p< 0.05 | ||
3.3 Belang maatschappelijke inzet
In de SSW-enquête zijn ook vragen gesteld over de motivatie om zich in te zetten voor de maatschappij. Er werd aan respondenten gevraagd in hoeverre ze het belangrijk of onbelangrijk vinden om zich in te zetten voor een ander en voor de samenleving. In de groep bereid tot MDT-deelname vindt 90 procent het (heel) belangrijk om zich in te zetten voor een ander (zie tabel 3.3.1). Dit percentage is hoger dan in de groep die niet bereid is tot deelname, daarvan vindt 83 procent het belangrijk. Ook voor het inzetten voor de samenleving verschilt het percentage significant: de groep bereid tot MDT-deelname vindt vaker (75 procent) dan de andere groep (57 procent) dat het (heel) belangrijk is om je in te zetten voor de samenleving.
| Bereid tot deelname aan MDT | Niet bereid tot deelname aan MDT | |
|---|---|---|
| Inzet voor een ander | 90,4* | 82,6* |
| Inzet voor de samenleving | 74,5* | 56,7* |
| * = p< 0.05 | ||
3.4 Talentontwikkeling
Er zijn in de SSW-enquête vijf stellingen gepresenteerd over talentontwikkeling (zie Bijlage 6.1). Van deze vijf vragen is één samengestelde maat gemaakt. Indien respondenten 3 of meer vragen positief beantwoordden (eens of helemaal eens) werd dat gezien als sterke talentontwikkeling. Tabel 3.4.1 laat zien dat respondenten met bereidheid tot MDT-deelname vaker een sterke talentontwikkeling hebben dan respondenten die niet bereid zijn tot MDT-deelname, maar dit verschil is niet significant.
| Bereid tot deelname aan MDT | Niet bereid tot deelname aan MDT | |
|---|---|---|
| Sterke talentontwikkeling | 63,7 | 61,1 |
4. Vergelijking met eerdere jaren
Dit is het vierde rapport van het CBS over Maatschappelijke Diensttijd. Het rapport heeft in de afgelopen jaren verschillende vormen aangenomen. De vraag ‘Zou u mee willen doen met de MDT (maatschappelijke diensttijd)?’ is in elke editie gesteld. De resultaten van de data die zijn verzameld in 2020, 2021, 2022 en 2024 zijn te lezen in tabel 4.1.1, tabel 4.1.2 en figuur 4.1.1.
In 2022 werd er door Kantar Public (nu Verian) een extra steekproef geleverd met personen waarvan al bekend was dat zij een MDT-traject hadden afgerond. Dat verklaart het hoge aantal responsen in dat jaar op de vraag ‘Ik doe al mee of ik heb al meegedaan’. Meer informatie over deze steekproef kan hier worden gevonden. In de andere jaren ligt het aantal MDT’ers een stuk lager: tussen de 30 en de 50 responsen. De cijfers inclusief de aangeleverde steekproef van Kantar Public zijn te zien in tabel 4.1.1. De cijfers exclusief de aangeleverde steekproef van Kantar Public zijn te zien in tabel 4.1.2 (gevisualiseerd in figuur 4.1.1).
| 2020 | 2020 | 2021 | 2021 | 2022 | 2022 | 2024 | 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Antwoord | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |
| Ja | 200 | 13,2 | 251 | 20,0 | 255 | 15,3 | 280 | 13,8 |
| Nee | 705 | 46,7 | 611 | 48,7 | 675 | 40,5 | 1 151 | 56,6 |
| Ik doe al mee of ik heb al meegedaan | 43 | 2,9 | 31 | 2,4 | 323 | 19,4 | 47 | 2,3 |
| Weet ik niet | 562 | 37,2 | 360 | 28,8 | 413 | 24,8 | 554 | 27,3 |
| Totaal | 1 510 | 100,0 | 1 253 | 100,0 | 1 666 | 100,0 | 2 033 | 100,0 |
| 2020 | 2020 | 2021 | 2021 | 2022 | 2022 | 2024 | 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Antwoord | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |
| Ja | 200 | 13,2 | 251 | 20,0 | 167 | 15,5 | 280 | 13,8 |
| Nee | 705 | 46,7 | 611 | 48,7 | 544 | 50,7 | 1151 | 56,6 |
| Ik doe al mee of ik heb al meegedaan | 43 | 2,9 | 31 | 2,4 | 26 | 2,4 | 47 | 2,3 |
| Weet ik niet | 562 | 37,2 | 360 | 28,8 | 337 | 31,4 | 554 | 27,3 |
| Totaal | 1 510 | 100,0 | 1 253 | 100,0 | 1074 | 100,0 | 2033 | 100,0 |
| Ja (%) | Nee (%) | Ik doe al mee of ik heb al meegedaan (%) | Weet ik niet (%) | |
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 13,2 | 46,7 | 2,9 | 37,2 |
| 2021 | 20 | 48,7 | 2,4 | 28,8 |
| 2022 | 15,5 | 50,7 | 2,4 | 31,4 |
| 2024 | 13,8 | 56,6 | 2,3 | 27,3 |
Het totaal aantal jongeren is in 2024 hoger dan in eerdere edities. Dat komt omdat in 2024 de leeftijdsgrens voor het MDT-blok in de enquête is opgehoogd naar maximaal 32 jaar. In eerdere edities werden de MDT-vragen enkel gesteld aan jongeren van maximaal 28 jaar oud.
In het rapport met data van 2022 zijn veel dezelfde uitkomstmaten gebruikt als in dit rapport (met data van 2024). In 2022 kon vanwege de grotere steekproef specifiek gekeken worden naar het verschil tussen jongeren die wél en jongeren die géén MDT-traject hebben gevolgd. In 2024 wordt, net als in 2020 en 2021, de bereidheid tot deelname aan MDT-trajecten vergeleken.5. Samenvatting en discussie
Dit rapport beschrijft verschillen in een aantal aspecten van sociale samenhang tussen jongeren die bereid zijn tot deelname aan een MDT traject of die dat al gedaan hebben, en jongeren die aangeven niet bereid te zijn mee te doen. Hiervoor is gebruik gemaakt van data uit de SSW enquête, dat jaarlijks door het CBS wordt uitgevoerd. De data voor dit rapport is in 2024 verzameld. De vragen over MDT zijn gesteld aan jongeren van 15 tot en met 32 jaar.
Jongeren die bereid zijn tot deelname aan MDT hebben vaker dan jongeren die niet bereid zijn tot deelname wekelijks contact met anderen die minstens 5 jaar ouder of jonger zijn (93 procent tegenover 89 procent). Ze hebben juist minder vaak wekelijks contact met anderen die een ander opleidingsniveau hebben (87 procent tegenover 91 procent voor de groep niet-bereid tot een MDT traject).
Jongeren die bereid zijn tot deelname aan MDT zijn vaker lid van een vereniging (57 procent) dan jongeren die niet bereid zijn tot deelname (44 procent). Ze geven ook vaker aan in het afgelopen jaar vrijwilligerswerk te hebben gedaan (59 procent tegenover 43 procent). Omdat niet expliciet is gevraagd om MDT niet mee te rekenen bij de vraag naar vrijwilligerswerk, moet deze uitkomst met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Als het aantal MDT-jongeren in de SSW-enquête toeneemt, kan eventueel gevraagd worden naar het jaartal waarin mensen het MDT traject hebben gevolgd. Het MDT traject dat niet in de afgelopen 12 maanden heeft plaatsgevonden is dan sowieso niet onderdeel geweest van het vrijwilligerswerk. De huidige celvulling is te laag waardoor deze splitsing nog niet mogelijk is.
Jongeren die bereid zijn tot deelname aan MDT hebben vaker vertrouwen in anderen dan jongeren die niet bereid zijn tot deelname (respectievelijk 76 procent en 62 procent). Deze jongeren hechten ook meer waarde aan maatschappelijke inzet: ze vinden het belangrijker dan de andere groep om zich in te zetten voor de ander (90 procent tegenover 83 procent) en voor de samenleving (75 procent tegenover 57 procent). Er zijn in deze editie geen verschillen gevonden in sociale participatie, het geven van informele hulp en talentontwikkeling tussen de groepen die wel en die niet bereid zijn mee te doen met MDT.
MDT blijft groeien: het aantal jongeren (in de leeftijd van 12 tot en met 29 jaar) dat tot en met 2024 een MDT traject heeft doorlopen ligt op 189.300 (Rijksoverheid, 2024). Statistisch gezien groeit dus ook de kans dat jongeren in de steekproef van de enquête Sociale samenhang en welzijn terechtkomen. Toch is het aantal jongeren dat een MDT traject heeft doorlopen relatief laag in de enquête Sociale samenhang en welzijn. Dit kan samenhangen met de naamsbekendheid van MDT: een aantal jongeren dat een MDT-traject heeft doorlopen kan zich niet bewust zijn dat het gedane vrijwilligerswerk onder de noemer MDT valt. In 2022 kwam dit duidelijk naar voren: in dat jaar werd de extra steekproef aangeleverd door een extern onderzoeksbureau waarvan gecontroleerd was dat deze steekproefpersonen een MDT traject hadden doorlopen. Toch werd de intro-vraag “heeft u meegedaan aan Maatschappelijke Diensttijd of zou u ooit mee willen doen?” maar door 319 van de 618 MDT’ers met “Ik doe al mee of ik heb al meegedaan” beantwoord. Hierop is de vraagstelling aangepast, met meer uitleg over MDT. Omdat er dit jaar geen informatie is geleverd door een extern bureau valt deze editie echter niet te controleren of nu meer jongeren correct aangeven dat zij een MDT-traject hebben doorlopen.
6. Bijlagen
6.1 MDT blok
TalentOntw_Group
Dan nu iets anders.
In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende stellingen?
TalentOntw_a
Ik weet wat mijn kwaliteiten zijn.
TalentOntw_b
Als dingen niet gaan zoals ik verwacht, kan ik er goed mee omgaan.
TalentOntw_c
Ik wil graag uitgedaagd worden.
TalentOntw_d
Ik heb het gevoel dat ik invloed heb op wat er in mijn leven gebeurt.
TalentOntw_e
Ik ben goed op de hoogte van mijn kansen en mogelijkheden op de arbeidsmarkt.
InzetAnder
In hoeverre vindt u het belangrijk of onbelangrijk om u in te zetten voor een ander?
- Heel belangrijk
- Belangrijk
- Niet belangrijk, niet onbelangrijk
- Niet belangrijk
- Helemaal niet belangrijk
InzetSamen
In hoeverre vindt u het belangrijk of onbelangrijk om u in te zetten voor de samenleving?
- Heel belangrijk
- Belangrijk
- Niet belangrijk, niet onbelangrijk
- Niet belangrijk
- Helemaal niet belangrijk
HulpNetwerk
Bent u door iemand geholpen bij het vinden van uw huidige werk?
>>U kunt meerdere antwoorden kiezen.<<
- Ja, iemand heeft mij de vacature doorgestuurd
- Ja, iemand heeft mij geholpen met mijn brief of cv
- Ja, iemand heeft mij aanbevolen
- Ja, iemand heeft mij geholpen door een netwerkgesprek
- Ja, iemand heeft mij met iets anders geholpen
- Nee
IntroMD_W
Er zijn verschillende manieren om u in te zetten voor de samenleving. De volgende vraag gaat over MDT, dit is de afkorting van maatschappelijke diensttijd.
MDT doet u via een organisatie. Dat kan bijvoorbeeld naast uw bijbaan, stage, school of in een tussenjaar. De meeste MDT-trajecten zijn voor jongeren tussen de 12 en 30 jaar.
Tijdens een MDT-traject ontwikkelt u uw talenten, ontmoet u nieuwe mensen en zet u zich vrijwillig in voor een ander.
IntroMD_TP
Er zijn verschillende manieren om u in te zetten voor de samenleving. De volgende vraag gaat over MDT, dit is de afkorting van maatschappelijke diensttijd.
MDT doet u via een organisatie. Dat kan bijvoorbeeld naast uw bijbaan, stage, school of in een tussenjaar. De meeste MDT-trajecten zijn voor jongeren tussen de 12 en 30 jaar.
Tijdens een MDT-traject ontwikkelt u uw talenten, ontmoet u nieuwe mensen en zet u zich vrijwillig in voor een ander.
MtMeeDoen
Zou u mee willen doen met de MDT (maatschappelijke diensttijd)?
- Ja
- Nee
- Ik doe al mee of ik heb al meegedaan
- Weet ik niet
MDTBijdrage1
Heeft uw deelname aan de maatschappelijke diensttijd invloed gehad op uw motivatie om u in te zetten voor een ander of de samenleving?
- Ja, positieve invloed
- Ja, negatieve invloed
- Nee, geen invloed
MDTBijdrage2
Heeft uw deelname aan de maatschappelijke diensttijd invloed gehad op uw opleiding en/of het vinden van een baan?
- Ja, positieve invloed
- Ja, negatieve invloed
7. Referenties
CBS StatLine (2025). Sociale contacten en maatschappelijke participatie.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2024). MDT 2023 Groeien en bewijzen.
CBS (2023). Effectevaluatie Maatschappelijke Diensttijd (MDT) 2022.