Jeugdbescherming en jeugdreclassering 2024

1. Jeugdbescherming

Op 31 december 2024 waren er meer dan 26 duizend lopende jeugdbeschermingsmaatregelen. In meer dan twee derde van de gevallen betrof het een vorm van ondertoezichtstelling (OTS). In 31 procent van alle maatregelen ging het om een vorm van een voogdijmaatregel (tabel 1.0.1).

In 2024 was er een daling te zien in het totaal aantal jeugdbeschermingsmaatregelen. Op 31 december 2024 waren er 4 procent minder maatregelen actief dan aan het begin van het jaar. 

1.0.1 Jeugdbeschermingsmaatregelen, per type maatregel, 2024*
Beginstand (1-1-2024)InstroomUitstroomEindstand (31-12-2024)1)
Totaal27 0658 8609 87526 055
Ondertoezichtstelling18 0356 6757 05517 655
Voorlopige ondertoezichtstelling2901 2801 325245
Voogdij8 5006101 1907 915
Voorlopige en tijdelijke voogdij245295300240
Bron: CBS.
1) Maatregelen met een einddatum van 31 december tellen niet mee in de eindstand.

1.1 Uitstroom OTS en instroom voogdij nemen verder af

Het aantal beëindigde jeugdbeschermingstrajecten in 2024 lag 9 procent lager dan in 2023. Het aantal gestarte trajecten nam af met bijna 2 procent (figuur 1.1.1). Bij de ondertoezichtstellingen was sprake van een lichte stijging bij de instroom en een daling bij de uitstroom ten opzichte van een jaar eerder. Tevens waren er in  2024 meer ondertoezichtstellingen beëindigd dan gestart. 

Bij de voogdijmaatregelen is in de afgelopen jaren de instroom steeds verder gedaald en bleef de uitstroom min of meer constant (figuur 1.1.1). De instroom is daardoor kleiner geworden dan de uitstroom.

1.1.1 Instroom en uitstroom jeugdbescherming
MaatregelenUitstroom (maatregelen)Instroom (maatregelen)
Totaal
2024*-98758860
2023-108409020
2022-119709140
2021-1206011305
2020-1161511950
2019-1220512980
2018-1183512160
2017-1187512250
2016-1283012320
OTS
2024*-70556675
2023-78956615
2022-89856570
2021-87408290
2020-81408755
2019-85759345
2018-84558850
2017-86258830
2016-96208480
Voogdij
2024*-1190610
2023-1235750
2022-1350930
2021-13951145
2020-14051225
2019-14101340
2018-14301345
2017-14051590
2016-14001975
¹⁾ Exclusief voorlopige ondertoezichtstellingen. ²⁾ Exclusief voorlopige voogdij en tijdelijke voogdij.

Bij de voorlopige ondertoezichtstellingen werden in 2024 iets meer maatregelen beëindigd dan gestart (figuur 1.1.2). Er werden in 2024 minder voorlopige ondertoezichtstellingen gestart en beëindigd dan in 2023. Bij de voorlopige en tijdelijke voogdijtrajecten zijn het aantal gestarte en beëindigde maatregelen in 2024 nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van het jaar ervoor. 

1.1.2 Instroom en uitstroom jeugdbescherming
MaatregelUitstroom (maatregelen)Instroom (maatregelen)
Vrl. OTS
2024*-13251280
2023-14151365
2022-13501375
2021-15901560
2020-17301665
2019-18451920
2018-16851705
2017-15451550
2016-14951560
Vrl. en tijd. voogdij
2024*-300295
2023-295295
2022-280265
2021-330305
2020-340310
2019-375375
2018-270260
2017-300280
2016-310305

1.2 Daling aantal jongeren met ondertoezichtstelling zet door

Op 31 december 2024 stonden 17 690 jongeren onder toezicht. Dit waren er minder dan op 31 december 2023, toen het ging om 18 240 jongeren (figuur 1.2.1). Nadat het aantal jongeren met ondertoezichtstelling was gestegen in de periode 2016 tot en met 2020, is er sinds 2021 sprake van een daling. In 2024 zette deze daling door. Het gaat hier uitsluitend om de reguliere ondertoezichtstellingen. De voorlopige ondertoezichtstellingen zijn buiten beschouwing gelaten.

1.2.1 Jongeren met jeugdbescherming op peildatum¹⁾²⁾
DatumVoogdij (x 1 000)Ondertoezichtstelling (x 1 000)
20055,03523,98
20065,2126,38
20075,4629,605
20085,7932,145
20096,3833,17
20106,9532,565
20117,44531,5
20127,53531,105
20138,4328,145
20148,8625,32
20159,20521,395
20169,75520,085
20179,93520,38
20189,9420,77
20199,83521,645
20209,81522,715
20219,49521,965
20229,08519,515
20238,5218,24
2024*7,9217,69
¹⁾ Personen met voogdij of ondertoezichtstelling op peildatum, exclusief voorlopige voogdij, tijdelijke voogdij en voorlopige ondertoezichtstellingen. ²⁾ Door invoering van de Jeugdwet treedt met ingang van 2015 een methodebreuk op.

1.3 Daling aantal jongeren met voogdij zet door

Op 31 december 2024 gold voor 7 920 jongeren een voogdijmaatregel. Sinds 2017 lag dit aantal redelijk constant rond de 9,9 duizend, maar sinds 2019 nam dit af (figuur 1.2.1). In 2024 zette deze daling door. Het betreft hier uitsluitend de reguliere voogdij. Voorlopige en tijdelijke voogdij zijn buiten beschouwing gelaten.

1.4 Voogdijtrajecten meestal langer dan drie jaar

Van de beëindigde reguliere voogdijmaatregelen in 2024 duurde 80 procent drie jaar of langer (figuur 1.4.1). De meeste reguliere ondertoezichtstellingen duurden één tot drie jaar. Voorlopige ondertoezichtstellingen duurden vrijwel altijd (99 procent) korter dan 3 maanden; dit is officieel ook de maximale duur van een voorlopige OTS. Daarna dient deze ofwel te worden beëindigd ofwel te worden omgezet in een reguliere OTS. Tijdelijke voogdij duurde meestal (78 procent) een jaar of langer. Dit is een maatregel die wordt toegepast als gevolg van een gezagsvacuüm, bijvoorbeeld als de ouders langdurig in het buitenland verblijven of als zij zijn overleden. 

1.4.1 Duur van beëindigde jeugdbeschermingsmaatregelen in 2024*
 0 tot 3 maanden (%)3 tot 6 maanden (%)6 tot 12 maanden (%)12 tot 36 maanden (%)36 maanden of langer (%)
Totaal14,94,115,535,130,5
OTS0,93,919,946,528,7
Vrl. OTS98,61,4
Voogdij0,51,73,513,680,7
Vrl. voogdij34,43427,34,3
Tijd. voogdij22,22552,8

De gemiddelde duur van de in 2024 beëindigde reguliere voogdijmaatregelen was met 2 542 dagen een stuk langer dan die van de reguliere ondertoezichtstellingen (939 dagen) en is de afgelopen jaren gestegen. Sinds 2021 nam ook de gemiddelde duur van de reguliere ondertoezichtstellingen toe, na een jarenlange daling (figuur 1.4.2). De gemiddelde duur van de beëindigde tijdelijke voogdijtrajecten nam in 2024 ten opzichte van 2023 ook toe. 

1.4.2 Gemiddelde duur beëindigde maatregelen¹⁾
Maatregel2024* (dagen)2023 (dagen)2022 (dagen)2021 (dagen)2020 (dagen)2019 (dagen)2018 (dagen)2017 (dagen)2016 (dagen)
Totaal10009639469018598678779341026
OTS9399158828468308678889651085
Vrl. OTS767876757371737374
Voogdij254224392362229821312061187318331823
Vrl. voogdij165143152153145141174147129
Tijd. voogdij170915991753198115761850150815971160
¹⁾ Jeugdbeschermingsmaatregelen beëindigd in de verslagperiode.

1.5 Meeste ondertoezichtstellingen beëindigd volgens plan

In 2024 werden er 9 875 jeugdbeschermingsmaatregelen beëindigd, waarvan 8 380 (voorlopige) ondertoezichtstellingen en 1 490 (voorlopige en tijdelijke) voogdijmaatregelen (zie figuur 1.1.1 en 1.1.2). De meeste ondertoezichtstellingen werden in 2024 beëindigd volgens plan, net zoals in voorgaande jaren. Sinds 2022 is sprake van een toename van het aantal voorlopige ondertoezichtstellingen (VOTS) dat overging in een reguliere ondertoezichtstelling. Na een daling nam het aantal ondertoezichtstellingen dat werd beëindigd vanwege het bereiken van de meerderjarigheid in 2024 toe ten opzichte van 2023 (figuur 1.5.1). 

1.5.1 Reden beëindiging ondertoezichtstelling¹⁾²⁾
Reden beëindiging OTS2024* (%)2023 (%)2022 (%)2021 (%)2020 (%)2019 (%)2018 (%)2017 (%)2016 (%)
Beëindiging volgens plan66,866,965,761,257,6
VOTS naar OTS13,512,911,113,315
Bereiken meerderjarigheid11,49,911,312,413,6
Gezagsbeëindigende maatregel566,58,79,85,97,710,514,1
Tussentijdse opheffing3,34,45,34,43,72,62,93,12,9
Niet verlengd0,4
Overlijden jeugdige
¹⁾ Ondertoezichtstellingen en voorlopige ondertoezichtstellingen, beëindigd in de verslagperiode. ²⁾ Voor de redenen 'bereiken meerderjarigheid', 'beëindiging volgens plan', 'VOTS naar OTS' en 'niet verlengd' zijn er over de jaren 2016 t/m 2019 geen betrouwbare cijfers.

Het bereiken van de meerderjarigheid bleef in 2024, net als in eerdere jaren, de meest voorkomende reden om voogdij te beëindigen (figuur 1.5.2). Het aantal voogdijmaatregelen dat beëindigd werd door het herstellen van gezag nam iets af in 2024. Het aantal voogdijtrajecten dat werd beëindigd omdat de voogdij naar de pleegouder ging is licht toegenomen in 2024.

1.5.2 Reden beëindiging voogdij¹⁾
 2024* (%)2023 (%)2022 (%)2021 (%)2020 (%)2019 (%)2018 (%)2017 (%)2016 (%)
Bereiken meerderjarigheid72,470,969,371,669,658,870,872,971,2
Herstel gezag2021,6222019,223,214,211,211,5
Voogdij naar pleegouder6,76,47,87,210,617,414,515,917,4
Voogdij naar contactpersoon0,910,81,10,60,60,6
Overlijden jeugdige
¹⁾ Voogdij, tijdelijke voogdij en voorlopige voogdij, beëindigd in de verslagperiode.

1.6 Daling aantal jongeren met een machtiging uithuisplaatsing zet door

Met ingang van 2022 ontvangt het CBS van de Gecertificeerde Instellingen (GI’s) ook informatie over de Machtigingen Uithuisplaatsing (MUHP) die door de rechter zijn opgelegd. Een MUHP is geen op zichzelf staande maatregel maar gaat altijd samen met een ondertoezichtstelling. Als een kind onder toezicht wordt gesteld, dan blijft het kind meestal thuis wonen. Maar soms zijn de zorgen over het kind zo ernstig dat het beter is als het kind ergens anders gaat wonen en wordt er ook een MUHP opgelegd. Ook als ouders het zelf van belang vinden en het ermee eens zijn dat het kind ergens anders gaat wonen, is er een MUHP nodig. Bij een voogdijmaatregel gaat het kind altijd ergens anders wonen en legt de rechter geen afzonderlijke MUHP op. 

In 2024 waren  er 8 975 jongeren over wie de rechter een MUHP heeft uitgesproken (tabel 1.6.1). Bij 1 490 van hen ging het bij de start van de MUHP om een voorlopige OTS en dus om een spoedmachtiging uithuisplaatsing. Van een klein deel van de jongeren met een MUHP kon om diverse redenen geen informatie over de bijbehorende jeugdbeschermingsmaatregel gevonden worden. Voor 3 760 jongeren werd in 2024 een nieuwe MUHP uitgesproken, zij hadden nog geen MUHP op 1 januari 2024. Van 4 165 jongeren liep de opgelegde MUHP af, op 31 december 2024 liep er bij hen geen MUHP meer.

Niet alle door de rechter opgelegde machtigingen worden in de praktijk ook ten uitvoer gebracht. Een MUHP vervalt als deze niet binnen 3 maanden ten uitvoer wordt gebracht. Het is niet bekend hoeveel machtigingen niet ten uitvoer worden gebracht. In figuur 1.8.1 van deze rapportage is wel te zien dat in 2024 35 procent van de jongeren met een (voorlopige) ondertoezichtstelling ook jeugdhulp met verblijf ontvingen. De verwachting is dat bij deze jongeren een MUHP is opgelegd die vervolgens ook in de praktijk is uitgevoerd. Maar het is niet uit te sluiten dat bij méér jongeren een opgelegde MUHP ook daadwerkelijk is uitgevoerd. Jongeren met een MUHP die zonder tussenkomst van een jeugdhulpinstelling of pleegzorgaanbieder op informele basis in het eigen netwerk worden opgevangen, bijvoorbeeld bij opa en oma, blijven namelijk buiten beeld. 

1.6.1 Aantal jongeren met een door de rechter opgelegde machtiging uithuisplaatsing1)2)
2024*20232022
Totaal 8 975 9 440 9 980
Waarvan in combinatie met reguliere OTS 7 385 7 510 7 910
   Waarvan in combinatie met jeugdhulp met verblijf 6 100 6 445 6 785
   Waarvan zonder jeugdhulp met verblijf tijdens MUHP 1 285 1 065 1 120
Waarvan in combinatie met voorlopige OTS 1 490 1 850 1 975
   Waarvan in combinatie met jeugdhulp met verblijf 1 110 1 470 1 620
   Waarvan zonder jeugdhulp met verblijf tijdens MUHP380380355
Totaal 3 760 3 920 3 920
Waarvan in combinatie met reguliere OTS 2 840 2 860 2 860
   Waarvan in combinatie met jeugdhulp met verblijf 2 095 2 340 2 310
   Waarvan zonder jeugdhulp met verblijf tijdens MUHP745520550
Waarvan in combinatie met voorlopige OTS870 1 025 1 010
   Waarvan in combinatie met jeugdhulp met verblijf595770770
   Waarvan zonder jeugdhulp met verblijf tijdens MUHP275255240
Totaal 4 165 4 350 4 580
Waarvan in combinatie met reguliere OTS 2 930 3 090 3 380
   Waarvan in combinatie met jeugdhulp met verblijf 2 365 2 525 2 760
   Waarvan zonder jeugdhulp met verblijf tijdens MUHP565565620
Waarvan in combinatie met voorlopige OTS 1 200 1 230 1 145
   Waarvan in combinatie met jeugdhulp met verblijf885960915
   Waarvan zonder jeugdhulp met verblijf tijdens MUHP315270230
Bron: CBS.
1) Dit betreft alle machtigingen uithuisplaatsingen die op enig moment in de verslagperiode liepen, ongeacht of ze vóór of in die periode gestart zijn en ongeacht of ze in of ná die periode beëindigd zijn.
2) In het geval een jongere in een periode meerdere machtigingen uithuisplaatsingen had met verschillende typen jeugdbescherming, is de jongere meegeteld bij de MUHP’s in combinatie met een voorlopige OTS; als er zowel periodes met als periodes zonder jeugdhulp met verblijf waren, is de jongere meegeteld in de groep met jeugdhulp met verblijf.

1.7 Samenloop jeugdbescherming met jeugdreclassering neemt iets toe

Van alle 0- tot en met 17-jarigen die in 2024 jeugdbescherming ontvingen, had 3,2 procent in hetzelfde jaar ook een lopende jeugdreclasseringsmaatregel  (figuur 1.7.1). Na een daling van 4,0 procent in 2016 naar 2,5 procent in 2021, is er sinds 2022 sprake van een lichte stijging. Deze ontwikkeling is terug te zien bij zowel de jongeren met ondertoezichtstelling en jeugdreclassering, als de jongeren met voogdij en jeugdreclassering. 

Het gaat in deze cijfers om alle jongeren die in een jaar op enig moment jeugdbescherming ontvingen. Van hen is bepaald voor welk percentage ook een jeugdreclasseringsmaatregel gold in dat jaar. 

1.7.1 Samenloop jeugdreclassering naar type jeugdbescherming¹⁾
Samenloop2024* (%)2023 (%)2022 (%)2021 (%)2020 (%)2019 (%)2018 (%)2017 (%)2016 (%)
Jeugdbescherming en jeugdreclassering
% van totaal aantal jongeren met jeugdbescherming3,22,92,72,52,93,33,53,74
Ondertoezichtstelling en jeugdreclassering²⁾
% van totaal aantal jongeren met ondertoezichtstelling3,63,33,22,93,43,84,14,44,7
Voogdij en jeugdreclassering³⁾
% van totaal aantal jongeren met voogdij21,71,41,31,41,71,71,61,6
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel. ²⁾ Inclusief voorlopige ondertoezichtstellingen. ³⁾ Inclusief tijdelijke voogdij en voorlopige voogdij.

1.8 De meeste jongeren met jeugdbescherming krijgen ook jeugdhulp

In 2024 ontving 81 procent van de jongeren met een ondertoezichtstelling ook jeugdhulp (figuur 1.8.1). Het aandeel jongeren met een ondertoezichtstelling met daarnaast jeugdhulp (JH) zonder verblijf is ten opzichte van 2023 gelijk gebleven; 71 procent. Het aandeel jongeren dat naast een ondertoezichtstelling ook jeugdhulp met verblijf ontvangt is licht gestegen ten opzichte van 2023. In deze gevallen krijgen jongeren een ondertoezichtstelling en ontvangen zij jeugdhulp die mede inhoudt dat zij (deels) niet thuis verblijven.

1.8.1 Samenloop ondertoezichtstelling met jeugdhulp¹⁾
Samenloop2024* (%)2023 (%)2022 (%)2021 (%)2020 (%)2019 (%)2018 (%)2017 (%)2016 (%)
OTS en Jeugdhulp818180797676767674
OTS en JH zonder verblijf717169686463626156
w.v.
Wijkteam1010910121214149
Ambulant474645443839394036
Daghulp888776555
Netwerk jongere384039373231292525
OTS en JH met verblijf353433343334363840
w.v.
Pleegzorg161616181819192123
Gezinsgericht766644544
Gesloten plaatsing223334444
Overig²⁾161514141313141615
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar met een ondertoezichtstelling én jeugdhulp, als percentage van het totaal aantal jongeren met een ondertoezichtstelling. Jongeren met meerdere jeugdhulpvormen komen meerdere malen in de figuur voor. ²⁾ Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing.

Van alle jongeren die een voogdijmaatregel hadden in 2024, ontving 93 procent daarnaast ook jeugdhulp (figuur 1.8.2). Het aandeel jongeren dat naast voogdij ook jeugdhulp zonder verblijf kreeg, steeg de afgelopen jaren van 40 procent in 2016 naar 54 procent in 2024. In 2024 ontving 88 procent van de jongeren met voogdij daarbij ook jeugdhulp met verblijf. Dat percentage is vanaf 2021 gelijk gebleven. Uit het feit dat niet álle jongeren met voogdij ook jeugdhulp met verblijf krijgen, kan afgeleid worden dat er ook jongeren met voogdij zijn die, zonder tussenkomst van een jeugdhulpinstelling of pleegzorgaanbieder, op informele basis in het eigen netwerk worden opgevangen, bijvoorbeeld bij grootouders.

1.8.2 Samenloop voogdij met jeugdhulp¹⁾
Samenloop2024* (%)2023 (%)2022 (%)2021 (%)2020 (%)2019 (%)2018 (%)2017 (%)2016 (%)
Voogdij en Jeugdhulp939494949191919390
Voogdij en JH zonder verblijf545351504645444440
w.v.
Wijkteam444566673
Ambulant404039373434343532
Daghulp887765443
Netwerk jongere1918171613121099
Voogdij en JH met verblijf888888888386868786
w.v.
Pleegzorg606163666466656969
Gezinsgericht181716151011121110
Gesloten plaatsing222223233
Overig²⁾222221201818181917
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar met voogdij én jeugdhulp, als percentage van het totaal aantal jongeren met voogdij. Jongeren met meerdere jeugdhulpvormen komen meerdere malen in de figuur voor. ²⁾ Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing.

1.9 Aantal jongeren met jeugdbescherming neemt verder af

Bijna 0,8 procent van alle jongeren tot 18 jaar ontving op 31 december 2024 jeugdbescherming: in totaal ontvingen 13 450 jongens en 12 640 meiden (beiden groepen bijna 0,8 procent) jeugdbescherming (tabel 1.9.1). Op 31 december 2024 waren er 12 365 jongeren met jeugdbescherming van 12 tot 18 jaar oud. Dit komt neer op bijna 1,1 procent van alle jongeren in deze leeftijd (tabel 1.9.1). Van alle 8- tot 12-jarigen in Nederland ontving 0,9 procent (6 740 jongeren) jeugdbescherming. Ongeveer 0,7 procent (4 705 kinderen) van de kinderen tussen 4 en 8 jaar kreeg jeugdbescherming. De groep 0- tot 4-jarigen met jeugdbescherming had met 2 280 kinderen het kleinste aandeel; dit is ongeveer 0,3 procent in deze leeftijdsgroep. 

1.9.1 Jeugdbescherming naar demografische kenmerken van de
jongere, peildatum 31 december 2024*1)
Totaal aantal jongeren2)Totaal aantal jongeren met jeugdbeschermingOndertoezicht-
stelling
Voorlopige ondertoezicht-
stelling
VoogdijVoorlopige en tijdelijke voogdij
Totaal3 303 345 26 090 17 690245 7 920240
Geslacht: Jongens1 693 720 13 450 9 205120 4 020115
Geslacht: Meiden1 609 625 12 640 8 485130 3 905125
Leeftijd: 0 tot 4 jaar 689 015 2 280 1 8456532050
Leeftijd: 4 tot 8 jaar 707 890 4 705 3 61540 1 02030
Leeftijd: 8 tot 12 jaar 734 400 6 740 4 75040 1 90550
Leeftijd: 12 tot 18 jaar1 172 04012 335 7 480100 4 675110
Bron: CBS.
1) Personen van 0 tot en met 17 jaar.
2) De peildatum voor alle jongeren in Nederland is 1 januari 2024 en komt dus niet overeen met de peildatum voor jongeren met jeugdbescherming (31 december 2024).

Onder de jongeren met een ondertoezichtstelling is de groep jongeren van 8 tot 12 jaar oud gestegen van 24 procent in 2016 naar bijna 27 procent in 2024. Het aandeel jongeren van 0 tot 4 jaar nam ten opzichte van 2016 af (figuur 1.9.2). Bij de voogdijmaatregelen was sprake van een stijging van het aandeel jongeren in de oudste leeftijdsgroep, van 53 procent in 2016 naar 59 procent in 2024.

1.9.2 Jongeren naar leeftijd¹⁾
Jaar0 tot 4 jaar (%)4 tot 8 jaar (%)8 tot 12 jaar (%)12 tot 18 jaar (%)
Nederland
2024*20,921,422,235,5
202321,021,422,335,4
202220,921,422,435,2
202120,621,422,635,4
202020,621,322,735,4
201920,521,422,535,7
201820,521,422,235,9
201720,421,622,136,0
201620,421,722,135,9
OTS
2024*10,420,426,942,3
20239,021,027,642,5
202210,320,427,941,4
202110,721,227,240,8
202011,620,827,040,6
201911,821,426,340,4
201812,520,725,841,1
201712,520,325,142,1
201612,820,224,342,7
Vrl. OTS
2024*26,716,615,441,3
202311,918,020,749,5
202226,024,013,836,2
202125,517,117,140,2
202024,716,819,039,5
201928,419,315,736,6
201821,117,415,146,3
201719,818,619,542,1
201628,417,618,835,2
Voogdij
2024*4,012,924,159,0
20233,614,024,857,6
20225,014,724,256,1
20215,715,024,355,1
20205,415,025,154,6
20195,514,725,454,4
20185,614,825,254,4
20175,715,125,054,2
20166,015,425,653,1
Vrl. en tijd. voogdij
2024*21,212,519,946,5
202310,514,523,851,2
202223,212,617,946,3
202119,710,218,951,1
202023,414,117,145,4
201921,714,316,048,0
201824,612,014,748,7
201729,918,814,636,8
201637,59,611,041,9
¹⁾ Voor het totaal aantal jongeren in Nederland is gekeken naar peildatum 1 januari en voor de jongeren met jeugdbescherming naar peildatum 31 december. ²⁾ De cijfers over de jaren 2016 t/m 2022 zijn vanwege herstel van een fout bij het berekenen van de aandelen per leeftijdsgroep licht gewijzigd ten opzichte van eerdere edities van deze rapportage.

1.10 Jeugdbescherming hangt samen met kenmerken van ouders en huishouden

Uit CBS-onderzoek1) is gebleken dat bepaalde achtergrondkenmerken van de ouders en het huishouden van de jongere in meer of mindere mate samenhang vertonen met het krijgen van jeugdbescherming. Dat wil niet zeggen dat jeugdbescherming het gevolg is van deze kenmerken of een combinatie ervan. Van een aantal achtergrondkenmerken is in deze paragraaf weergegeven hoe de situatie van jongeren met jeugdbescherming afwijkt van de jongeren zonder jeugdbescherming in 2024. 

De inzet van jeugdbescherming hangt samen met huishoudkenmerken2) van de jongere (figuur 1.10.1). Bij 77 procent van de Nederlandse jongeren woonden beide juridische ouders in hetzelfde huishouden. Voor jongeren met jeugdbescherming was dit bijna 12 procent. Een tegengesteld patroon is te zien voor kinderen uit huishoudens waar ook gebruik wordt gemaakt van ondersteuning op grond van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) of waarin zorgkosten zijn gemaakt voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) dan wel GGZ-medicatie is voorgeschreven. Vijf procent van alle kinderen in Nederland had te maken met WMO-gebruik in het huishouden, en 25 procent met GGZ-zorg en/of medicatie. Bij jongeren met jeugdbescherming was dit respectievelijk 34 en 52 procent. Tot slot werd bij bijna 5 procent van alle jongeren in Nederland iemand in het huishouden als verdachte van een misdrijf aangemerkt. Bij jongeren met jeugdbescherming was dit 29 procent (figuur 1.10.1).

1.10.1 Jongeren met jeugdbescherming in 2024* naar huishoudkenmerken¹⁾
JaarJa (%)Nee (%)
Ouders op hetzelfde adres
Nederland2558427744918
Totaal jeugdbescherming385529230
Ondertoezichtstelling²⁾304021268
Voogdij³⁾8157962
WMO in huishouden
Nederland1714123127880
Totaal jeugdbescherming1105321347
Ondertoezichtstelling²⁾761516598
Voogdij³⁾34384749
GGZ in huishouden
Nederland8332542466038
Totaal jeugdbescherming1692715473
Ondertoezichtstelling²⁾1266711546
Voogdij³⁾42603927
Verdachte in huishouden
Nederland1579823141310
Totaal jeugdbescherming951822882
Ondertoezichtstelling²⁾660117612
Voogdij³⁾29175270
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar. ²⁾ Inclusief voorlopige ondertoezichtstellingen. ³⁾ Inclusief voorlopige voogdij en tijdelijke voogdij.

Ook het huishoudinkomen3) hangt samen met de inzet van jeugdbescherming (figuur 1.10.2). In Nederland woonden in 2024 496 duizend jongeren tot en met 17 jaar in een huishouden met een inkomen dat tot de laagste 20 procent behoort. Van hen ontving 3,4 procent jeugdbescherming. Het aandeel jongeren met jeugdbescherming daalt naarmate het huishoudinkomen hoger is. In de 20 procent rijkste huishoudens ontving 0,1 procent jeugdbescherming. 

1.10.2 Jongeren met jeugdbescherming in 2024* naar huishoudinkomen¹⁾
JaarJongeren met jeugdbescherming (%)
Totaal jeugdbescherming
Totaal1
Laagste kwintiel3,4
2e kwintiel1,5
3e kwintiel0,5
4e kwintiel0,2
Hoogste kwintiel0,1
Ondertoezichtstelling²⁾
Totaal0,7
Laagste kwintiel2,5
2e kwintiel1,1
3e kwintiel0,4
4e kwintiel0,2
Hoogste kwintiel0,1
Voogdij³⁾
Totaal0,3
Laagste kwintiel0,9
2e kwintiel0,4
3e kwintiel0,1
4e kwintiel0
Hoogste kwintiel0
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar. ²⁾ Inclusief voorlopige ondertoezichtstellingen. ³⁾ Inclusief tijdelijke voogdij en voorlopige voogdij.

Daarnaast vertoont de herkomst van de jongeren samenhang met de inzet van jeugdbescherming (figuur 1.10.3). Van zowel jongeren die in Nederland zijn geboren als jongeren die niet in Nederland zijn geboren, heeft 1 procent jeugdbescherming. Bij jongeren met een herkomst uit Turkije en Indonesië is minder vaak sprake van jeugdbescherming dan het landelijke gemiddelde, ongeacht of ze geboren zijn Nederland. Bij jongeren met een herkomst uit Suriname en het Nederlands-Caribisch gebied is relatief vaker sprake van jeugdbescherming, ongeacht of ze geboren zijn in Nederland. Jongeren met een ouder uit Marokko die zelf geboren zijn in Nederland hebben minder vaak jeugdbescherming dan jongeren die in Marokko geboren zijn (0,7 versus 1,7 procent).

1.10.3. Jongeren met jeugdbescherming in 2024* naar herkomst¹⁾
 Jongeren met jeugdbescherming (%)
Totaal geboren in Nederland1
Nederland0,9
Europa (exclusief Nederland)1,2
Turkije0,6
Marokko0,7
Suriname2
Nederlands-Caribisch gebied3
Indonesië0,8
Overig Afrika, Azië, Amerika en Oceanië1,2
Totaal niet geboren in Nederland1
Europa (exclusief Nederland)1
Turkije0,5
Marokko1,7
Suriname1,8
Nederlands-Caribisch gebied2,7
Indonesië0,6
Overig Afrika, Azië, Amerika en Oceanië0,9
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar.

1.11 Jeugdbescherming vooral in Limburg, Friesland en Twente

Op 31 december 2024 waren de vijf jeugdregio’s met het hoogste aandeel jeugdbescherming Midden-Limburg Oost, Friesland (Fryslân), Twente, Zeeland en Zuid-Limburg. De regio’s met het laagste aandeel waren Haarlemmermeer, Zuid Kennemerland, Amsterdam-Amstelland, Food Valley en Gooi en Vechtstreek (figuur 1.11.1 en tabel 1.11.2).

1.11.1 Jeugdbescherming bij 0 t/m 17-jarigen naar jeugdregio, 31 december 2024*¹⁾
Jeugdzorgregios_naamaandeelJB (%)
Groningen1,08
Friesland(Frysl�n)1,14
KopvanNoord-Holland1,07
Drenthe0,81
WestFriesland0,81
Alkmaar(Noord-Kennemerland)0,86
IJsselland0,93
Flevoland0,92
Zaanstreek-Waterland0,62
IJmond(MiddenKennemerland)0,87
ZuidKennemerland0,48
Noord-Veluwe0,77
Amsterdam-Amstelland0,5
Twente1,14
Haarlemmermeer0,37
GooienVechtstreek0,56
MiddenIJssel/OostVeluwe0,87
HollandRijnland0,61
UtrechtWest0,57
Eemland0,64
FoodValley0,53
UtrechtStad0,64
ZuidoostUtrecht0,62
Haaglanden0,64
Achterhoek0,86
Lekstroom0,72
MiddenHolland0,82
CentraalGelderland0,84
Rijnmond0,85
Rivierenland0,66
Zuid-HollandZuid0,74
RijkvanNijmegen0,77
NoordoostBrabant0,76
WestBrabantOost0,61
Midden-Brabant(HartvanBrabant)0,76
WestBrabantWest0,82
Noord-Limburg0,96
Zeeland1,12
Zuidoost-Brabant0,66
Zuid-Limburg1,12
Midden-LimburgOost1,16
Midden-LimburgWest1,07
¹⁾ De peildatum van het totale aantal jongeren is 1 januari 2024 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal jongeren met jeugdbescherming (31 december 2024).

1.11.2 Jeugdregio's met de hoogste en laagste aandelen jongeren met jeugdbescherming, peildatum 31 december 2024*1) ( % van het totale aantal personen van 0 tot en met 17 jaar2))
Hoogste aandelenMidden-Limburg Oost1,16
Hoogste aandelenFriesland (Fryslân)1,14
Hoogste aandelenTwente1,14
Hoogste aandelenZeeland1,12
Hoogste aandelenZuid-Limburg1,12
Laagste aandelenHaarlemmermeer0,37
Laagste aandelenZuid-Kennemerland0,48
Laagste aandelenAmsterdam-Amstelland0,50
Laagste aandelenFood Valley0,53
Laagste aandelenGooi en Vechtstreek0,56
Bron: CBS.
1) Personen van 0 tot en met 17 jaar met jeugdbescherming.
2) De peildatum van het totale aantal jongeren is 1 januari 2024 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal jongeren met jeugdbescherming (31 december 2024).

De gemeenten met relatief gezien de meeste jongeren met jeugdbescherming op 31 december 2024 waren Pekela, Doesburg, Heerlen en Hulst (figuur 1.11.3)4)

1.11.3 Jeugdbescherming bij 0 t/m 17-jarigen naar gemeente, 31 december 2024*¹⁾
Gemeente_naamJeugdbescherming (%)
Groningen1,03
Almere0,86
Stadskanaal1,34
Veendam1,63
Zeewolde1,15
Achtkarspelen0,87
Ameland0,15
Harlingen0,89
Heerenveen0,9
Leeuwarden1,41
Ooststellingwerf1,6
Opsterland0,67
Schiermonnikoog0
Smallingerland1,69
Terschelling0,28
Vlieland0
Weststellingwerf1,06
Assen0,69
Coevorden0,81
Emmen1,21
Hoogeveen0,75
Meppel0,89
Almelo1,77
Borne0,59
Dalfsen0,62
Deventer1,28
Enschede1,64
Haaksbergen0,65
Hardenberg0,83
Hellendoorn0,41
Hengelo(O.)1,41
Kampen0,79
Losser0,92
Noordoostpolder0,6
Oldenzaal0,96
Ommen0,54
Raalte0,91
Staphorst0,49
Tubbergen0,69
Urk0,41
Wierden0,43
Zwolle1,07
Aalten0,34
Apeldoorn0,98
Arnhem1
Barneveld0,47
Beuningen0,45
Brummen1,04
Buren0,87
Culemborg0,43
Doesburg1,97
Doetinchem1,03
Druten0,45
Duiven0,74
Ede0,46
Elburg0,62
Epe0,64
Ermelo1,06
Harderwijk0,85
Hattem0,45
Heerde0,57
Heumen0,17
Lochem0,45
Maasdriel0,8
Nijkerk0,37
Nijmegen0,9
Oldebroek0,51
Putten0,68
Renkum1,05
Rheden0,97
Rozendaal0
Scherpenzeel0,13
Tiel1,2
Voorst0,8
Wageningen0,34
Westervoort0,65
Winterswijk0,72
Wijchen0,75
Zaltbommel0,43
Zevenaar1,02
Zutphen1,15
Nunspeet0,53
Dronten1,02
Amersfoort0,63
Baarn0,74
DeBilt0,66
Bunnik0,41
Bunschoten1,16
Eemnes0,62
Houten0,58
Leusden0,38
Lopik0,72
Montfoort0,39
Renswoude0,77
Rhenen0,65
Soest0,51
Utrecht0,64
Veenendaal0,81
Woudenberg0,7
WijkbijDuurstede0,61
IJsselstein0,73
Zeist0,64
Nieuwegein0,94
Aalsmeer0,3
Alkmaar1,12
Amstelveen0,32
Amsterdam0,55
Bergen(NH.)0,49
Beverwijk0,93
Blaricum0,1
Bloemendaal0,31
Castricum0,42
Diemen0,36
Edam-Volendam0,46
Enkhuizen0,63
Haarlem0,52
Haarlemmermeer0,37
Heemskerk0,74
Heemstede0,27
Heiloo0,21
DenHelder1,65
Hilversum0,66
Hoorn0,84
Huizen0,62
Landsmeer0,54
Laren(NH.)0,14
Medemblik1,19
Oostzaan0,22
Opmeer0,54
Ouder-Amstel0,21
Purmerend0,63
Schagen0,71
Texel0,75
Uitgeest0,47
Uithoorn0,43
Velsen0,91
Zandvoort0,78
Zaanstad0,75
Alblasserdam0,8
AlphenaandenRijn0,58
Barendrecht0,44
Drechterland0,57
CapelleaandenIJssel0,73
Delft0,9
Dordrecht0,99
Gorinchem0,82
Gouda1,22
's-Gravenhage0,72
Hardinxveld-Giessendam0,69
Hendrik-Ido-Ambacht0,41
StedeBroec0,99
Hillegom0,65
Katwijk0,61
KrimpenaandenIJssel0,61
Leiden0,8
Leiderdorp0,34
Lisse0,77
Maassluis0,56
Nieuwkoop0,71
Noordwijk0,54
Oegstgeest0,51
Oudewater0,15
Papendrecht0,91
Ridderkerk0,72
Rotterdam1,04
Rijswijk(ZH.)0,68
Schiedam0,81
Sliedrecht0,8
Albrandswaard0,29
Vlaardingen0,99
Voorschoten0,45
Waddinxveen0,77
Wassenaar0,34
Woerden0,64
Zoetermeer0,73
Zoeterwoude0,39
Zwijndrecht1,08
Borsele0,96
Goes1,15
WestMaasenWaal0,45
Hulst1,81
Kapelle1,1
Middelburg(Z.)1,09
Reimerswaal0,54
Terneuzen1,55
Tholen1,12
Veere0,62
Vlissingen1,37
DeRondeVenen0,75
Tytsjerksteradiel0,66
Asten0,52
Baarle-Nassau0,78
BergenopZoom0,68
Best0,24
Boekel0,45
Boxtel0,66
Breda0,6
Deurne0,33
Pekela2,06
Dongen0,27
Eersel0,4
Eindhoven0,92
Etten-Leur0,48
Geertruidenberg0,7
GilzeenRijen0,68
Goirle0,71
Helmond0,86
's-Hertogenbosch0,83
Heusden0,63
Hilvarenbeek0,35
LoonopZand0,52
Nuenen,GerwenenNederwetten0,24
Oirschot0,34
Oisterwijk0,52
Oosterhout0,79
Oss0,9
Rucphen1,32
Sint-Michielsgestel0,52
Someren0,22
SonenBreugel0,5
Steenbergen0,85
Waterland0,21
Tilburg1,01
Valkenswaard0,91
Veldhoven0,51
Vught0,42
Waalre0,25
Waalwijk0,61
Woensdrecht0,61
Zundert0,59
Wormerland0,41
Landgraaf1,22
Beek(L.)0,56
Beesel1,44
Bergen(L.)0,68
Brunssum1,01
Gennep0,58
Heerlen1,9
Kerkrade1,77
Maastricht1,16
Meerssen0,21
MookenMiddelaar0,57
Nederweert1,04
Roermond1,23
Simpelveld1,4
Stein(L.)0,33
Vaals1,29
Venlo1,31
Venray0,8
Voerendaal0,33
Weert1,11
ValkenburgaandeGeul0,77
Lelystad1,46
HorstaandeMaas0,65
OudeIJsselstreek1,25
Teylingen0,63
UtrechtseHeuvelrug0,61
OostGelre0,87
Koggenland0,29
Lansingerland0,22
Leudal1,03
Maasgouw0,92
Gemert-Bakel0,52
Halderberge0,77
Heeze-Leende0,24
Laarbeek0,55
Reusel-DeMierden0,71
Roerdalen1,13
Roosendaal1,1
Schouwen-Duiveland0,77
AaenHunze0,6
Borger-Odoorn0,8
DeWolden0,77
Noord-Beveland1,09
Wijdemeren0,44
Noordenveld0,62
Twenterand1,44
Westerveld0,66
Lingewaard0,52
Cranendonck0,83
Steenwijkerland0,91
Moerdijk0,91
Echt-Susteren1,23
Sluis1,06
Drimmelen0,46
Bernheze0,58
Alphen-Chaam0,49
Bergeijk0,45
Bladel0,47
Gulpen-Wittem0,71
Tynaarlo0,37
Midden-Drenthe0,85
Overbetuwe0,52
HofvanTwente0,65
Neder-Betuwe0,67
Rijssen-Holten0,55
Geldrop-Mierlo0,85
Olst-Wijhe0,59
Dinkelland0,62
Westland0,31
Midden-Delfland0,56
Berkelland0,76
Bronckhorst0,86
Sittard-Geleen1,08
KaagenBraassem0,61
Dantumadiel1,05
Zuidplas0,41
PeelenMaas0,72
Oldambt1,59
Zwartewaterland0,8
S�dwest-Frysl�n1,16
Bodegraven-Reeuwijk0,49
Eijsden-Margraten0,48
StichtseVecht0,48
HollandsKroon0,86
Leidschendam-Voorburg0,6
Goeree-Overflakkee0,51
Pijnacker-Nootdorp0,18
Nissewaard1,11
Krimpenerwaard0,94
DeFryskeMarren0,85
GooiseMeren0,6
BergenDal0,91
Meierijstad0,66
Waadhoeke1,29
Westerwolde0,98
Midden-Groningen1,22
Beekdaelen0,57
Montferland0,79
Altena0,49
WestBetuwe0,44
Vijfheerenlanden0,64
HoekscheWaard0,47
HetHogeland0,79
Westerkwartier0,49
Noardeast-Frysl�n1,03
Molenlanden0,42
Eemsdelta1,24
DijkenWaard1,02
LandvanCuijk0,86
Maashorst0,94
VoorneaanZee0,69
¹⁾ De peildatum van het totale aantal jongeren is 1 januari 2024 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal jongeren met jeugdbescherming (31 december 2024).

1) Zie: Achtergrondkenmerken van jongeren met jeugdzorg | CBS.
2) Voor alle huishoudkenmerken is de meest recent beschikbare informatie gebruikt. Voor ouders in het hetzelfde huishouden is dit de situatie op 31 december 2023. WMO in huishouden is gebaseerd op twee databronnen over de ondersteuning in 2023 op grond van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO); de combinatie van deze bronnen is zo goed als volledig, alleen in enkele gemeenten ontbreekt de WMO waarvoor geen eigen bijdrage via CAK is betaald. GGZ in huishouden is een combinatie van of personen in het huishouden in het verslagjaar zorgkosten voor GGZ hebben gemaakt (2022) en of personen in het huishouden medicatie gebruikten vanwege psychische problemen (2023). Voor verdachte in het huishouden is gekeken of personen in het huishouden in de periode 2019-2023 zijn geregistreerd als verdachte, ongeacht het type misdrijf.
3) Gegevens over huishoudinkomen betreft de stand op 1 januari 2022. Dat is de meest recente datum waarop dit kenmerk beschikbaar is.
4) Volgens het woonplaatsbeginsel. Zie: VNG, Woonplaatsbeginsel jeugdhulp.