6. Belemmeringen
Ieder kwartaal worden ondernemers gevraagd naar de belangrijkste belemmering die ze op dat moment ondervinden in de bedrijfsvoering. Van de zeven antwoordcategorieën kunnen ze er maximaal twee selecteren. De uitkomsten worden daarvoor niet genormaliseerd en geven dus het percentage ondernemers aan die de belemmering hebben gekozen.
6.1 Belemmeringen totale niet-financiële bedrijfsleven
Sinds het derde kwartaal van 2021 is het tekort aan arbeidskrachten onafgebroken de meest genoemde belemmering door ondernemers. Na de coronacrisis liep dat op tot een piek van iets meer dan 49 procent halverwege 2022. Daarna nam het langzaam af en komt het in het tweede kwartaal van 2025 uit op bijna 34 procent. Tegelijkertijd is het aandeel bedrijven dat aangeeft geen belemmeringen te ervaren, sinds het derde kwartaal van 2022, aan het stijgen. In het tweede kwartaal van 2025 is het aandeel bedrijven dat geen belemmeringen ervaart groter dan het aandeel bedrijven dat tekort aan arbeidskrachten als belemmering ervaart. Dit is voor het eerst sinds het vierde kwartaal van 2021.
De belemmering onvoldoende vraag is toegenomen tot bijna 19 procent ten opzichte van ruim 10 procent halverwege 2022. Dit blijft echter ver onder de laatste piek van bijna 30 procent in het derde kwartaal van 2020. In mindere mate is ook de belemmering financiële beperkingen toegenomen de laatste periodes. In het tweede kwartaal van 2022 was financiële beperkingen voor ruim 4 procent van de ondernemers de belangrijkste belemmering. Inmiddels is dit geleidelijk toegenomen tot bijna 10 procent. Ten opzichte van vorig kwartaal is dit aandeel nagenoeg gelijk gebleven. Het tekort aan productiemiddelen is sinds het tweede kwartaal van 2022 geleidelijk afgenomen. Waar toen bijna 24 procent van de ondernemers dit als belemmering aangaf, is het aandeel in het tweede kwartaal van 2025 gedaald tot ongeveer 8 procent.
| Jaar | Maand | Geen belemmeringen (% bedrijven) | Onvoldoende vraag (% bedrijven) | Tekort aan arbeidskrachten (% bedrijven) | Tekort aan productiemiddelen (% bedrijven) | Financiële beperkingen (% bedrijven) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2021 | jan | 37,7 | 23,0 | 12,2 | 4,9 | 5,7 |
| 2021 | apr | 38,9 | 19,9 | 15,3 | 9,2 | 5,8 |
| 2021 | jul | 37,3 | 15,0 | 28,5 | 15,3 | 4,6 |
| 2021 | okt | 34,1 | 12,3 | 37,8 | 17,0 | 5,1 |
| 2022 | jan | 32,3 | 11,9 | 35,0 | 17,1 | 4,5 |
| 2022 | apr | 27,6 | 10,6 | 43,7 | 23,9 | 4,5 |
| 2022 | jul | 26,3 | 11,3 | 49,3 | 22,4 | 5,2 |
| 2022 | okt | 23,7 | 14,1 | 48,2 | 20,4 | 6,9 |
| 2023 | jan | 27,1 | 15,0 | 44,4 | 16,1 | 8,4 |
| 2023 | apr | 30,0 | 16,2 | 42,9 | 13,7 | 7,3 |
| 2023 | jul | 31,2 | 16,8 | 42,3 | 12,3 | 7,1 |
| 2023 | okt | 30,3 | 19,6 | 41,7 | 9,5 | 8,8 |
| 2024 | jan | 32,1 | 20,8 | 37,5 | 7,6 | 8,5 |
| 2024 | apr | 31,8 | 21,2 | 38,4 | 8,0 | 8,2 |
| 2024 | jul | 33,1 | 19,8 | 36,9 | 8,3 | 8,8 |
| 2024 | okt | 31,9 | 20,4 | 39,9 | 7,5 | 8,7 |
| 2025 | jan | 35,3 | 19,0 | 35,8 | 7,1 | 10,3 |
| 2025 | apr | 36,0 | 18,8 | 33,9 | 8,2 | 9,9 |
| Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW | ||||||
6.2 Belemmeringen per bedrijfstak
De belemmeringen voor het totale niet-financiële bedrijfsleven geven een goed beeld op macro-economisch niveau. De uitkomsten voor de onderliggende bedrijfstakken geven een indicatie voor de verwachtingen op bedrijfstakniveau en zorgen daarmee voor gedetailleerdere informatie.
Tekort aan arbeidskrachten blijft de belangrijkste belemmering
Met bijna 34 procent blijft het tekort aan arbeidskrachten de belangrijkste belemmering voor bedrijven. Ten opzichte van een jaar geleden is het gedaald, destijds was het ruim 38 procent. Bij de meeste bedrijfstakken ligt het percentage lager dan een jaar geleden.
In de detailhandel, de informatie en communicatie, en de cultuur, sport en recreatie is het tekort aan arbeidskrachten als belangrijkste belemmering het sterkst gedaald. In de detailhandel is dit percentage ruim gehalveerd, in de cultuur en sport is het bijna gehalveerd. In de vervoer- en opslag is het percentage van het tekort aan arbeidskrachten gestegen, van ruim 47 procent in het tweede kwartaal van 2024 naar bijna 50 procent in het tweede kwartaal van 2025. Daarmee wordt het tekort aan arbeidskrachten in deze bedrijfstak het vaakst genoemd als belemmering. In de bouwnijverheid wordt het tekort aan arbeidskrachten, ondanks een stijging, het minst vaak genoemd.
| april 2025 (% bedrijven) | april 2024 (% bedrijven) | |
|---|---|---|
| Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven) | 33,9 | 38,4 |
| Vervoer en opslag | 49,8 | 47,2 |
| Zakelijke dienstverlening | 48,6 | 52,9 |
| Autohandel en -reparatie | 42,5 | 49,6 |
| Horeca | 37,4 | 42,5 |
| Industrie | 31,8 | 29,5 |
| Informatie en communicatie | 31,1 | 42,3 |
| Groothandel en handelsbemiddeling | 28,8 | 29,6 |
| Landbouw, bosbouw en visserij | 28,4 | 26,1 |
| Verhuur en handel van onroerend goed | 25,1 | 29,4 |
| Cultuur, sport en recreatie | 23,3 | 36,4 |
| Detailhandel (niet in auto's) | 21,1 | 48,2 |
| Bouwnijverheid | 18,0 | 12,0 |
| Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW | ||
Het aandeel bedrijven dat financiële beperkingen als belangrijkste belemmering ervaart ligt met bijna 10 procent iets hoger dan een jaar geleden. Binnen de bedrijfstakken zijn grotere verschillen zichtbaar. Zo is het percentage bij de informatie en communicatie vergeleken met een jaar geleden van ruim 6 procent naar bijna 12 procent gestegen. Ook bij de vervoer en opslag, de groothandel en de industrie is het relatief sterk gestegen. De detailhandel en horeca zijn dit de enige bedrijfstakken waar ondernemers financiële beperkingen minder vaak als belangrijkste belemmering noemen dan vorig jaar. Met ruim 30 procent wordt deze belemmering verreweg het vaakst genoemd in de vastgoedsector. In de bouwnijverheid zijn er geen ondernemers die dit als belangrijkste belemmering ervaren.
| april 2025 (% bedrijven) | april 2024 (% bedrijven) | |
|---|---|---|
| Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven) | 9,9 | 8,2 |
| Verhuur en handel van onroerend goed | 31,4 | 26,9 |
| Cultuur, sport en recreatie | 22,9 | 19,0 |
| Vervoer en opslag | 15,3 | 8,9 |
| Landbouw, bosbouw en visserij | 13,1 | 12,1 |
| Horeca | 12,7 | 14,9 |
| Informatie en communicatie | 11,7 | 6,3 |
| Groothandel en handelsbemiddeling | 10,8 | 6,0 |
| Zakelijke dienstverlening | 8,4 | 6,6 |
| Industrie | 8,2 | 8,4 |
| Autohandel en -reparatie | 7,8 | 8,1 |
| Detailhandel (niet in auto's) | 7,7 | 10,6 |
| Bouwnijverheid | 0,0 | 0,0 |
| Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW | ||