Conjunctuurenquête Nederland, tweede kwartaal 2025

2. Ondernemersvertrouwen

Het ondernemersvertrouwen is een stemmingsindicator van het Nederlandse bedrijfsleven. Bij het beoordelen van de uitkomsten kan men ervan uitgaan dat hoe optimistischer of pessimistischer de ondernemers gestemd zijn, des te meer de waarde van het ondernemersvertrouwen positief of negatief zal afwijken van de nullijn. De indicator is opgebouwd uit het ongewogen seizoengecorrigeerde gemiddelde van de saldo’s uit twee vragen. Deze twee vragen betreffen de ontwikkeling en verwachting van het economisch klimaat. Het ondernemersvertrouwen van het totale Nederlandse bedrijfsleven is een gewogen gemiddelde van de vertrouwensindicatoren van de onderliggende bedrijfstakken.

2.1 Ondernemersvertrouwen totale niet-financiële bedrijfsleven

Het ondernemersvertrouwen is voor het veertiende kwartaal op rij negatief en komt in het tweede kwartaal van 2025 uit op -7,5. Daarmee is het cijfer voor het tweede kwartaal op rij gedaald. Het ondernemersvertrouwen ligt in het tweede kwartaal van 2025 onder het gemiddelde (-3,7) van de reeks vanaf 2012.

Ondernemers waren sinds eind 2022 steeds minder negatief over de verwachting van het economisch klimaat in het lopende kwartaal dan over de ontwikkeling daarvan in de afgelopen drie maanden. In het tweede kwartaal van 2025 is dit patroon echter doorbroken. Ondernemers zijn negatiever over de verwachtingen dan over de ontwikkeling. Het saldo over de verwachting van het economisch klimaat daalde van -2,4 in het eerste kwartaal naar -8,1 in het tweede kwartaal van 2025. Tegelijkertijd verbeterde het saldo van de ontwikkeling van het economisch klimaat, van -8,4 naar -6,9.

2.1.1 Ondernemersvertrouwen
JaarMaandOndernemersvertrouwen (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)Ontwikkeling economisch klimaat afgelopen kwartaal (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)Verwachting economisch klimaat lopende kwartaal (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)
2021jan-11,1-14,7-7,6
2021apr0,2-5,66,0
2021jul13,313,113,5
2021okt1415,112,9
2022jan-0,5-2,00,9
2022apr-7,3-6,6-8,1
2022jul-10,5-11,2-9,8
2022okt-20,8-19,4-22,1
2023jan-12,2-13,3-11,1
2023apr-6,5-7,9-5,0
2023jul-7-8,0-6,0
2023okt-9,2-11,1-7,3
2024jan-7,1-10,0-4,2
2024apr-5,8-9,2-2,4
2024jul-3,4-5,6-1,2
2024okt-3,2-6,3-0,2
2025jan-5,4-8,4-2,4
2025apr-7,5-6,9-8,1
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW

2.2 Ondernemersvertrouwen per bedrijfstak

Het totaalcijfer voor het ondernemersvertrouwen is licht gedaald en nog steeds negatief. Dat geldt ook voor de meeste bedrijfstakken, alleen in de informatie en communicatie is het ondernemersvertrouwen positief. Bij zes bedrijfstakken is het ondernemersvertrouwen gestegen, bij vijf bedrijfstakken is er sprake van een daling. In de verhuur en handel van onroerend goed is het vertrouwen nagenoeg gelijk gebleven.

2.2.1 Ondernemersvertrouwen per bedrijfstak
 april 2025 (Gemiddelde van de deelvragen)januari 2025 (Gemiddelde van de deelvragen)
Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven)-7,5-5,4
Informatie en communicatie1,2-1,6
Verhuur en handel van onroerend goed-1,1-1,0
Cultuur, sport en recreatie-2,8-5,5
Zakelijke dienstverlening-4,13,2
Detailhandel (niet in auto's)-4,4-7,8
Bouwnijverheid-8,4-5,0
Industrie-8,6-6,2
Autohandel en -reparatie-8,8-12,5
Landbouw, bosbouw en visserij-11,3-18,6
Vervoer en opslag-12,0-8,3
Groothandel en handelsbemiddeling-12,2-3,2
Horeca-12,3-17,9
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW

Omslag van vertrouwen in de informatie en communicatie

In de informatie en communicatie is het ondernemersvertrouwen in het tweede kwartaal van 2025 omgeslagen van negatief (-1,6) naar positief (1,2). Deze verbetering komt voornamelijk  doordat ondernemers met een saldo van 5,9 relatief optimistisch zijn over hun verwachtingen voor het economisch klimaat. Over de gerealiseerde ontwikkelingen in het voorgaande kwartaal zijn ondernemers met een saldo van -3,6 negatief gestemd.

In de landbouw, bosbouw en visserij is het ondernemersvertrouwen het sterkst verbeterd (+7,3). Het saldo ging van -18,6 in januari 2025 naar -11,3 in april 2025. Deze verbetering komt vooral doordat ondernemers minder negatief zijn over de ontwikkelingen in het economisch klimaat. Desondanks is het vertrouwen daar het meest negatief, samen met dat in de vervoer en opslag en de groothandel en handelsbemiddeling.

Sterkste daling in de groothandel en handelsbemiddeling

In de groothandel en handelsbemiddeling daalde het ondernemersvertrouwen het sterkst (-9). Het saldo ging van -3,2 in het eerste kwartaal van 2025 naar -12,2 in het tweede kwartaal. Ondernemers zijn hier negatiever over de gerealiseerde ontwikkelingen (-13,7) dan over hun verwachtingen voor het economisch klimaat (-10,6). Ook in de zakelijke dienstverlening was een sterke daling en sloeg het cijfer om van positief (3,2) naar negatief (-4,1). Vorig kwartaal was deze sector de enige met een positief ondernemersvertrouwen. 

2.3 Ondernemersvertrouwen naar regio

Net als het landelijke cijfer is het ondernemersvertrouwen in alle provincies negatief in het tweede kwartaal van 2025. In acht van de twaalf provincies is het cijfer gedaald ten opzichte van het vorige kwartaal. In Fryslân is het ondernemersvertrouwen van -5,1 naar -11,2 het meest gedaald. Daarmee is Fryslân dit kwartaal de meest negatief gestemde provincie. Ook in Utrecht, vorig kwartaal nog de provincie met het minst negatieve ondernemersvertrouwen, is het vertrouwen relatief sterk gedaald van -1,0 naar -5,4. In Zeeland is het cijfer van -8,4 naar -2,0 het meest gestegen, en is daarmee de provincie met de minst negatieve stemming.

2.3.1 Ondernemersvertrouwen per provincie
ProvincieStatcode
Groningen (PV)-5,6
Fryslân (PV)-11,2
Drenthe (PV)-8,3
Overijssel (PV)-8,8
Flevoland (PV)-5,6
Gelderland (PV)-6,2
Utrecht (PV)-5,4
Noord-Holland (PV)-9,6
Zuid-Holland (PV)-7,2
Zeeland (PV)-2,0
Noord-Brabant (PV)-7,9
Limburg (PV)-6,2
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW