3. Personeelsindicator
De personeelsindicator is een stemmingsindicator van het Nederlandse bedrijfsleven over de personeelssterkte binnen het bedrijf. Een positieve uitkomst van de stemmingsindicator duidt op verwachte uitbreiding van het personeelsbestand, een negatieve uitkomst op krimp van het personeelsbestand. De indicator is opgebouwd uit het ongewogen seizoengecorrigeerde gemiddelde van de saldo’s uit twee vragen. Deze twee vragen betreffen de ontwikkeling in de afgelopen drie maanden en de verwachting voor de komende drie maanden van de personeelssterkte.
3.1 Personeelsindicator totale niet-financiële bedrijfsleven
De personeelsindicator is licht gedaald en komt aan het begin van het tweede kwartaal 2025 uit op 4,7. Daarmee ligt de indicator nog wel boven het gemiddelde (3,0) van de reeks vanaf 2012. De personeelsindicator bereikte eind 2021 een piek van 17,4 en kwam daarna in een dalende trend. Ten opzichte van vorig kwartaal zijn ondernemers minder positief geworden over de verwachting van hun personeelssterkte in het lopende kwartaal en juist iets positiever over de ontwikkeling daarvan in het afgelopen kwartaal. Sinds halverwege 2020 zijn ondernemers steeds positiever over de verwachting van de personeelssterkte dan over de daadwerkelijke ontwikkeling daarvan. Voor 2020 lagen beide reeksen altijd nagenoeg op hetzelfde niveau.
| Jaar | Maand | Personeelsindicator (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden) | Ontwikkeling personeelssterkte (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden) | Verwachting personeelssterkte (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden) |
|---|---|---|---|---|
| 2021 | jan | -2,2 | -5 | 0,5 |
| 2021 | apr | 4,5 | 0,8 | 8,2 |
| 2021 | jul | 13,7 | 8,9 | 18,5 |
| 2021 | okt | 17,4 | 11,3 | 23,4 |
| 2022 | jan | 13,9 | 10,7 | 17,1 |
| 2022 | apr | 14,9 | 10,9 | 19 |
| 2022 | jul | 11,9 | 7,8 | 16 |
| 2022 | okt | 10 | 7,4 | 12,7 |
| 2023 | jan | 11 | 7,7 | 14,3 |
| 2023 | apr | 9,3 | 6 | 12,7 |
| 2023 | jul | 6,5 | 4,5 | 8,4 |
| 2023 | okt | 5,4 | 2,5 | 8,3 |
| 2024 | jan | 6,1 | 3,9 | 8,2 |
| 2024 | apr | 4,9 | 2,9 | 6,9 |
| 2024 | jul | 3,3 | -0,1 | 6,6 |
| 2024 | okt | 5 | 2,2 | 7,8 |
| 2025 | jan | 5,3 | 0,6 | 10,1 |
| 2025 | apr | 4,7 | 2,8 | 6,5 |
| Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW | ||||
3.2 Personeelsindicator per bedrijfstak
Bij de meeste bedrijfstakken is de personeelsindicator positief. Ten opzichte van het vorige kwartaal is de indicator bij zeven bedrijfstakken gedaald en bij vier gestegen. In de industrie is de personeelsindicator nagenoeg gelijk gebleven.
| april 2025 (Gemiddelde van de deelvragen) | januari 2025 (Gemiddelde van de deelvragen) | |
|---|---|---|
| Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven) | 4,7 | 5,3 |
| Bouwnijverheid | 18,8 | 25,7 |
| Verhuur en handel van onroerend goed | 9,5 | 11,1 |
| Groothandel en handelsbemiddeling | 9,5 | 7,0 |
| Zakelijke dienstverlening | 8,9 | 10,1 |
| Vervoer en opslag | 5,5 | 3,1 |
| Informatie en communicatie | 5,2 | 3,5 |
| Autohandel en -reparatie | 0,6 | 4,8 |
| Industrie | 0,0 | -0,1 |
| Cultuur, sport en recreatie | -0,1 | 5,7 |
| Detailhandel (niet in auto's) | -1,0 | -5,6 |
| Landbouw, bosbouw en visserij | -4,1 | 0,4 |
| Horeca | -4,7 | 3,3 |
| Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW | ||
Personeelsindicator sterkst gedaald in de horeca
De personeelsindicator is met -4,7 het laagst in de horeca. Het cijfer is hier ook het meest gedaald ten opzichte van een kwartaal eerder toen de indicator daar nog op 3,3 uitkwam. Ook in de cultuur, sport en recreatie en de landbouw, bosbouw en visserij is de personeelsindicator relatief sterk gedaald. In de laatstgenoemde bedrijfstak is het cijfer daarmee negatief geworden, in de cultuur, sport en recreatie is het nagenoeg neutraal. In de industrie is het cijfer gelijk gebleven en oordelen ondernemers ook neutraal over hun personeelssterkte.
Ondernemers in de bouw meest positief over personeelssterkte
Ondernemers in de bouwnijverheid zijn het meest positief over hun personeelssterkte van alle bedrijfstakken. De personeelsindicator komt aan het begin van dit kwartaal uit op 18,8. Dat is wel een daling ten opzichte van een kwartaal eerder toen het cijfer op 25,7 uitkwam. In de verhuur en handel van onroerend goed, de groothandel en handelsbemiddeling en de zakelijke dienstverlening is de personeelsindicator ook relatief hoog.