Auteur: Rianne Kloosterman, Math Akkermans, Carin Reep, Maartje Tummers – van der Aa
(On)gezonde leefstijl 2022: opvattingen, motieven en gedragingen

Samenvatting

Aanleiding

Om een gezonder Nederland te krijgen heeft de overheid in het Nationaal Preventieakkoord ambities geformuleerd op het gebied van overgewicht, problematisch alcoholgebruik en roken. De focus op overgewicht, roken en problematisch alcoholgebruik is gekozen omdat ze verreweg de grootste oorzaak voor ziektelast in Nederland zijn, met 35.000 doden en 9 miljard euro aan zorguitgaven per jaar (Rijksoverheid, 2018). Het RIVM geeft jaarlijks inzicht in hoeverre de ambities van het Nationaal Preventieakkoord zijn gerealiseerd, en het consortium van de Leefstijlmonitor waarin verschillende gezondheidsinstanties hun krachten hebben gebundeld laat onder meer zien hoe de prevalentie van overgewicht, roken en problematisch alcoholgebruik zich ontwikkelt.

Maar hoe kijken burgers nu zelf tegen verschillende leefstijlthema’s aan, daarbij breder kijkend dan alleen de thema’s waar het Nationaal Preventieakkoord op focust. Hoe gezond of ongezond vinden 18-plussers dat ze eten? Om welke redenen worden voedingssupplementen gebruikt? Hoe kijken ze aan tegen sporten en bewegen? En tegen afvallen? Wat vinden ze van overheidsinterventies als het gaat om het maken van gezondere voedselkeuzes? En wat zijn hun opvattingen over alcoholgebruik? Welke verschillen bestaan er op deze punten tussen bevolkingsgroepen? Deze en meer vragen worden in deze publicatie (On)gezonde leefstijl 2022: opvattingen, motieven en gedragingen beantwoord.

Databronnen

De uitkomsten zijn grotendeels afkomstig uit het onderzoek Belevingen 2022. Dit onderzoek heeft als doel om aan de hand van opvattingen, percepties en meningen van inwoners van Nederland een completer, overkoepelend beeld te krijgen van gevoelens en standpunten in de samenleving. En daarmee verdiepende informatie te verschaffen voor beleid en bestuur. Belevingen 2022 was geheel aan het onderwerp (on)gezonde leefstijl van volwassenen gewijd. 
De cijfers over feitelijk gedrag in deze publicatie zijn grotendeels afkomstig uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor (van het CBS in samenwerking met RIVM en andere partijen die zich richten op leefstijl), de Aanvullende Module Middelen (LSM-A Middelen) van de Leefstijlmonitor (Trimbos-instituut in samenwerking met RIVM en CBS) en de Voedselconsumptiepeiling (VCP/Leefstijlmonitor), en zijn opgenomen om een context en referentiekader te bieden voor het interpreteren van de uitkomsten van het onderzoek Belevingen.

De leefstijlthema’s die in deze publicatie achtereenvolgens aan bod komen zijn:

  • (On)gezond eten
  • Voedingssupplementen
  • Sporten en bewegen
  • Afvallen
  • Overheidsmaatregelen: gezondere voedingskeuzes
  • Alcoholgebruik
  • Roken.

Afgesloten wordt met een totaalbeeld van de (on)gezonde leefstijl van volwassen Nederlanders en hun motieven om al dan niet gezond te leven.

(On)gezond eten

Twee op de drie volwassenen vinden dat zij over het algemeen gezond eten
67 procent van de 18-plussers vinden dat zij over het algemeen gezond of heel gezond eten; het grootste deel van hen zegt voldoende groenten te eten en gevarieerd te eten. Hoewel een vrij groot deel de eigen groenteconsumptie dus positief inschat, laten cijfers over het dagelijks eten van groente uit de Voedselconsumptiepeiling1) zien dat in de periode 2019-2021 iets minder dan drie op de tien 18- tot 70-jarigen aan de richtlijn van de Gezondheidsraad voldeed om dagelijks ten minste 200 gram groente te eten. Dit is wel bijna een verdubbeling ten opzichte van 2012-2016 toen 16 procent hieraan voldeed. 

Vooral gezonder eten om gezondheidsproblemen te voorkomen
Ruim een derde van de bevolking (36 procent) wil graag gezonder eten. Bijna 60 procent geeft aan dat dit niet nodig is, omdat zij al gezond genoeg eten. 5 procent houdt zich er niet mee bezig en 1 procent vindt gezonde voeding niet belangrijk. Eveneens 1 procent wil niet gezonder eten om andere redenen.
De meeste mensen willen graag gezonder eten om de kans op gezondheidsproblemen of ziekten te verkleinen. Ruim de helft geeft dit aan. Ook je lichamelijk fitter voelen wordt relatief vaak, door bijna 30 procent, als reden genoemd. Afvallen, een mooier uiterlijk of niet zwaarder worden is voor 10 procent reden om gezonder te willen eten. 

Sociale druk en te weinig discipline belemmeren gezond eetgedrag
Een ruime meerderheid van de mensen die gezonder willen eten, zeggen dat ze goed weten welke producten gezond zijn en welke niet. Sociale druk en te weinig discipline vormen voor een substantiële groep, grofweg 40 procent, een belemmering om gezonder te eten. Bijna 1 op de 5 personen die gezonder willen eten geeft aan te weinig geld te hebben om gezonde producten te kopen.

Bijna helft kijkt bij aankoop weleens naar voedingswaarden op verpakking
Op verpakkingen van eten en drinken staat informatie voor het maken van gezonde keuzes. Bijna de helft van de bevolking kijkt bij het kopen van eten en drinken weleens naar de voedingswaarden van het product (hoeveelheid calorieën, vetten, eiwitten, koolhydraten en zout). Naar de ingrediëntenlijst kijkt 43 procent weleens. Minder mensen (15 procent) letten op het voedsellogo/kleur-label (nutri-score). Ongeveer een kwart van de mensen geeft aan dat de Schijf van Vijf invloed heeft gehad op hun huidige eetgewoonten.

Voedingssupplementen

Gebruik supplementen meestal ‘voor de zekerheid’
Uit de Voedselconsumptiepeiling2) blijkt dat 57 procent van de volwassenen in de afgelopen 12 maanden weleens een voedingssupplement heeft gebruikt. De meest gebruikte supplementen zijn vitamine D, multivitamine, vitamine C en magnesium. In Belevingen 2022 is gevraagd naar de redenen voor het gebruik van voedingssupplementen. Een derde van alle 18-plussers gebruikt voor de zekerheid een of meerdere supplementen. 19 procent van alle 18-plussers gebruikt een supplement omdat ze behoren tot een groep waarvoor dit wordt geadviseerd. En 14 procent doet dit vanwege gezondheidsklachten. De meeste vitamines en mineralen worden vooral op eigen initiatief genomen.

Sporten en bewegen

Eigen gezondheid belangrijkste reden om te bewegen of te sporten
Ruim 40 procent van de 18-plussers geeft aan bewust te zorgen voor voldoende lichaamsbeweging door bijvoorbeeld regelmatig te sporten, fietsen of wandelen. Ruim een derde zegt er wel bewust mee bezig te zijn, maar er niet altijd aan toe te komen. 10 procent geeft aan niet bewust met bewegen bezig te zijn omdat men al voldoende lichaamsbeweging krijgt in het dagelijks leven en 5 procent omdat dit om gezondheidsredenen niet mogelijk is. De overige 7 procent zegt zich er niet mee bezig te houden.
De eigen gezondheid is voor een ruime meerderheid van de volwassen reden om bewust aan beweging of sport te doen of dit te proberen.

Gebrek aan tijd belangrijkste belemmering om meer te gaan sporten
Zes op de tien volwassenen zouden graag meer willen bewegen of sporten dan dat zij nu doen. Als belemmering om dit te doen wordt gebrek aan tijd door hen het vaakst genoemd. Ongeveer de helft geeft dit aan. Ook gebrek aan motivatie, gezondheidsbeperkingen en de kosten spelen een rol. Vier op de tien volwassenen geven aan niet meer te willen bewegen of sporten dan zij nu doen. De meesten van hen zeggen dat zij al genoeg bewegen of sporten.

Afvallen

Lichamelijk fitter worden meest genoemde motief om af te vallen
Bijna 60 procent van de volwassenen heeft ooit weleens iets gedaan om af te vallen. 20 procent is er op dit moment mee bezig. Vier op de tien volwassenen die op dit moment proberen af te vallen, zeggen dat lichamelijk fitter worden hiervoor de belangrijkste reden is. Bijna een kwart doet het voornamelijk om de kans op gezondheidsproblemen of ziekten te verkleinen en ruim een vijfde doet het vooral voor een mooier uiterlijk.
Het volgen van een dieet wordt het vaakst geprobeerd om af te vallen. Maar ook minder eten, gezonder eten en/of meer bewegen worden vaak genoemd.

Bijna 8 op de 10 obese mensen die nu willen afvallen vinden dit moeilijk 
38 procent van de personen die weleens iets hebben gedaan om af te vallen vindt/vond dit (heel) moeilijk. Van degenen die op dit moment proberen af te vallen vindt 56 procent het (heel) moeilijk. Dit varieert sterk naar gewichtsklasse. Van de personen met een gezond gewicht zegt 30 procent het (heel) moeilijk te vinden om af te vallen, van de personen met ernstig overgewicht geeft 78 procent dat aan.

Problemen met afvallen vooral door gebrek aan motivatie en te traag gewichtsverlies 
De redenen waarom mensen het moeilijk vinden of vonden om af te vallen zijn divers. Het meest genoemd, door respectievelijk 45 en 40 procent, worden ‘gaat niet snel genoeg’ en ‘te weinig motivatie of wilskracht’. Eten bij emoties zoals stress, verleidingen van ongezond eten, en aanleg worden elk door ongeveer een 1 op de 3 genoemd. Bij mensen met ernstig overgewicht worden aanleg, bewegingsbeperking en medicijngebruik relatief vaak genoemd als reden waarom afvallen moeilijk gaat.

Overheidsmaatrelgen: gezondere voedingskeuzes

Van lagere prijs voor gezonde producten meeste effect verwacht op gezonde voedingskeuzes door Nederlanders
Negen op de tien volwassenen denken dat het goedkoper maken van gezonde producten ertoe leidt dat mensen in Nederland gezondere voedingskeuzes maken. Ook van meer gezonde producten in kantines, kiosken en tankstations, van ongezonde producten duurder maken, en van duidelijker op de verpakking aangeven of een product gezond is of niet, denkt een (ruime) meerderheid dat de bevolking hierdoor zeker of waarschijnlijk gezondere voedingskeuzes zal maken. Het minste effect wordt verwacht van verplichte vermelding van het aantal calorieën op de menukaart van restaurants, cafés en afhaalpunten.

Ook voor eigen gezonde voedingskeuzes meeste effect verwacht van lagere prijs gezonde producten
Meer dan 6 op de 10 denken dat het goedkoper maken van gezonde producten zeker of waarschijnlijk ertoe leidt dat ze zelf gezondere voedingskeuzes maken: van meer gezonde producten in kantines, kiosken en tankstations, van ongezonde producten duurder maken, en van duidelijker op de verpakking aangeven of een product gezond is of niet, denkt grofweg de helft dat dit helpt bij het maken van gezondere voedingskeuzes. Het minste effect wordt verwacht van geen reclame voor ongezonde producten maken, verplichte vermelding van het aantal calorieën op de menukaart, en minder verkooppunten van ongezond voedsel. 
Voor de meeste onderzochte overheidsmaatregelen geldt dat mensen eerder denken dat het de Nederlandse bevolking aanzet tot het maken van gezondere voedingskeuzes dan dat dit bij henzelf gebeurt.

Driekwart Nederlanders vindt het belangrijk dat overheid overgewicht probeert terug te dringen
Een meerderheid van 76 procent is het (helemaal) eens met de stelling dat het belangrijk is dat de overheid overgewicht probeert terug te dringen. Eveneens drie kwart vindt dat de verantwoordelijkheid om gezond te eten bij de mensen zelf ligt en dat de voedselproducenten een grote rol spelen bij het veroorzaken van overgewicht. Een kleinere meerderheid van 57 procent is het (helemaal) eens met de stelling dat het aanbod van eten en drinken in publieke ruimtes een grote rol speelt bij het veroorzaken van overgewicht.

Alcoholgebruik

1 op de 10 wil minder alcohol drinken
10 procent van de volwassen drinkers zou minder alcohol willen drinken. 61 procent wil niet minder drinken omdat men naar eigen zeggen al weinig drinkt en 29 procent wil niet minderen omdat ze geen moeite hebben met hun alcoholgebruik. Mensen die meer alcohol drinken, zeggen vaker dat ze hun alcoholgebruik willen minderen.

Smaak de belangrijkste reden om alcohol te drinken én de belangrijkste reden om géén alcohol te drinken
Van de volwassenen die weleens alcohol drinken zegt bijna drie kwart dat ze dit doen omdat ze het lekker vinden. Ruim 60 procent doet het voor de gezelligheid, en 10 procent om losser te worden op feestjes. Van de volwassenen die geen alcohol drinken zeggen de meesten, ruim 40 procent, dat ze dit doen omdat ze het niet lekker vinden, ook vanwege de smaak dus. Een kwart drinkt geen alcohol omdat ze het ongezond vinden.

Ruim de helft denkt dat dagelijks drinken van meer dan één glas alcohol schadelijk is
Ongeveer 2 op de 10 18-plussers denken dat het af en toe drinken van meer dan één glas alcohol (zeer) schadelijk is3). Als het gaat om het dagelijks drinken van meer dan één glas alcohol, is ruim de helft van mening dat dit (zeer) schadelijk is. Ruim 80 procent zegt dat het wekelijks drinken van 5 glazen alcohol of meer op één dag (zeer) schadelijk is.

Roken

Meerderheid rokers wil in toekomst stoppen met roken
Op de vraag of volwassen rokers de wens hebben om te stoppen met roken geeft ongeveer een derde aan niet te weten of ze willen stoppen met roken. Van de volwassen rokers die dit wel weten, geeft een ruime meerderheid – ongeveer 80 procent – aan in de toekomst te willen stoppen met roken3). Een substantieel deel van de volwassen rokers die aangeven in de toekomst te willen stoppen met roken, zou dit graag op korte termijn doen. Ruim een vijfde wil binnen een maand stoppen en eveneens ruim een vijfde binnen 1 tot 6 maanden.

Gezondheid belangrijkste reden om te stoppen met roken
Zorgen over de eigen gezondheid wordt door rokers het vaakst genoemd als motivatie om te stoppen met roken. Bijna 6 op de 10 rokers zeiden in 2020 dat zorgen hierover hen erg zouden motiveren3). Ook zorgen over de gezondheid van de kinderen wordt relatief vaak, door ruim 4 op de 10, genoemd. Ondersteuning via een telefonische hulp of op een digitale manier wordt met ongeveer 5 procent duidelijk minder vaak als een motivatie gezien. Dit geldt eveneens voor gezondheidswaarschuwingen, afschrikwekkende afbeeldingen, onaantrekkelijke verpakkingen en mediacampagnes.

Meerderheid vindt roken schadelijk
De overgrote meerderheid van de bevolking, 80 procent en meer, denkt dat roken (zeer) schadelijk is, vooral als er een of meerdere pakjes sigaretten per dag worden gerookt3). Ook meeroken wordt als (zeer) schadelijk voor de gezondheid ingeschat. Meer mensen denken dat de schadelijkheid ervan groter voor de gezondheid van kinderen is dan voor de gezondheid van volwassenen.

1) Bron: VCP/Leefstijlmonitor, RIVM, 2012-2016; 2019-2021.
2) Bron: VCP/Leefstijlmonitor, RIVM, 2019-2021.
3) Bron: LSM-A Middelen/Leefstijlmonitor, Trimbos-instituut i.s.m. RIVM en CBS, 2020.