Hernieuwbare koude volgens Europese Richtlijn Hernieuwbare Energie

6. Vergelijking met TNO-cijfers

Op 24 oktober 2024 heeft TNO een rapport gepubliceerd over het aandeel hernieuwbare warmte en koude volgens RED-III-definities en de verwachte toename daarvan (TNO, 2024). Omdat er op dat moment nog geen CBS-gegevens beschikbaar waren, heeft TNO met de best beschikbare informatie een schatting gemaakt van de hoeveelheid hernieuwbare koude in Nederland. Voor 2023 kwam die schatting uit op 11,0 petajoule, waarvan 2,6 petajoule uit airco’s en 8,3 petajoule uit bodemenergiesystemen. De gebruikte databronnen en daarmee ook de uitkomsten wijken op enkele punten af van de berekeningen van het CBS. 

TNO heeft in tegenstelling tot het CBS in haar schatting ook bodemenergiesystemen meegenomen. In de berekening van het CBS tellen bodemenergiesystemen niet mee, omdat de Gedelegeerde Verordening voor die systemen gedetailleerde meetgegevens vereist die in de praktijk niet beschikbaar zijn. Anderzijds ontbreken in de schatting van TNO de niet-omkeerbare koelsystemen zoals chillers, omdat TNO zich voor de schatting van het koelvermogen gebaseerd heeft op CBS-gegevens over airco’s en warmtepompen die gebruikt (kunnen) worden voor verwarming. Gegevens over chillers waren ten tijde van publicatie van het TNO-rapport niet beschikbaar. Daardoor is het opgesteld vermogen aan koelsystemen in de utiliteitsbouw, afgezien van bodemenergie, volgens TNO aanzienlijk lager. 

Tot slot heeft TNO voor de berekening van de gemiddelde energie-efficiëntie van airco’s gebruik gemaakt van gegevens afkomstig uit het Ecodesign Impact Accounting rapport (Europese Commissie, 2024). Die gegevens zijn gebaseerd op relatief oude studies en minimale efficiëntie-eisen en niet specifiek voor Nederland. Uit de gegevens van BSRIA blijkt dat de efficiëntie van de grotere koelsystemen in Nederland in de praktijk een stuk hoger ligt. Daardoor valt het percentage van de geleverde koude dat meetelt als hernieuwbaar voor de utiliteitsbouw aanzienlijk hoger uit in de CBS-cijfers dan in de schatting van TNO.