3. Bedrijven in de regio
Dit hoofdstuk gaat over regionale verschillen in de conjuncturele ontwikkelingen bij bedrijven. Het regionale niveau dat wordt gehanteerd is dat van provincies. Aan de orde komen het aantal bedrijven en de stemming onder ondernemers: hoe kijken zij aan tegen bijvoorbeeld hun concurrentiepositie en hun personeelssterkte?
Sterke toename bedrijfsvestingen in Flevoland, Zuid- en Noord-Holland
Over het aantal bedrijven dat gevestigd is in een regio heeft het CBS geen gegevens: omdat veel bedrijven over regionale grenzen heen opereren heeft dit namelijk weinig waarde. Wel van belang is het aantal vestigingen van bedrijven dat zich in een regio bevindt. Hieronder wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling daarvan per provincie.
Het totaal aantal bedrijven en bedrijfsvestigingen neemt al jaren toe. In 2023 steeg het aantal bedrijfsvestigingen met 6,3 procent (figuur 3.1). In Flevoland was de stijging met 8 procent het sterkst. Ook in Zuid-Holland en Noord-Holland nam het aantal bedrijfsvestigingen sterker toe dan gemiddeld. In deze drie provincies is de groei doorgaans hoger dan gemiddeld. Fryslân en Drenthe kenden in 2023 de zwakste groei. In deze provincies is de groei doorgaans lager dan gemiddeld.
| Regio | 2024* (% verandering t.o.v. een jaar eerder) | 2023* (% verandering t.o.v. een jaar eerder) |
|---|---|---|
| Nederland | 6,3 | 3,7 |
| Flevoland | 8 | 5,2 |
| Zuid-Holland | 7,6 | 5 |
| Noord-Holland | 6,6 | 3,5 |
| Utrecht | 6,2 | 4 |
| Groningen | 6,1 | 2,9 |
| Gelderland | 5,9 | 3,3 |
| Noord-Brabant | 5,7 | 3 |
| Overijssel | 5,4 | 3,1 |
| Limburg | 5,3 | 2,5 |
| Zeeland | 5,2 | 3,2 |
| Fryslân | 5,1 | 3,2 |
| Drenthe | 4,8 | 2,2 |
| 1) Stand 1 januari *voorlopige cijfers | ||
In alle provincies steeg het aantal bedrijfsvestigingen in 2023 sterker dan in het jaar ervoor. Vooral in Groningen en Noord-Holland nam de groei toe. Aan het begin van 2024 telde Nederland ruim 2,5 miljoen bedrijfsvestigingen. Meer dan 40 procent daarvan bevonden zich in Noord- en Zuid-Holland.
Hoogste aandeel opheffingen in Flevoland
Elk jaar komen er nieuwe bedrijfsvestigingen bij én worden er een groot aantal gesloten. In 2023 werden bijna 12 duizend vestigingen opgericht, wat neerkomt op 11 procent van het aantal vestigingen. Dat is vrijwel evenveel als het jaar ervoor. In Flevoland en Zuid-Holland was het aantal oprichtingen met rond de 13 procent het hoogst. In Drenthe en Fryslân was het aantal oprichtingen met 9 procent of minder het laagst. Ook in eerdere jaren was het aantal oprichtingen in Flevoland en Zuid-Holland relatief hoog en in Drenthe en Fryslân relatief laag.
| regio | Opheffingen (% van vestigingspopulatie) | Oprichtingen (% van vestigingspopulatie) |
|---|---|---|
| Nederland | 5,3 | 10,9 |
| Flevoland | 5,9 | 13,1 |
| Zuid-Holland | 5,6 | 12,7 |
| Noord-Holland | 5,5 | 11,7 |
| Limburg | 5,2 | 9,7 |
| Noord-Brabant | 5,2 | 10,1 |
| Utrecht | 5,1 | 10,8 |
| Groningen | 5 | 10,5 |
| Overijssel | 5 | 9,9 |
| Gelderland | 4,9 | 9,8 |
| Drenthe | 4,8 | 8,4 |
| Zeeland | 4,8 | 9 |
| Fryslân | 4,6 | 8,8 |
| *voorlopige cijfers | ||
Waar het aantal oprichtingen in 2023 vrijwel gelijk bleef, nam het aantal opheffingen af. In 2023 sloot 5,3 procent van alle vestigingen de deuren (figuur 3.2). Een jaar eerder waren dat er nog bijna 7 procent. In 2023 sloot 5,9 procent van de vestigingen in Flevoland de deuren, het hoogst van alle provincies. Ook in 2022 kende de Flevoland al het hoogste percentage opheffingen. Het is gangbaar dat er in Flevoland meer vestigingen opgeheven worden dan gemiddeld; er worden er tevens meer opgericht. Dat geldt eveneens voor Noord- en Zuid-Holland. In Fryslân was het aandeel opgeheven vestigingen in 2023 met 4,6 procent het kleinst. Het aantal opheffingen is er doorgaans klein, net als in Zeeland. In alle provincies nam het aantal opgeheven vestigingen in 2023 af.
Alleen in Flevoland minder bedrijven failliet in 2024
Slechts een beperkt deel van alle opheffingen wordt veroorzaakt door een faillissement. In andere gevallen stopt een ondernemer ermee of verplaatst hij of zij een vestiging naar een andere provincie. Landelijk gingen er 4 255 bedrijven en instellingen failliet in 2024, inclusief eenmanszaken.2) Dat waren er wel meer dan een jaar eerder. Ook in 2023 steeg het aantal faillissementen, terwijl het aantal opheffingen toen daalde.
De trend van een toenemend aantal faillissementen was in 2024 overal zichtbaar, behalve in Flevoland. Met name in Overijssel, Drenthe en Limburg nam het aantal faillissementen fors toe (figuur 3.3).
| provincie | %-verandering t.o.v. voorgaand jaar (%) |
|---|---|
| Groningen | 25,5 |
| Fryslân | 25,3 |
| Drenthe | 48,6 |
| Overijssel | 68,9 |
| Flevoland | -1,0 |
| Gelderland | 8,6 |
| Utrecht | 13,2 |
| Noord-Holland | 39,2 |
| Zuid-Holland | 34,7 |
| Zeeland | 27,5 |
| Noord-Brabant | 27,4 |
| Limburg | 55,4 |
Alleen in Fryslân minder winkels
Het aantal fysieke winkelvestigingen 3) nam in 2023 in alle provincies toe, met uitzondering van Fryslân. De landelijke stijging bedroeg 1,3 procent. Procentueel gezien was de toename het grootst in Flevoland (3,8 procent), gevolgd door Drenthe en Zeeland (figuur 3.4).
| Regio | % verandering t.o.v. voorgaand jaar (% verandering t.o.v. jaar eerder) | (% verandering t.o.v. jaar eerder) |
|---|---|---|
| Nederland | 1,3 | |
| Flevoland | 3,8 | |
| Drenthe | 2,5 | |
| Zeeland | 2,1 | |
| Zuid-Holland | 2 | |
| Gelderland | 1,8 | |
| Groningen | 1,8 | |
| Noord-Holland | 1,7 | |
| Overijssel | 0,8 | |
| Limburg | 0,6 | |
| Noord-Brabant | 0,4 | |
| Utrecht | 0,2 | |
| Fryslân | -0,1 | |
| *voorlopige cijfers | ||
Ondernemers alleen in Noord-Holland positief gestemd
Elk kwartaal beantwoorden ondernemers vragen uit de Conjunctuurenquête Nederland over hoe hun bedrijf ervoor staat en wat hun verwachtingen zijn. Behalve statistieken over de antwoorden maakt het CBS hiermee ook een statistiek over het totaalbeeld, het ondernemersvertrouwen. Dit ondernemersvertrouwen is al vanaf begin 2022 negatief. Begin 2024 was iets minder negatief dan een jaar eerder: -5,4 versus -7,1.
In alle provincies, uitgezonderd Noord-Holland, was het ondernemersvertrouwen negatief aan het begin van het vierde kwartaal van 2024 (figuur 3.5). In Fryslân was het ondernemersvertrouwen4) met -7,8 het laagst van alle provincies, gevolgd door ondernemers in Gelderland, Drenthe en Overijssel. Het landelijke ondernemersvertrouwen bedroeg -3.
| Ondernemersvertrouwen | 4e kwartaal 2024 (gemiddelde van de deelvragen) | 4e kwartaal 2023 (gemiddelde van de deelvragen) |
|---|---|---|
| Nederland | -3 | -7,6 |
| Noord-Holland | 1,5 | -4,5 |
| Zuid-Holland | -1,8 | -6,3 |
| Limburg | -1,9 | -12,5 |
| Flevoland | -3,1 | -3,9 |
| Utrecht | -3,5 | -6,4 |
| Zeeland | -3,9 | -15,1 |
| Noord-Brabant | -4 | -7,3 |
| Groningen | -5,3 | -10,7 |
| Overijssel | -6,4 | -8,4 |
| Drenthe | -6,6 | -12,6 |
| Gelderland | -6,9 | -10,5 |
| Fryslân | -7,8 | -13,3 |
Oordeel over concurrentiepositie het laagst in Drenthe en Fryslân
Van de ondernemers in Drenthe oordeelde per saldo ruim 2 procent negatief over de concurrentiepositie op de Nederlandse markt (figuur 3.6). Van de Friese ondernemers oordeelde per saldo 1,5 procent negatief. Daarmee zijn ondernemers in die provincies het meest negatief gestemd over hun concurrentiepositie. Voor beide provincies gold wel dat ondernemers minder negatief oordeelden dan in dezelfde periode in het jaar ervoor. Landelijk oordeelde per saldo bijna 2 procent van de ondernemers dat hun concurrentiepositie in het vierde kwartaal van 2024 is verbeterd.
| Regio | 4e kwartaal 2024 (% bedrijven (saldo)) | 4e kwartaal 2023 (% bedrijven (saldo)) |
|---|---|---|
| Nederland | 1,8 | 0,3 |
| Noord-Holland | 5,3 | 2,9 |
| Zuid-Holland | 3 | -0,7 |
| Utrecht | 1,8 | 2 |
| Limburg | 1,8 | -1,2 |
| Zeeland | 1,1 | -5,1 |
| Overijssel | 0,8 | -0,5 |
| Noord-Brabant | 0,6 | 1,1 |
| Groningen | 0,5 | -3,3 |
| Flevoland | -1,1 | -5,7 |
| Gelderland | -1,4 | 0,8 |
| Fryslân | -1,5 | -3,7 |
| Drenthe | -2,1 | -2,5 |
In Noord-Holland oordeelden ondernemers het vaakst positief over hun concurrentiepositie op de Nederlandse markt. Per saldo gaf meer dan 5 procent in het vierde kwartaal aan een verbetering te zien in de afgelopen drie maanden. Vergeleken met dezelfde periode vorig jaar zijn ondernemers in de meeste provincies positiever of minder negatief.
Verwachting personeelssterkte positiefst in Utrecht
In alle provincies verwachtten ondernemers voor 2025 een uitbreiding van het personeelsbestand. Ondernemers in Utrecht waren met een saldo van ruim 16 procent het meest positief gestemd over uitbreiding (figuur 3.7). In Zeeland daarentegen verwachtte per saldo nog geen 3 procent van de ondernemers een toename. Zeeland is daarmee de provincie waarin per saldo het minste aantal ondernemers het uitbreiding van het personeelsbestand verwachtte. Landelijk gezien verwachtte 12 procent een groei.
In de drie noordelijke provincies en Flevoland zijn ondernemers per saldo positiever dan in dezelfde periode vorig jaar. In Zeeland verslechterde het sentiment over de uitbreiding van het personeelsbestand het sterkst ten opzichte van het jaar ervoor.
| Regio | 4e kwartaal 2024 (% bedrijven (saldo)) | 4e kwartaal 2023 (% bedrijven (saldo)) |
|---|---|---|
| Nederland | 12,0 | 16,1 |
| Utrecht | 16,4 | 26,3 |
| Zuid-Holland | 13,6 | 17,7 |
| Noord-Holland | 13,1 | 18,1 |
| Noord-Brabant | 11,8 | 16,3 |
| Limburg | 11,2 | 12,0 |
| Groningen | 10,5 | 6,2 |
| Fryslân | 9,8 | 6,5 |
| Overijssel | 9,6 | 14,1 |
| Gelderland | 9,2 | 14,7 |
| Flevoland | 8,9 | 2,8 |
| Drenthe | 8,4 | 3,2 |
| Zeeland | 2,8 | 15,8 |
Kwart Noord-Hollandse bedrijven kampt met tekort aan werkzoekenden
Ruim een kwart van de bedrijven in Noord-Holland zag het beperkte aantal werkzoekenden als de grootste belemmering bij het vinden van personeel (figuur 3.8). Voor de meeste provincies gold dat bedrijven dit als de belangrijkste belemmering zien. In Noord-Brabant, Limburg, Flevoland en Drenthe was het gebrek aan kwalificaties van werkzoekenden, zoals ervaring en scholing, de belangrijkste reden. Daarnaast gaven relatief veel Drentse bedrijven aan dat een belangrijke belemmering bij het vinden van personeel was dat potentiële arbeidskrachten vaker kozen voor werk buiten de sector van het bedrijf.
| Regio | Beperkt aantal werkzoekenden (% bedrijven) | Gebrek aan kwalificaties potentiële arbeidskrachten (% bedrijven) | Potentiële arbeidskrachten stellen hogere eisen dan wij kunnen/willen bieden (% bedrijven) | Potentiële arbeidskrachten kiezen meer voor werk buiten onze sector (% bedrijven) | Andere bedrijven binnen onze sector kunnen meer bieden dan wij (% bedrijven) | Anders (% bedrijven) | Geen belemmeringen of personeelsbehoefte (% bedrijven) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Nederland | 21,5 | 15,9 | 13,3 | 9,8 | 5,5 | 3 | 31 |
| Noord-Holland | 25,9 | 12,5 | 10,9 | 8,5 | 6,1 | 3 | 33,1 |
| Overijssel | 24,4 | 14,9 | 14,3 | 10,3 | 3,8 | 3,9 | 28,4 |
| Zeeland | 24,2 | 13,9 | 10,2 | 8,6 | 4,4 | 1,5 | 37,2 |
| Groningen | 24,1 | 14,9 | 14,7 | 9,2 | 3,3 | 3,2 | 30,6 |
| Zuid-Holland | 22,6 | 13,5 | 15 | 9,2 | 6 | 2,1 | 31,6 |
| Gelderland | 19,9 | 17,3 | 14,4 | 9,9 | 4,8 | 2 | 31,7 |
| Utrecht | 19,9 | 15,9 | 17,8 | 6,8 | 4,6 | 2,8 | 32,2 |
| Noord-Brabant | 18,8 | 19,8 | 10,6 | 11 | 7 | 3,2 | 29,6 |
| Fryslân | 18,6 | 16,9 | 12,1 | 12,8 | 3,3 | 3,2 | 33,1 |
| Limburg | 18,3 | 20,1 | 15,3 | 11,6 | 5,6 | 4 | 25,1 |
| Flevoland | 15,8 | 17,2 | 14 | 14,1 | 5,2 | 7,4 | 26,3 |
| Drenthe | 13,5 | 19,7 | 9,9 | 18 | 3,4 | 4,4 | 31,1 |
| 1) Meting begin 3e kwartaal 2024. | |||||||
Van alle Zeeuwse bedrijven gaf bijna vier op de tien aan geen belemmeringen te ervaren bij het vinden van personeel. Daarmee ondervonden bedrijven in deze provincie het minst vaak belemmeringen. Bedrijven in Limburg ondervonden de meeste belemmeringen. Bijna drie kwart van de bedrijven in Limburg had moeite met het invullen van vacatures.
Zeeuwse ondernemers zetten vooral in op verhoging aantrekkelijkheid als werkgever
Voor ruim één op de drie bedrijven was het verhogen van de aantrekkelijkheid van het bedrijf, bijvoorbeeld door een hoger salaris te bieden, de belangrijkste strategie om met arbeidstekorten om te gaan (figuur 3.9). Voor bijna één op de twee bedrijven in Zeeland was dit de voornaamste aanpak bij personeelstekorten. In Fryslân gold dat dit voor bijna 27 procent van de bedrijven de belangrijkste manier was.
Daarnaast is ook een grotere inzet van automatisering een belangrijke methode voor bedrijven om om te gaan met personeelstekorten. Dit werd het vaakst genoemd door bedrijven in Noord-Brabant (29 procent) en het minst door bedrijven in Fryslân (19 procent).
| Regio | We maken het aantrekkelijker om bij ons te werken (hoger salaris, etc.) (% bedrijven) | We zetten meer in op automatisering (% bedrijven) | We beperken onze productie/ons aanbod tot de hoeveelheid arbeid die beschikbaar is (% bedrijven) | We halen meer arbeidskrachten uit het buitenland (% bedrijven) | We verplaatsen een deel van ons bedrijf naar het buitenland (% bedrijven) | Anders (% bedrijven) | Niet van toepassing (% bedrijven) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Nederland | 35,1 | 24,5 | 15,1 | 13,6 | 2 | 9,1 | 30,3 |
| Zeeland | 48,1 | 26,4 | 10,7 | 18,1 | 0,5 | 6,7 | 20,4 |
| Flevoland | 39,3 | 21,6 | 20,7 | 13 | 1,9 | 12,3 | 25,3 |
| Noord-Holland | 39,1 | 27,2 | 12,5 | 14,6 | 2,7 | 9,3 | 31,4 |
| Utrecht | 39 | 27,2 | 15,2 | 12,1 | 1,7 | 9,5 | 25,9 |
| Zuid-Holland | 35,6 | 19,5 | 17,7 | 12,8 | 1,8 | 10,3 | 28,5 |
| Groningen | 34,7 | 23,3 | 13,3 | 12,2 | 2,6 | 7 | 33,2 |
| Limburg | 34,1 | 27,2 | 13,4 | 16,2 | 1,4 | 7,5 | 27,3 |
| Noord-Brabant | 33,2 | 28,8 | 14,4 | 15,4 | 1,8 | 8,3 | 30 |
| Overijssel | 31,4 | 23,8 | 14,3 | 12,8 | 2,1 | 9,9 | 32,7 |
| Gelderland | 30,6 | 20,3 | 17,5 | 11,3 | 1,8 | 7,2 | 35,6 |
| Drenthe | 27,8 | 22,8 | 17,7 | 11,3 | 1,4 | 15 | 27,4 |
| Fryslân | 26,7 | 19,1 | 15,4 | 12,2 | 0,7 | 8,1 | 39,1 |
| 1)Ondernemers konden maximaal twee antwoorden kiezen. Meting begin 3e kwartaal 2024. | |||||||
Bedrijven in Flevoland en Fryslân minst positief over investeringen innovatie en R&D
Innovatie en R&D stimuleren de arbeidsproductiviteit of productkwaliteit en kunnen daarmee bijdragen aan de internationale concurrentiepositie van Nederland. Per saldo verwacht bijna 8 procent van de Nederlandse bedrijven een toename van hun investeringen in R&D en innovatie in 2025 (figuur 3.10). Met een saldo van meer dan 10 procent zijn die verwachtingen het hoogst in Noord-Holland en Noord-Brabant. In Flevoland verwachten bedrijven per saldo een afname van hun investeringen in R&D en innovatie (-0,7 procent). Voor Friese bedrijven gold dat per saldo nagenoeg evenveel bedrijven een toename als afname verwachten (0,1 procent).
| Regio | %-saldo bedrijven die toe- of afname verwachten (%-saldo bedrijven die toe- of afname verwachten) |
|---|---|
| Nederland | 7,8 |
| Noord-Holland | 10,9 |
| Noord-Brabant | 10,7 |
| Limburg | 9,8 |
| Zuid-Holland | 8,3 |
| Utrecht | 6,5 |
| Zeeland | 5,4 |
| Groningen | 4,6 |
| Gelderland | 4,4 |
| Overijssel | 3,5 |
| Drenthe | 2,1 |
| Fryslân | 0,1 |
| Flevoland | -0,7 |
2) Niet gecorrigeerd voor zittingsdagen.
3) Fysieke winkelvestigingen
In de statistiek van de fysieke winkels in de detailhandel doen de tankstations en apotheken niet mee. Ook de detailhandel die niet in een winkel plaatsvindt, zoals de markthandel, de colportage en straathandel, de postorderbedrijven en de webwinkels, worden in deze statistiek niet geteld.
Telling vestiging
Een vestiging wordt meegeteld als er een SBI-klasse en postcode bekend is. Indien twee winkels van dezelfde supermarktketen in de zelfde postcode (bijvoorbeeld 1111XX) gevestigd zijn telt dit als een vestiging.
Deze cijfers zijn gebaseerd op SBI-registraties bekend bij het CBS. Bedrijven dienen zelf de juiste SBI indeling aan te geven op basis van hun activiteit.
4) Ondernemers in de industrie (C), handel in en reparatie van auto's, motorfietsen en aanhangers (45), detailhandel (47) en totaal diensten (H-S) volgens de SBI2008.