Auteur: Ronald Nelisse
Multinationals in de Nederlandse economie

5. Saldo lopende rekening

Het saldo van de verschillende handels- en inkomenstransacties met het buitenland wordt het saldo op de lopende rekening genoemd. Nederland heeft al jaren een positief saldo op de lopende rekening. Dit betekent dat Nederland meer inkomen ontvangt uit het buitenland dan andersom. Het positieve saldo van import en export van goederen en diensten is hiervan de belangrijkste oorzaak.

Volgens de Macroeconomic Imbalance Procedure (MIP) van de Europese Commissie is een maximaal saldo van 6 procent van het bbp de norm. Wanneer het saldo hoger is, kan dit leiden tot potentiële macro-economische onbalans. Het Nederlandse overschot op de lopende rekening lag daar de afgelopen jaren boven. Doordat de multinationals beter in kaart zijn gebracht is het overschot overigens verlaagd van 8,4 procent naar 6,4 procent van het bbp in 2021 (CBS 2022c).

Na 2018 is het saldo op de lopende rekening afgenomen. Dit kwam vooral door een afname van het saldo primair inkomen. Dit saldo is de laatste jaren altijd negatief geweest, wat betekent dat er meer primair inkomen vanuit Nederland naar het buitenland stroomt dan andersom. De afname komt met name doordat buitenlandse winsten die werden ontvangen door Nederlandse multinationals daalden in 2019. Het handelssaldo is tussen 2017 en 2020 ongeveer gelijk gebleven.

5.1 Saldo lopende rekening
JaarSaldo lopende rekening (mld euro)Handelssaldo (mld euro)Saldo primair inkomen (mld euro)Saldo secundair inkomen (mld euro)
201535,951,8-7,0-8,8
201650,472,3-17,2-4,8
201765,879,4-8,5-5,1
201872,181,6-2,9-6,6
201956,379,7-16,5-6,9
202041,080,2-26,0-13,2
 

Het saldo op de lopende rekening is ook te herleiden vanuit de verschillende sectoren. Het saldo op de lopende rekening is gelijk aan de besparingen min investeringen inclusief voorraadvorming van de sectoren. Vooral de huishoudens dragen sterk bij aan het positieve saldo op de lopende rekening. Zij sparen bijvoorbeeld voor hun pensioen of grote toekomstige uitgaven. De inkomsten uit pensioenbeleggingen in het buitenland dragen bij aan het positieve saldo. 

In 2020 hebben huishoudens veel gespaard, met name door de coronapandemie. Dat leidt tot een positief saldo op de lopende rekening. Daarentegen heeft de overheid door de steunmaatregelen extra uitgaven gedaan, wat de bijdrage van de overheid aan het saldo heeft verlaagd.

5.2 Saldo lopende rekening naar sectoren
JaarSaldo lopende rekening (mld euro)Niet-financiële vennootschappen (mld euro)Financiële instellingen (mld euro)Overheid (mld euro)Huishoudens (mld euro)IZW's t.b.v. huishoudens (mld euro)
201535,97,614,7-13,827,00,5
201650,412,413,30,324,40,0
201765,828,811,66,718,60,1
201872,124,419,39,319,20,0
201956,38,87,913,326,6-0,3
202041,017,3-1,3-31,556,9-0,5
 

Opvallend is dat niet-financiële vennootschappen jaarlijks positief bijdragen. Verwacht mag worden dat ondernemingen hun investeringen in vaste activa deels financieren met leningen. Deze leningen maken meer investeringen mogelijk en drukken daarmee het saldo van de lopende rekening.

Binnen de niet-financiële vennootschappen leveren Nederlandse multinationals de grootste bijdrage aan het positieve saldo op de lopende rekening. Deze ondernemingen ontvangen namelijk primair inkomen (inclusief toegerekende winsten) uit hun belangen in buitenlandse dochters. Als de Nederlandse multinationals dit inkomen niet gebruiken om binnenlands te investeren, maar bijvoorbeeld om opnieuw in het buitenland te investeren, levert dit een positieve bijdrage aan het saldo op de lopende rekening.

De relatief grote, negatieve bijdrage van ondernemingen onder buitenlandse zeggenschap in 2015 is gerelateerd aan de hoge investeringsquote in datzelfde jaar. In de andere jaren droegen ondernemingen onder buitenlandse zeggenschap positief bij. Dit komt vooral door interne stromen binnen een onderneming tussen het niet-financiële deel en de financiële holding, zoals toegelicht in paragraaf 3.5. De positieve bijdrage van het niet-financiële deel van de onderneming wordt gecompenseerd door een negatieve bijdrage van het financiële deel van de onderneming (holding).

5.3 Bijdrage subsectoren aan saldo lopende rekening
JaarBijdrage aan saldo lopende rekening (mld euro)Ondernemingen onder buitenlandse zeggenschap (mld euro)Nederlandse multinationals (mld euro)Overig grootbedrijf (mld euro)Zelfstandig midden- en kleinbedrijf (mld euro)
20157,6-22,419,3-0,110,8
201612,4-1,95,00,88,4
201728,81,918,40,18,5
201824,46,512,20,15,6
20198,84,28,1-1,1-2,4
202017,37,18,4-3,45,2
 

Het primair inkomen dat Nederlandse multinationals ontvangen is overigens groter dan de bijdrage van Nederlandse multinationals aan het saldo op de lopende rekening. Een deel van het ontvangen primair inkomen wordt dus aangewend voor bestedingen binnen Nederland, bijvoorbeeld voor betalingen van dividend aan aandeelhouders. Dit kan wel weer buitenlandse portfolioaandeelhouders betreffen. In dat geval betekent een nationale uitgave nog niet dat het bedrag ook daadwerkelijk in Nederland achterblijft.

5.4 Primair inkomen en bijdrage saldo lopende rekening Nederlandse multinationals
 Inkomen uit vermogen uit het buitenland (mld euro)Bijdrage aan saldo lopende rekening (mld euro)
201525,919,3
2016185
201730,918,4
201838,912,2
201932,68,1
2020198,4
 

Het ZMKB levert ook meestal een positieve bijdrage aan het saldo op de lopende rekening. In 2019 droeg het ZMKB wel negatief bij aan het saldo. Dit komt door een toename aan dividendbetalingen vanaf 2019 en door de opbouw van voorraden in met name 2018 en 2019. De afbouw van voorraden is juist een belangrijke oorzaak voor de hogere bijdrage van het ZMKB in 2020.