Ontwikkeling omzet uit innovatie en aandeel innovatieve bedrijven (2014-2020)

2. Omzet uit innovatie

Het CIS-onderzoek is gebaseerd op een gestratificeerde steekproef met stratificatie naar bedrijfsactiviteit en bedrijfsgrootte. De doelpopulatie voor de CIS bestaat uit bedrijven in SBI’s 01 – 82 met minimaal 10 werkzame personen of meer. De SBI’s vanaf 83 (bijvoorbeeld overheid, onderwijs en zorg) en bedrijven met minder dan 10 werkzame personen vallen dus buiten de scope. Om uitkomsten te bepalen voor de gehele populatie van bedrijven wordt de respons opgehoogd.

Deze paragraaf onderzoekt de oorzaak van de daling van het percentage van de omzet uit innovatie in 2018. Aangezien voor bedrijven die enkel in 2018 hebben deelgenomen aan het onderzoek geen vergelijking mogelijk is met andere jaren, wordt er gebruik gemaakt van een panelanalyse. Deze analyse richt zich specifiek op bedrijven die consequent hebben deelgenomen aan alle CIS-enquêtes van 2014 tot en met 2020. Op voorhand kan overigens al worden geconstateerd dat eerder genoemde wijzigingen in de enquête m.b.t. organisatorische en marketinginnovatie, niet van invloed zijn op deze ontwikkeling. Omzet uit innovatie heeft enkel betrekking op productinnovatie en dit onderdeel van de vragenlijst is ongewijzigd.

Door de ontwikkeling van de omzet uit innovatie bij deze panelbedrijven te analyseren en te vergelijken met de totale populatie, kan worden vastgesteld of de waargenomen daling in 2018 een algemene trend weerspiegelt of mogelijk wordt veroorzaakt door specifieke kenmerken van de (hernieuwde) CIS-enquête. Deze aanpak zorgt ervoor dat eventuele steekproefeffecten worden uitgesloten.

Het onderzoek vergelijkt systematisch de metingen over statistiekjaar 2018 met die over 2014, 2016 en 2020. Specifiek wordt onderzocht of:

  1. De panelbedrijven eenzelfde mate van verandering in omzet uit innovatie laten zien als de totale populatie;
  2. Er binnen het panel specifieke factoren of afwijkende patronen te identificeren zijn die de daling van het percentage omzet uit innovatie in 2018 kunnen verklaren.

Om de verandering van de bedrijven die in alle jaren hebben gerespondeerd, oftewel de bedrijven in het panel, door de jaren heen met elkaar te vergelijken, worden de uitkomsten van een aantal verschillende berekeningen naast elkaar gezet in deze paragraaf. Op die manier kan worden onderzocht of deze bedrijven dezelfde trend laten zien als in het European Innovation Scoreboard. Aangezien enkel deze bedrijven van belang zijn hiervoor wordt er niet opgehoogd/gewogen. De innovatie-indicator die wordt vergeleken is het aandeel van de omzet dat afkomstig is van nieuwe innovatieve producten (goederen of diensten). Dit is het deel van de totale omzet van een bedrijf dat afkomstig is uit zowel innovatieve producten die alleen nieuw zijn voor het bedrijf als innovatieve producten die nieuw zijn voor de markt. Tabel 2.1 laat de ontwikkeling van het omzetaandeel over de tijd heen zien voor verschillende (sub)groepen van (innovatieve) bedrijven. Om de vergelijkbaarheid met het European Innovation Scoreboard te waarborgen worden alleen bedrijfstakken1) meegenomen die ook in de Eurostat publicaties zijn opgenomen (hierna ‘Eurostat SBI’s’).

In totaal zijn er 2212 bedrijven die voor elk van de onderzochte jaren hebben gerespondeerd en dus in het panel zitten. Dit is ongeveer 40% van het totaal aantal responderende steekproefeenheden voor elk jaar (44%, 38%, 38%, 38% voor 2014, 2016, 2018 en 2020 respectievelijk). Het aandeel van de omzet van dit panel bedrijven in de totale omzet van alle bedrijven in de steekproef is per jaar respectievelijk 60%, 41%, 40%, 39%. In 2014 maakte de omzet van de bedrijven in het panel een groter deel uit van de totale omzet, omdat de steekproef in 2014 minder eenheden bevatte en de totale onopgehoogde omzet dus ook lager was. Zoals eerder genoemd is het doel van onderstaande analyse om een beter beeld te krijgen van de ontwikkeling van bedrijven waarvoor omzet data voor meerdere jaren beschikbaar is en vast te stellen of deze ontwikkelingen overeen komen met het resultaat dat voor de bedrijvenpopulatie in zijn geheel geobserveerd wordt.

De berekening in kolom 1 van tabel 2.1 komt exact overeen met de berekening in het European Innovation Scoreboard. Hier gaat het om het totale aandeel omzet uit innovatie van de hele bedrijvenpopulatie in Nederland. Hiervoor worden dus opgehoogde cijfers gebruikt. Voor de andere kolommen (2 t/m 4) blijft de teller in de berekening constant, te weten de niet-opgehoogde omzet uit innovatie van bedrijven in het panel zoals hierboven omschreven. De omzet die wordt beschouwd als de ‘totale omzet’ (de noemer) verschilt per kolom. Dit is om te onderzoeken of er per jaar grote verschillen in de gemiddelde omzet uit innovatie zitten als het deel van de bedrijven dat als het totaal wordt gezien verandert. Voor elk van de kolommen uit tabel 2.1 volgt hieronder een korte beschrijving van wat er precies wordt berekend.

Kolom 1:

\[ \frac{\text{Opgehoogde omzet uit innovatie van alle bedrijven}}{\text{Totale opgehoogde omzet van alle bedrijven}} \]

Dit is dezelfde berekening als die van het European Innovation Scoreboard en geeft dezelfde resultaten.

Kolom 2:

\[ \frac{\text{Omzet uit innovatie van bedrijven in het panel}}{\text{Totale opgehoogde omzet van alle bedrijven}} \]

In deze kolom wordt gekeken hoe de omzet uit innovatie van de bedrijven die in elk jaar responderen zich verhoudt tot de totale omzet van alle bedrijven. Deze berekening komt nagenoeg overeen met de berekening die wordt gebruikt in het European Innovation Scoreboard, met als verschil dat het hier gaat om de niet-opgehoogde omzet uit innovatie van enkel de bedrijven in het panel (teller). De vergelijking van deze kolom met de uitkomsten uit het European Innovation Scoreboard laat zien hoe de ontwikkeling van de omzet uit innovatie van de bedrijven in het panel zich verhoudt tot de ontwikkeling van de omzet uit innovatie van de totale bedrijvenpopulatie.

Kolom 3:

\[ \frac{\text{Omzet uit innovatie van bedrijven in het panel}}{\text{Totale opgehoogde omzet van alle innovatieve bedrijven}} \]

In Kolom 3 wordt in plaats van naar de totale omzet van alle bedrijven gekeken naar de totale omzet van alle innovatieve bedrijven. Dit laat zien hoe de omzet uit innovatie van de bedrijven in het panel zich ontwikkelt ten opzichte van de totale omzet van alle innovatieve bedrijven. Hier wordt dus geen rekening gehouden met omzet van bedrijven zonder innovatie.

Kolom 4:

\[ \frac{\text{Omzet uit innovatie van bedrijven in het panel}}{\text{Totale omzet van bedrijven in het panel}} \]

In Kolom 4 wordt ook in de noemer alleen naar de bedrijven gekeken die elk jaar responderen, en dus in het panel zitten. Aangezien het hier alleen om de omzet van de specifieke panelbedrijven gaat is de totale omzet niet opgehoogd. De vergelijking van deze kolom met het European Innovation Scoreboard geeft inzicht in hoe de verhouding tussen de omzet uit innovatie en de totale omzet verschilt tussen enkel de bedrijven in het panel en de totale bedrijvenpopulatie.

De berekening voor het jaar 2020 conform het European Innovation Scoreboard in kolom 1 laat zien dat het aandeel omzet uit innovatie weer toeneemt in 2020 na de afname in 2018. In 2018 is dus geen langdurige afname van de omzet uit innovatie ingezet. Kolom 2, waar de omzet uit innovatie vergeleken wordt met de totale omzet van enkel de bedrijven die elk jaar in de dataset zitten, laat een minder scherpe daling zien van het aandeel omzet uit innovatie dan in het Scoreboard te zien is. Het panelonderzoek toont dat het aandeel omzet uit innovatie daalt van 3,8% naar 3,4% in 2018. In relatieve termen betekent dit een afname van 11% (0,4 procentpunt). In het European Innovation Scoreboard is de daling sterker: van 10,4% naar 8,2%, wat neerkomt op een relatieve afname van 21% (2,2 procentpunt).

Kolom 3 laat zien dat de verhouding tussen de omzet uit innovatie van het panel en de totale omzet van de bedrijven met innovatie minder lijkt te schommelen, dit aandeel blijft gelijk in 2016 en 2018. De omzet van bedrijven met innovatie lijkt constanter te blijven dan de omzet van alle bedrijven in Nederland, de teller is namelijk onveranderd ten opzichte van kolom 2.

Het eerste wat opvalt wanneer alleen wordt gekeken naar de bedrijven die in het panel zitten (kolom 4) is dat de percentages een stuk hoger zijn dan de percentages in het European Innovation Scoreboard. Een verklaring hiervoor is dat bedrijven die in 4 opeenvolgende jaren in het panel zitten vaak grote en innovatieve bedrijven zijn. Toch vindt ook hier een redelijke daling plaats in 2018. Het gaat om een relatieve daling van 6% waar het European Innovation Scoreboard een daling van 21% laat zien. De bedrijven die elk van de jaren op de innovatie-enquête responderen ondergaan dus ook een daling van de omzet uit innovatie in 2018 ten opzichte van voorgaande jaren, maar de daling voor deze bedrijven is een stuk minder sterk dan voor de totale bedrijvenpopulatie.

Als laatste vergelijken we de resultaten in kolom 4 met de resultaten uit kolom 2. Het verschil tussen de berekening in kolom 2 en kolom 4 is dat de noemer in kolom 2 gelijk is aan de totale opgehoogde omzet van alle bedrijven en de noemer in kolom 4 gelijk is aan de totale omzet van bedrijven in het panel. In Kolom 4 vindt een minder sterke daling van de omzet uit innovatie plaats dan in kolom 2. Hieruit kunnen we concluderen dat ook de totale omzet van de bedrijven in het panel minder verandert dan de omzet van de totale bedrijvenpopulatie. 

Uit bovenstaande vergelijkingen kunnen we concluderen dat ook de bedrijven in het panel een daling in de omzet uit innovatie van 2016 op 2018 laten zien. De ontwikkeling van deze bedrijven volgt dus een soortgelijke afnemende trend. Wel is deze daling voor de bedrijven in het panel duidelijk minder sterk dan voor de totale bedrijvenpopulatie. De afnemende percentages in 2018 in tabel 2.1 worden enerzijds veroorzaakt door de daling in de omzet uit innovatie. Anderzijds, is de totale omzet in 2018 hoger dan in elk van de andere weergegeven jaren. Ook deze hoge omzet uit niet-innovatieve bedrijfsactiviteiten draagt bij aan een laag innovatiepercentage voor 2018. Dit zorgt beide voor een dalend percentage omzet uit innovatie.

Tabel 2.1 Aandeel omzet uit innovatie Eurostat SBI’s (%)
JaarEuropean Innovation ScoreboardOpgehoogde omzet alle bedrijvenOpgehoogde omzet Innovatieve bedrijvenOmzet panel bedrijven
201410,804,206,3013,20
201610,403,805,7012,50
20188,203,405,7011,80
20209,003,605,2012,80

Tabel 2.2 is een herhaling van tabel 2.1 met alle bedrijfstakken die zijn opgenomen in de CIS (secties A t/m N). Deze tabel laat zien dat er geen grote verschillen optreden in het percentage van de omzet wanneer je alle SBI’s erbij zou betrekken. De berekening volgens de methode van het European Innovation Scoreboard laat ook in dit geval elk jaar een kleine afname van het percentage omzet uit innovatie zien. De andere drie kolommen tonen eveneens weinig verschil vergeleken met het gemiddelde percentage wanneer alleen de ‘Eurostat SBI’s’ meetellen (Tabel 2.1). De percentages zijn allemaal net iets lager omdat de meest innovatieve bedrijfstakken onder de Eurostat SBI’s vallen. De afname in 2018 die te zien is in het European Innovation Scoreboard is even hoog als alle bedrijfstakken in de berekening meegenomen worden.

Tabel 2.2 Aandeel omzet uit innovatie voor alle SBI’s (%)
JaarEuropean Innovation ScoreboardOpgehoogde omzet alle bedrijvenOpgehoogde omzet Innovatieve bedrijvenOmzet panel bedrijven
20149,503,505,8012,00
20169,303,505,5012,00
20187,103,005,3011,00
20207,803,104,8011,70

1)NACE Rev. 2 secties B-C-D-E-46-H-J-K-71-72-73.