3. Resultaten
3.1: Deel 1 kenmerken van inkomensgroepen
De kenmerken van de twaalf inkomensgroepen, de totale populatie en totaal Nederland worden weergegeven in tabel 1 (https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2025/24/kenmerken-inkomensgroepen-rondom-de-wrb-grens-2017-2021). In de figuren in de bijlage is de verdeling van een selectie van deze kenmerken weergegeven voor de vier geselecteerde groepen en alle huishoudens in Nederland.
3.2: Deel 2 samenhang tussen kenmerken en inkomensgroepen in multinomiaal logistisch regressiemodel
3.2.1 Relevantie kenmerken model
In figuur 2.2.1.1 wordt de toename in AIC weergegeven per weggelaten voorspeller. Hierbij zijn de voorspellers één voor één weggelaten uit het volledige model en is de toename in AIC berekend. Hoe groter de toename in AIC bij het weglaten van de voorspeller, hoe belangrijker deze voorspeller is in het model. In dit model zijn alleen hoofdeffecten meegenomen en geen interacties, aangezien wanneer interacties in het model zitten, de hoofdeffecten niet uit het model gehaald kunnen worden, en de hoofdeffecten lastig te interpreteren zijn. Zoals te zien is in figuur 2.2.1.1 zijn woningtype en leeftijd de belangrijkste voorspellers, gevolgd door schulden en opleidingsniveau, vervolgens inkomensbron en huishoudtype, en vervolgens bedrijfstak, wanbetaler zorgverzekering, stedelijkheid en zorgkosten. Partneralimentatie, Wsnp, geslacht en kinderbijslag zijn van geringe relevantie en worden daarom niet meegenomen in het uiteindelijke model. Het uiteindelijke model heeft een accuracy (het aandeel huishoudens dat aan de hand van het model in de juiste inkomensgroep wordt ingedeeld) van 0.51. Een model zonder voorspellers heeft een accuracy van 0.46 (alle huishoudens worden in de grootste inkomensgroep ingedeeld).
| Predictor | delta AIC (Verschil in AIC ten opzichte van volledig model) |
|---|---|
| geslacht | 140,16 |
| kinderbijslag | 224,96 |
| wsnp | 232,48 |
| partneralimentatie | 302,56 |
| zorgkosten | 821,79 |
| stedelijkheid | 1305,14 |
| wanbetaler zorgverzekering | 1384,08 |
| bedrijfstak | 2945,26 |
| huishoudtype | 5275,24 |
| inkomensbron | 5976,69 |
| opleidingsniveau | 11080,24 |
| schulden | 11802,39 |
| leeftijd | 26003,25 |
| woningtype | 49315,55 |
3.2.2 Modelschatting
| Alle jaren onder de Wrb-grens | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| estimate | p.waarde | estimate | p.waarde | estimate | p.waarde | ||
| (Intercept) | 0,05 | 0,02 | -0,09 | 0 | 0,06 | 0,01 | |
| Leeftijd | 50 tot 67 jaar (ref) | ||||||
| Leeftijd | 18 tot 25 jaar | 3,88 | 0 | 3,23 | 0 | 3,07 | 0 |
| Leeftijd | 25 tot 50 jaar | 1,26 | 0 | 1,36 | 0 | 1,35 | 0 |
| Leeftijd | 67 jaar en ouder | 0,58 | 0 | -0,17 | 0 | -0,53 | 0 |
| Inkomensbron in 2021 | Loondienst (ref) | ||||||
| Inkomensbron in 2021 | Inkomen uit pensioen | -0,58 | 0 | -0,66 | 0 | -0,58 | 0 |
| Inkomensbron in 2021 | Inkomen uit uitkering | 0,06 | 0,01 | 0,2 | 0 | -0,19 | 0 |
| Inkomensbron in 2021 | Overig | 0,13 | 0 | -0,16 | 0 | -0,46 | 0 |
| Inkomensbron in 2021 | Zelfstandige met personeel | -0,63 | 0 | 0,17 | 0 | 0,15 | 0 |
| Inkomensbron in 2021 | Zelfstandige zonder personeel | -0,46 | 0 | 0,25 | 0 | 0,11 | 0 |
| Huishoudtype | Meerpersoonshuishouden (ref) | ||||||
| Huishoudtype | Alleenstaand | -0,2 | 0 | -0,44 | 0 | -0,61 | 0 |
| Huishoudtype | Eenoudergezin | 0,02 | 0,42 | -0,42 | 0 | -0,64 | 0 |
| Onderwijsniveau | Havo, vwo, mbo2-4 (ref) | ||||||
| Onderwijsniveau | Basisonderwijs, mbo1 | 0,44 | 0 | 0,23 | 0 | 0,16 | 0 |
| Onderwijsniveau | Hbo, wo | -0,87 | 0 | -0,78 | 0 | -0,65 | 0 |
| Onderwijsniveau | Onbekend | -0,26 | 0 | -0,5 | 0 | -0,52 | 0 |
| Woningtype | Koop (ref) | ||||||
| Woningtype | Huur | 1,49 | 0 | 0,91 | 0 | 0,46 | 0 |
| Woningtype | Onbekend | 0,71 | 0 | 0,4 | 0 | 0,09 | 0,03 |
| Stedelijkheid | 1, zeer sterk (ref) | ||||||
| Stedelijkheid | 2, sterk | 0,08 | 0 | 0,08 | 0 | 0,13 | 0 |
| Stedelijkheid | 3, matig | 0,01 | 0,34 | 0,04 | 0 | 0,12 | 0 |
| Stedelijkheid | 4, weinig | -0,17 | 0 | -0,11 | 0 | -0,05 | 0 |
| Stedelijkheid | 5, niet | -0,22 | 0 | -0,18 | 0 | -0,14 | 0 |
| Stedelijkheid | Onbekend | 0,94 | 0,24 | 0,16 | 0,88 | 0,41 | 0,7 |
| Schulden | 10 000 euro of meer (ref) | ||||||
| Schulden | 0 tot 1 000 euro | 0,47 | 0 | 0,46 | 0 | 0,47 | 0 |
| Schulden | 1 000 tot 10 000 euro | 1,22 | 0 | 1,24 | 0 | 1,25 | 0 |
| Schulden | Geen schulden | 0,05 | 0 | -0,19 | 0 | -0,05 | 0 |
| Besdrijfstak | G-I Handel, vervoer en horeca (ref) | ||||||
| Besdrijfstak | A Landbouw | -0,57 | 0 | -0,49 | 0 | -0,42 | 0 |
| Besdrijfstak | B-E Nijverheid en Energie | 0 | 0,82 | -0,27 | 0 | -0,06 | 0,01 |
| Besdrijfstak | F Bouwnijverheid | -0,55 | 0 | -0,45 | 0 | -0,13 | 0 |
| Besdrijfstak | J Informatie en communicatie | -0,54 | 0 | -0,44 | 0 | -0,33 | 0 |
| Besdrijfstak | K Financiële dienstverlening | -1,24 | 0 | -0,87 | 0 | -0,66 | 0 |
| Besdrijfstak | L Verhuur en handel van onroerend goed | -0,82 | 0 | -0,66 | 0 | -0,48 | 0 |
| Besdrijfstak | M-N Zakelijke dienstverlening | 0,08 | 0 | 0,13 | 0 | 0,17 | 0 |
| Besdrijfstak | O-Q Overheid en zorg | -0,5 | 0 | -0,45 | 0 | -0,28 | 0 |
| Besdrijfstak | Onbekend | -0,11 | 0 | -0,2 | 0 | -0,21 | 0 |
| Besdrijfstak | R-U Cultuur, recreatie en overige diensten | -0,28 | 0 | -0,21 | 0 | -0,22 | 0 |
| Zorgkosten | Lage zorgkosten (ref) | ||||||
| Zorgkosten | Hoge zorgkosten | 0,2 | 0 | 0,22 | 0 | 0,16 | 0 |
| Wanbetaler zorgverzekering | Nee (ref) | ||||||
| Wanbetaler zorgverzekering | Ja | 2,18 | 0 | 2,29 | 0 | 2,28 | 0 |
3.2.3 Figuren kenmerken model
Hieronder worden de voorspelde kansen voor de vier inkomensgroepen weergegeven voor de verschillende kenmerken die uit het model als relevant naar voren kwamen. Hierbij worden de voorspelde kansen weergegeven wanneer alle andere kenmerken uit het model constant worden gehouden.
| "woningtype" | Alle jaren onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Alle jaren boven de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens (voorspelde kans) |
|---|---|---|---|---|
| Koop | 0,26 | 0,25 | 0,23 | 0,26 |
| Huur | 0,48 | 0,1 | 0,24 | 0,18 |
| Onbekend | 0,38 | 0,18 | 0,24 | 0,21 |
Rekening houdend met de andere kenmerken uit het model, hebben huishoudens die in een huurwoning wonen de grootste voorspelde kans om in de inkomenscategorie “alle jaren onder de Wrb-grens” te vallen.
| leeftijd | Alle jaren onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Alle jaren boven de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens (voorspelde kans) |
|---|---|---|---|---|
| 18 tot 25 jaar | 0,52 | 0,01 | 0,24 | 0,23 |
| 25 tot 50 jaar | 0,3 | 0,08 | 0,29 | 0,33 |
| 50 tot 67 jaar | 0,26 | 0,25 | 0,23 | 0,26 |
| 67 jaar en ouder | 0,44 | 0,23 | 0,18 | 0,15 |
Rekening houdend met de andere kenmerken uit het model, hebben huishoudens waarvan de referentiepersoon tussen de 25 en 50 jaar oud is, de grootste voorspelde kans om in de inkomenscategorieën “switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens” en “switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens” te vallen. Huishoudens waarvan de referentiepersoon tussen de 18 en 25 jaar oud is hebben de grootste voorspelde kans om in de inkomenscategorie “alle jaren onder de Wrb-grens” te vallen.
| opleidingsniveau | Alle jaren onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Alle jaren boven de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens (voorspelde kans) |
|---|---|---|---|---|
| Basisonderwijs, mbo1 | 0,32 | 0,2 | 0,23 | 0,25 |
| Havo, vwo, mbo2-4 | 0,26 | 0,25 | 0,23 | 0,26 |
| Hbo, wo | 0,18 | 0,41 | 0,17 | 0,23 |
| Onbekend | 0,27 | 0,33 | 0,18 | 0,21 |
Rekening houdend met de andere kenmerken uit het model, hebben huishoudens waarvan de referentiepersoon hbo of wo opgeleid is, de grootste voorspelde kans om in de categorie “alle jaren boven de Wrb-grens” te vallen. Huishoudens waarvan de referentiepersoon een havo, vwo of mbo2-4 opleiding heeft afgerond, of een basisonderwijs of mbo-1 opleiding heeft afgerond hebben een grotere voorspelde kans om in de inkomenscategorie “alle jaren onder de Wrb-grens”, “switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens” of “switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens” te vallen.
| inkomensbron | Alle jaren onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Alle jaren boven de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens (voorspelde kans) |
|---|---|---|---|---|
| Loondienst | 0,26 | 0,25 | 0,23 | 0,26 |
| Inkomen uit pensioen | 0,22 | 0,38 | 0,18 | 0,22 |
| Inkomen uit uitkering | 0,27 | 0,24 | 0,27 | 0,21 |
| Zelfstandige zonder personeel | 0,16 | 0,25 | 0,29 | 0,3 |
| Zelfstandige met personeel | 0,14 | 0,26 | 0,28 | 0,32 |
| Overig | 0,33 | 0,28 | 0,21 | 0,18 |
Rekening houdend met de andere kenmerken uit het model, hebben huishoudens met als inkomensbron zelfstandigen met personeel en zelfstandigen zonder personeel, de grootste voorspelde kans om in de inkomenscategorie “switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens” en “switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens” te vallen.
| "huishoudtype" | Alle jaren onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Alle jaren boven de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens (voorspelde kans) |
|---|---|---|---|---|
| Meerpersoonshuishouden | 0,26 | 0,25 | 0,23 | 0,26 |
| Alleenstaand | 0,28 | 0,33 | 0,19 | 0,19 |
| Eenoudergezin | 0,33 | 0,31 | 0,19 | 0,17 |
Rekening houdend met de andere kenmerken uit het model, hebben meerpersoonshuishoudens een grotere voorspelde kans om in de categorie “switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens” of “switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens” te vallen dan alleenstaanden of eenouderhuishoudens.
| schulden | Alle jaren onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Alle jaren boven de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens (voorspelde kans) |
|---|---|---|---|---|
| geen schulden | 0,28 | 0,26 | 0,19 | 0,26 |
| 0 tot 1 000 euro | 0,29 | 0,17 | 0,25 | 0,29 |
| 1 000 tot 10 000 euro | 0,31 | 0,09 | 0,28 | 0,33 |
| 10 000 euro of meer | 0,26 | 0,25 | 0,23 | 0,26 |
In figuur 3.2.3.6 over schulden van het huishouden is te zien dat, rekening houdend met de andere kenmerken uit het model, huishoudens met middelgrote schuld van 1 000 tot 10 000 euro een grotere voorspelde kans hebben om in de categorie “switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens” of “switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens” te vallen dan huishoudens met een lage schuld (0 tot 1 000 euro), geen schuld of hoge schulden (10 000 euro of meer).
| bedrijfstak | Alle jaren onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Alle jaren boven de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens (voorspelde kans) |
|---|---|---|---|---|
| A Landbouw | 0,21 | 0,35 | 0,2 | 0,24 |
| B-E Nijverheid en Energie | 0,28 | 0,27 | 0,19 | 0,27 |
| F Bouwnijverheid | 0,19 | 0,32 | 0,19 | 0,3 |
| G-I Handel, vervoer en horeca | 0,26 | 0,25 | 0,23 | 0,26 |
| J Informatie en communicatie | 0,21 | 0,34 | 0,2 | 0,26 |
| K Financiële dienstverlening | 0,14 | 0,45 | 0,17 | 0,25 |
| L Verhuur en handel van onroerend goed | 0,18 | 0,39 | 0,18 | 0,25 |
| M-N Zakelijke dienstverlening | 0,26 | 0,23 | 0,23 | 0,28 |
| O-Q Overheid en zorg | 0,21 | 0,33 | 0,19 | 0,27 |
| R-U Cultuur, recreatie en overige diensten | 0,23 | 0,3 | 0,22 | 0,25 |
| Onbekend | 0,26 | 0,28 | 0,21 | 0,24 |
Als we in figuur 3.2.3.7 over bedrijfstakken voornamelijk kijken naar “switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens” en “switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens”, is te zien dat, rekening houdend met de andere kenmerken uit het model, huishoudens waarvan de referentiepersoon werkzaam is in de bedrijfstakken “Handel, vervoer en horeca”, of ”Zakelijke dienstverlening” de grootste voorspelde kans hebben om in de categorie “switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens” te vallen en huishoudens waarvan de referentiepersoon in de bedrijfstak "Bouwnijverheid" werkt hebben de grootste voorspelde kans om in de categorie "switchers met in 2021 een inkomen boven de Wrb-grens" te vallen, vergeleken met huishoudens waarvan de referentiepersoon in een andere bedrijfstak werkzaam is.
| "wanbetaler" | Alle jaren onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Alle jaren boven de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens (voorspelde kans) |
|---|---|---|---|---|
| Nee | 0,26 | 0,25 | 0,23 | 0,26 |
| Ja | 0,31 | 0,03 | 0,3 | 0,35 |
Rekening houdend met de andere kenmerken uit het model, hebben huishoudens waarin een persoon wanbetaler van zorgkosten is, een kleinere voorspelde kans om in de categorie “alle jaren boven de Wrb-grens” te vallen.
| stedelijkheid | Alle jaren onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Alle jaren boven de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens (voorspelde kans) |
|---|---|---|---|---|
| 1, zeer sterk (>=2 500 omgevingsadressen per km2) | 0,26 | 0,25 | 0,23 | 0,26 |
| 2, sterk (1 500 tot 2 500 omgevingsadressen per km2) | 0,26 | 0,23 | 0,23 | 0,28 |
| 3, matig (1 000 tot 1 500 omgevingsadressen per km2) | 0,25 | 0,24 | 0,23 | 0,29 |
| 4, weinig (500 tot 1 000 omgevingsadressen per km2) | 0,24 | 0,27 | 0,22 | 0,27 |
| 5, niet (< 500 omgevingsadressen per km2) | 0,24 | 0,28 | 0,22 | 0,26 |
| Onbekend | 0,42 | 0,16 | 0,17 | 0,25 |
Voor stedelijkheid zijn er geen duidelijke onderscheidende groepen te zien, behalve dat de groep met een onbekende stedelijkheid van de wijk vaker een inkomen heeft dat altijd onder de Wrb-grens ligt.
| "zorgkosten_categorie" | Alle jaren onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Alle jaren boven de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens (voorspelde kans) |
|---|---|---|---|---|
| Geen hoge zorgkosten, lager dan: 4605 | 0,26 | 0,25 | 0,23 | 0,26 |
| Hoge zorgkosten | 0,27 | 0,21 | 0,24 | 0,27 |
Rekening houdend met de andere kenmerken uit het model, hebben huishoudens waarin een persoon zorgkosten hoger dan 4605 euro heeft, een kleinere voorspelde kans om in de categorie “alle jaren boven de Wrb-grens” te vallen.
3.2.4 Relevante combinaties van kenmerken in het model
Er zijn ook 5 combinaties van kenmerken waarvoor onderzocht wordt of deze samenhangen met de 4 inkomensgroepen, namelijk:
- inkomensbron 2021 * inkomensbron 2017;
- huishoudtype 2021 * huishoudtype 2017;
- huishoudtype 2021 * geslacht;
- inkomensbron 2021 * geslacht;
- inkomensbron 2021 * leeftijd.
In figuur 3.2.4.1 wordt weergegeven wat te toename in AIC is wanneer de interactie wordt weggelaten uit het model. Alle voorspellers die als relevant naar voren kwamen in het model met alleen hoofdeffecten worden toegevoegd, en alle voorspellers die in de interacties voorkwamen, namelijk inkomensbron in 2017 en 2021, huishoudtype in 2017 en 2021, geslacht, en leeftijd. Uit figuur 3.2.4.1 blijkt dat alleen inkomensbron 2021 * inkomensbron 2017, huishoudtype 2021 * huishoudtype 2017 relevante interactietermen zijn. De accuracy van het model met alle interacties is 0.520, exclusief de interactie inkomensbron 2021 * inkomensbron 2017 is deze 0.518, en exclusief de interactie huishoudtype 2021 * huishoudtype 2017 is deze 0.519.
| Predictor | delta AIC (Verschil in AIC ten opzichte van volledig model) |
|---|---|
| huishoudtype 2021 * geslacht | 166,19 |
| inkomensbron 2021 * geslacht | 351,92 |
| inkomensbron 2021 * leeftijd | 622,84 |
| inkomensbron 2021 * inkomensbron 2017 | 4337,39 |
| huishoudtype 2021 * huishoudtype 2017 | 4873,56 |
| huishoudtype_2017 | huishoudtype | Alle jaren onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Alle jaren boven de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens (voorspelde kans) |
|---|---|---|---|---|---|
| Meerpersoonshuishouden 2017 | Meerpersoonshuishouden 2021 | 0,25 | 0,26 | 0,22 | 0,27 |
| Alleenstaand 2017 | Meerpersoonshuishouden 2021 | 0,25 | 0,18 | 0,31 | 0,27 |
| Eenoudergezin 2017 | Meerpersoonshuishouden 2021 | 0,35 | 0,12 | 0,3 | 0,24 |
| Meerpersoonshuishouden 2017 | Alleenstaand 2021 | 0,22 | 0,26 | 0,23 | 0,28 |
| Alleenstaand 2017 | Alleenstaand 2021 | 0,29 | 0,36 | 0,18 | 0,17 |
| Eenoudergezin 2017 | Alleenstaand 2021 | 0,44 | 0,18 | 0,23 | 0,15 |
| Meerpersoonshuishouden 2017 | Eenoudergezin 2021 | 0,07 | 0,46 | 0,19 | 0,28 |
| Alleenstaand 2017 | Eenoudergezin 2021 | 0,11 | 0,35 | 0,28 | 0,26 |
| Eenoudergezin 2017 | Eenoudergezin 2021 | 0,48 | 0,23 | 0,18 | 0,11 |
Rekening houdend met de andere kenmerken uit het model, hebben huishoudens die in 2017 en 2021 hetzelfde huishoudtype ware (beide jaren meerpersoonshuishouden, beide jaren alleenoudergezin of beide jaren alleenstaand) een kleinere voorspelde kans om in de inkomenscategorie “switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens” te vallen dan huishoudens die zijn gewijzigd van huishoudtype. Bijvoorbeeld, onder meerpersoonshuishoudens in 2021 hebben huishoudens die ook meerpersoonshuishoudens waren in 2017 een lagere voorspelde kans op “switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens” dan huishoudens die in 2017 alleenstaand of eenoudergezin waren.
| inkomensbron_2017 | inkomensbron | Alle jaren onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Alle jaren boven de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens (voorspelde kans) | Switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens (voorspelde kans) |
|---|---|---|---|---|---|
| Loondienst 2017 | Loondienst 2021 | 0,24 | 0,26 | 0,22 | 0,28 |
| Pensioen 2017 | Loondienst 2021 | 0,16 | 0,33 | 0,2 | 0,31 |
| Overig 2017 | Loondienst 2021 | 0,49 | 0,09 | 0,24 | 0,18 |
| ZZP 2017 | Loondienst 2021 | 0,26 | 0,18 | 0,28 | 0,28 |
| Uitkering 2017 | Loondienst 2021 | 0,44 | 0,13 | 0,22 | 0,21 |
| ZMP 2017 | Loondienst 2021 | 0,17 | 0,33 | 0,23 | 0,27 |
| Loondienst 2017 | ZZP 2021 | 0,15 | 0,22 | 0,28 | 0,35 |
| Pensioen 2017 | ZZP 2021 | 0,14 | 0,39 | 0,17 | 0,3 |
| Overig 2017 | ZZP 2021 | 0,43 | 0,11 | 0,31 | 0,15 |
| ZZP 2017 | ZZP 2021 | 0,21 | 0,23 | 0,29 | 0,27 |
| Uitkering 2017 | ZZP 2021 | 0,3 | 0,18 | 0,29 | 0,24 |
| ZMP 2017 | ZZP 2021 | 0,17 | 0,28 | 0,28 | 0,27 |
| Loondienst 2017 | Pensioen 2021 | 0,12 | 0,41 | 0,19 | 0,28 |
| Pensioen 2017 | Pensioen 2021 | 0,38 | 0,38 | 0,12 | 0,12 |
| Overig 2017 | Pensioen 2021 | 0,36 | 0,25 | 0,18 | 0,21 |
| ZZP 2017 | Pensioen 2021 | 0,17 | 0,39 | 0,22 | 0,21 |
| Uitkering 2017 | Pensioen 2021 | 0,28 | 0,28 | 0,21 | 0,24 |
| ZMP 2017 | Pensioen 2021 | 0,1 | 0,49 | 0,19 | 0,22 |
| Loondienst 2017 | Uitkering 2021 | 0,11 | 0,32 | 0,32 | 0,24 |
| Pensioen 2017 | Uitkering 2021 | 0,07 | 0,38 | 0,22 | 0,33 |
| Overig 2017 | Uitkering 2021 | 0,39 | 0,08 | 0,38 | 0,15 |
| ZZP 2017 | Uitkering 2021 | 0,22 | 0,2 | 0,37 | 0,21 |
| Uitkering 2017 | Uitkering 2021 | 0,43 | 0,18 | 0,22 | 0,17 |
| ZMP 2017 | Uitkering 2021 | 0,16 | 0,26 | 0,34 | 0,24 |
| Loondienst 2017 | Overig 2021 | 0,22 | 0,38 | 0,21 | 0,19 |
| Pensioen 2017 | Overig 2021 | 0,23 | 0,39 | 0,2 | 0,18 |
| Overig 2017 | Overig 2021 | 0,43 | 0,21 | 0,2 | 0,16 |
| ZZP 2017 | Overig 2021 | 0,24 | 0,33 | 0,28 | 0,15 |
| Uitkering 2017 | Overig 2021 | 0,36 | 0,31 | 0,17 | 0,16 |
| ZMP 2017 | Overig 2021 | 0,12 | 0,59 | 0,19 | 0,09 |
| Loondienst 2017 | ZMP 2021 | 0,17 | 0,17 | 0,29 | 0,37 |
| Pensioen 2017 | ZMP 2021 | 0,12 | 0,21 | 0,27 | 0,4 |
| Overig 2017 | ZMP 2021 | 0,46 | 0,05 | 0,29 | 0,21 |
| ZZP 2017 | ZMP 2021 | 0,19 | 0,23 | 0,3 | 0,28 |
| Uitkering 2017 | ZMP 2021 | 0,35 | 0,17 | 0,21 | 0,27 |
| ZMP 2017 | ZMP 2021 | 0,16 | 0,26 | 0,27 | 0,3 |
Rekening houdend met de andere kenmerken uit het model, vallen huishoudens waarvan de referentiepersoon in 2017 zelfstandigen zonder personeel (ZZP) waren, maar in 2021 in loondienst waren vaak in de categorie “switchers met in 2021 inkomen onder de Wrb-grens” en “switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens”. Huishoudens waarvan de referentiepersoon in 2017 in loondienst was, maar in 2021 zelfstandige met of zonder personeel is, vallen relatief vaak in de categorie “switchers met in 2021 inkomen boven de Wrb-grens”.
3.3 Gebruik gesubsidieerde rechtsbijstand aan de hand van leeftijd
Naast de vraag welke kenmerken relevant zijn voor de huishoudgroepen, bestond de vraag of het gebruik van gesubsidieerde rechtsbijstand lager is onder personen met een hogere leeftijd. Onder alle personen die recht hadden op rechtsbijstand in 2023, heeft 4 procent van de 18 tot 25 jarigen, 6 procent van de 25 tot 50 jarigen, 3 procent van de 50 tot 67 jarigen en 1 procent van de 67 jaar en oudere personen gebruik gemaakt van gesubsidieerde rechtsbijstand.