Auteur: Mariska Dank, Cath van Meurs, Jeroen van Tessel, Marius Reitsema
Monitor Duurzame Agro-grondstoffen 2021

1. Inleiding

Het begin van de monitoring

De Monitor Duurzame Agro-grondstoffen 2021 laat cijfers en trends zien op het terrein van verduurzaming van de agro-grondstoffen soja, palmolie en hout. De monitor, die voor de zesde keer verschijnt, is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). In 2013 is de monitor voor het eerst verschenen (CBS, 2013). In die tijd waren er verschillende initiatieven om meer duurzame agrogrondstoffen te gebruiken. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), in die fase een belangrijke aanjager van het gebruik van duurzame agrogrondstoffen, wilde meer inzicht in het gebruik van deze duurzame varianten.  

Markpartijen in de lead

Na het rapport uit 2013 is de monitor met enige regelmaat verschenen. De industrie heeft in de loop der jaren als aanjager voor het gebruik van duurzame agrogrondstoffen zelf een belangrijke rol op zich genomen. Nederlandse marktpartijen hebben zich gecommitteerd aan concrete mijlpalen op weg naar maximaal gebruik van duurzaam geproduceerde grondstoffen voor de Nederlandse markt. Dit is vastgelegd in verschillende doelstellingen. De partijen monitoren middels koepelorganisaties als MVO voor palmolie, PROBOS voor tropisch hout en NEVEDI voor soja in de eerste plaats zelf of deze doelstellingen ook daadwerkelijk worden behaald. 

De monitor

Het ministerie volgt ontwikkelingen inzake de toepassing van duurzame agrogrondstoffen met veel belangstelling. Het CBS heeft de processen die worden gehanteerd voor de monitoring gevalideerd, dat wil zeggen de gebruikte methoden getoetst aan verschillende kwaliteitscriteria. De uitkomsten van de monitoring zijn niet gevalideerd, dat wil zeggen de berekening van de gepresenteerde cijfers is niet gecontroleerd.
 
Het CBS hanteert in de Monitor Duurzame Agro-grondstoffen de definitie van duurzaamheid zoals die binnen de verschillende doelstellingen is vastgesteld. De meeste afspraken baseren zich op één of meerdere duurzaamheidsstandaarden of keurmerken. In de praktijk worden termen als duurzaam, verantwoord en gecertificeerd, door elkaar gebruikt. De doelstellingen verschillen ook in hun bereik, dat wil zeggen welke eisen gelden aangaande duurzaamheid en welk deel van de keten (van winning tot consumptie) ze bestrijken. Daarom zijn de cijfers over de agro-grondstoffen niet zonder meer één op één te vergelijken. Zo wordt in Nederland voor palmolie één type keurmerk gehanteerd namelijk RSPO, terwijl voor soja verschillende keurmerken worden gebruikt met elk een eigen pakket aan duurzaamheidseisen.
 
Naast de monitoring van duurzame agro-grondstoffen in Nederland zijn ook gegevens over de wereldwijde duurzame productie van agro-grondstoffen weergegeven. Deze gegevens heeft het CBS overgenomen van diverse (internationale) bronnen. 

Recente ontwikkelingen

De ontwikkelingen staan niet stil. Eind 2021 komt de Europese Commissie met een generiek wetgevend voorstel voor gepaste zorgvuldigheidswetgeving (Due Diligence). Dit voorstel moet de omstandigheden voor mens en milieu in de toeleveringsketens bevorderen. Vooruitlopend op dit voorstel heeft de Sociaal Economisch Raad recent de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking geadviseerd hoe eventuele nationale wetgeving op dit terrein vorm te geven. Daarnaast heeft de Europese Commissie ook zorgvuldigheidsregelgeving aangekondigd voor duurzaamheidseisen aan specifieke agroketens, zoals onder meer palmolie, soja, tropisch hout en cacao. Met de invoering van deze nieuwe regelgeving zullen de bestaande OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en duurzaamheid en de VN-beginselen voor mensenrechten en bedrijfsleven een verplichtend karakter krijgen op EU niveau.