Internationaliseringsmonitor: thermometer globalisering

/ Auteur: Masja de Ree
© Sjoerd van der Hucht Fotografie
De internationaliseringsmonitor van het CBS bestaat tien jaar. Sinds 2017 is het ministerie van Buitenlandse Zaken opdrachtgever. Dat was ook de reden waarom de monitor op 4 april jl. door Directeur-Generaal Tjark Tjin-A-Tsoi officieel overhandigd werd aan Sigrid Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. ‘Internationaal zijn grote veranderingen gaande op economisch gebied. Daar moeten wij als ministerie snel op kunnen inspringen’, aldus Guido Landheer, plaatsvervangend directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen.

Hoe ontwikkelt de internationale handel in diensten zich? Welke rol spelen multinationals in de Nederlandse economie? Wat zijn de effecten van internationale politieke beslissingen? De antwoorden op die vragen en meer, zijn te vinden in de internationaliseringsmonitor van het CBS. De kwartaalpublicatie, die de gevolgen en kenmerken van globalisering voor Nederland op een toegankelijke manier beschrijft, bestaat dit jaar tien jaar.

Vragen over globalisering

De internationaliseringsmonitor is tien jaar geleden opgezet met het doel om wetenschappers, beleidsmakers, maar ook de samenleving te voorzien van informatie over internationale ontwikkelingen op economisch gebied. Marjolijn Jaarsma, inhoudelijk projectleider van de internationaliseringsmonitor van het CBS: ‘Er kwamen in die tijd steeds meer vragen over globalisering. Het CBS had daar op dat moment geen pasklaar antwoord op in de vorm van bestaande statistieken. In de internationaliseringsmonitor hebben we data uit alle hoeken van de organisatie aan elkaar gekoppeld om zo wel een antwoord op de vragen te vinden. Soms was dat pionieren, de grenzen opzoeken van wat cijfermatig kon. Het was altijd vernieuwend.’

Marjolijn Jaarsma
© Sjoerd van der Hucht Fotografie

Cruciale informatie

De internationaliseringsmonitor wordt veel gebruikt door beleidsmakers van ministeries, maar ook door partijen als VNO-NCW en EvoFenedex. Jaarsma geeft een voorbeeld: ‘Nu de Brexit dichterbij komt, is het cruciaal om te weten welke relaties er zijn tussen de Nederlandse economie en de Britse. Onze cijfers dragen daaraan bij. We laten bijvoorbeeld niet alleen zien dat Nederland voor circa 52 miljard euro aan goederen exporteert naar het Verenigd Koninkrijk, maar ook wat Nederland daar netto aan verdient: 21 miljard. Als je beseft dat in totaal een derde van ons bruto binnenlands product samenhangt met de export van goederen en diensten, dan is het belang van internationalisering voor onze economie gelijk duidelijk.’

Beleid gebaseerd op feiten

Sinds 2017 is de internationaliseringsmonitor onderdeel van het bredere onderzoeks- en publicatieprogramma Globalisering, dat gefinancierd wordt door het ministerie van Buitenlandse Zaken. De thema’s en onderwerpen die in de monitor aan bod komen, worden in samenspraak met Buitenlandse Zaken bepaald. Guido Landheer: ‘Er zijn internationaal grote veranderingen gaande. Denk naast de Brexit bijvoorbeeld aan de discussie rond de handel in staal met de Verenigde Staten. Daar moeten wij als ministerie snel op in kunnen springen. Wij willen evidence based werken en gebruiken de cijfers van het CBS om ons beleid te staven. In de nieuwe strategie van de minister staan bijvoorbeeld maatregelen die met concrete cijfers van het CBS onderbouwd zijn. In de nieuwste internationaliseringsmonitor was veel aandacht voor de ontwikkelingen rond zowel nieuwe als traditionele markten. Dat zijn voor ons belangrijke onderwerpen.’

Sterke samenwerking

Het ministerie van Buitenlandse Zaken werkt graag samen met het CBS. Landheer: ‘Zowel wij als het CBS hebben belang bij kwalitatief goede cijfers. Daarom overleggen we regelmatig en voeren daarbij een open discussie over wat we nodig hebben. Wij gebruiken de expertise van het CBS daarnaast bij het ontwikkelen van eigen indicatoren in onze beleidsnotities.’ Jaarsma: ‘Wij hopen de samenwerking op dezelfde prettige manier voort te zetten. Hoewel het CBS gedurende de afgelopen jaren forse bezuinigingen heeft moeten doorvoeren, heeft Buitenlandse Zaken zich sterk gemaakt voor het behoud van de kennis- en informatieontwikkeling in dit programma. We zoeken hierin ook actief de samenwerking met andere instituten en onderzoekers, bijvoorbeeld de onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen, het Planbureau voor de Leefomgeving en de OESO.’

Interactie met stakeholders
De internationaliseringmonitor startte tien jaar geleden als jaarpublicatie: een dik boekwerk. Jaarsma herinnert zich de begintijd nog goed: ‘We hebben veel tijd besteed aan het analyseren en beschrijven van trends zoals de relatie tussen internationalisering en innovatie van het Nederlandse bedrijfsleven.’ Nu verschijnt de monitor vier keer per jaar. ‘Sinds het eerste kwartaal van 2018 is de monitor in een nieuw flashy jasje gestoken en is een webversie beschikbaar.’ Daarmee is de monitor ook gemakkelijk op tablet en smartphone te lezen. Wat Landheer betreft mag die webversie nog verder ontwikkeld worden: ‘We kunnen de informatie uit de monitor nog breder ontsluiten door de webpublicatie interactief te maken en ervoor te zorgen dat onze stakeholders op de cijfers kunnen reageren.’ Ook in het algemeen zou hij de thema’s in de internationaliseringsmonitor in de toekomst graag breder bespreken, dus ook met het MKB en de industrie. ‘Het is belangrijk om te weten wat onze stakeholders belangrijk vinden, zodat we die onderwerpen op de agenda kunnen zetten.’