Samenwerking CBS met Politie: een mooi huwelijk

/ Auteur: Jaap van Sandijk
CBS en de Politie gaan nauwer samenwerken. Beide partijen hebben hiertoe op 26 januari van dit jaar een overeenkomst ondertekend. ‘Door nog meer gebruik te maken van de CBS-expertise kan de Politie zijn stuurvermogen vergroten’, aldus korpschef Erik Akerboom.

Cijfers geven betekenis

De twee organisaties werken al langer met elkaar samen. Concreet leverde dat nieuwe statistiekproducten op. Zo heeft CBS onder meer de cijfers over geregistreerde criminaliteit, op basis van politiedata, in 2016 uitgebreid naar wijk/buurtniveau. Ook heeft CBS politiedata gekoppeld aan het eigen Stelsel van Sociaal-Statistische Bestanden, waardoor bredere en diepere analyses gemaakt kunnen worden. En sinds enige tijd presenteert de Politie zijn cijfers niet zelf, maar is de presentatie in de vorm van open data in handen van CBS.

Mooi huwelijk

Met de nieuwe overeenkomst intensiveren beide organisaties de samenwerking. Er worden projecten gestart op het gebied van big data, maar ook specifieke onderwerpen zoals cybercrime en vreemdelingen komen aan bod. ‘Cijfers geven betekenis’, onderschrijft Akerboom het belang van statistieken. ‘Maar cijfers alleen zijn niet genoeg. Daar hoort duiding bij. Neem de cijfers van de meest recente viering van Oud en Nieuw: er waren 7000 incidenten en 500 aanhoudingen. Maar wat zegt deze informatie over het verleden? En welke emoties liggen achter die cijfers?’ Hier benadrukt de korpschef de kracht van de samenwerking tussen CBS en Politie, die hij zelf betitelt als een ‘mooi huwelijk’. ‘CBS zet zijn expertise in op het gebied van analyse en datavisualisatie, terwijl wij die data duiden.’

Ongeëvenaarde klus

Akerboom, voormalig Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en secretaris-generaal van het Ministerie van Defensie, trad op 1 maart 2016 aan als opvolger van Gerard Bouman, die op 1 oktober 2015 opstapte. Hij staat voor de uitdagende taak om de reorganisatie van de Politie, die in 2013 van start ging, succesvol af te ronden. Meer veiligheid en efficiëntie staan daarbij voorop. ‘De vorming van één landelijke politieorganisatie heeft op jaarbasis een besparing van 230 miljoen euro opgeleverd’, aldus Akerboom, die de samenvoeging van 26 korpsen een ‘ongeëvenaarde klus’ noemt. Maar de korpschef maakt ook kanttekeningen bij de reorganisatie. ‘Die wordt ook gebruikt als kapstok waaraan je makkelijk onvrede kunt ophangen.’ Deze kapstok zal echter binnen afzienbare tijd verdwijnen. ‘De basis van de reorganisatie is dan op orde. Daarom is het goed om op 31 december 2017 het woord reorganisatie door te strepen. Het is tijd om de blik naar voren te richten.’

‘Je moet ook kijken naar trends en onderliggende bewegingen. Op dat punt kunnen we de analytische kwaliteiten van CBS benutten’

Inhaalslag

De Politie is toe aan een inhaalslag, zegt Akerboom. Meer slagkracht, een betere informatie-uitwisseling en goed uitgeruste politiemensen zijn dé aandachtspunten voor de organisatie. ‘Al het werk dat politiemensen achter het bureau doen, moeten ze ook op straat kunnen uitvoeren. Daarom worden alle agenten dit jaar uitgerust met smartphones waarop onze systemen beschikbaar zijn.’ Er moet meer geld naar IT, benadrukt de korpschef. ‘Internet verandert het politievak. De forensische opbrengst, zeker uit de georganiseerde misdaad, levert steeds minder op. Denk hierbij aan telefoontaps en verhoren. Steeds meer criminaliteit verhuist naar internet. Kijk naar fraude en ondermijning. Ook voor criminelen geldt: follow the money. Wij moeten gebruik maken van andere databronnen, zoals big data en slimme tools. Dat moeten we doen met een groeiend aantal nieuwe mensen die deze data kunnen ontsluiten. Op dit moment geven we 12 procent van onze begroting uit aan IT. Dat is onder de maat. Het moet de komende vier jaar minimaal naar 15 procent.’

Goudmijn

De basis van de politiedatabase bestaat uit eigen waarnemingen, aangevuld met data van externe bronnen. Alles bij elkaar een goudmijn aan informatie, maar daarvan gebruikt de Politie hooguit een kwart, constateerde Akerboom in oktober 2016 op politie.nl. De korpschef vindt dat niet schrikbarend. ‘Ik denk dat iedere gemiddelde organisatie die beschikt over grote hoeveelheden data daar aan lijdt.’ Wel vindt hij dat de Politie in de uitvoering van zijn taak een omslag moet maken – een proces dat inmiddels in gang is gezet. ‘De taak van de Politie wordt steeds minder: wat is er gebeurd en wie heeft het gedaan? En veel meer: wie zou iets kúnnen doen, wat zou er kúnnen gebeuren? Terreuraanslagen hebben ons bewustzijn veranderd in de richting van predictive policing.’

Trends

Onderzoek en analyse van datastromen spelen bij predictive policing een belangrijke rol. ‘En daar ligt ook een basis voor onze samenwerking met CBS. Kijk, met onze Veiligheidsagenda en maandelijkse briefings sturen we onze organisatie. Dat gebeurt op basis van cijfers over allerlei onderwerpen, zoals plofkraken, overvallen en woninginbraken. Daarbij moet je verder kijken dan alleen: wat is de stand van zaken? Je moet ook kijken naar trends en onderliggende bewegingen. Op dat punt kunnen we de analytische kwaliteiten van CBS benutten. Hoe diepgaander we hier zicht op krijgen des te beter we de organisatie kunnen sturen. Het interessante aan de samenwerking is welke vervolgvragen uit die verdieping voortkomen.’

Nieuwe prioriteiten

Bij zijn aantreden als korpschef omschreef Akerboom de Politie als een organisatie die ‘piepte en kraakte’. Hoe is dat nu? ‘De Politie had er de voorafgaande jaren veel opdrachten bij gekregen, maar daar stonden geen bijbehorende middelen tegenover’, licht hij zijn eerdere diagnose toe. ‘Dat is inmiddels door het kabinet opgelost, waardoor we qua middelen op ons basisniveau zijn.’ Maar is dat basisniveau wel afdoende in een tijd van binnen- en buitenlandse dreiging? ‘Voor de opdrachten die we nu hebben, hebben we de middelen. Maar er zijn ondertussen wel nieuwe prioriteiten bijgekomen zoals terreurdreiging, probleemwijken en de stormachtige ontwikkeling van cybercrime. Daarvoor blijft extra capaciteit nodig. Niet alleen op het gebied van IT, maar ook op straat.’