SAE 2016: kleinedomeinschatters in de statistische praktijk

/ Auteur: Masja de Ree
De tiende editie van de Small Area Estimation (SAE) Conference vond van 17 tot 19 augustus 2016 plaats in Maastricht. De conferentie over kleinedomeinschatters werd dit jaar georganiseerd door CBS, in samenwerking met de Maastricht University (UM). De focus lag op de toepassing van small area estimation bij nationale statistische bureaus.

Steeds populairder

De SAE 2016 kende 125 deelnemers uit 34 landen. Ruim de helft van hen was afkomstig van een universiteit, een derde van de deelnemers werkt bij een nationaal statistisch bureau. In het programma lag de nadruk op de implementatie van de theorie over small area estimation bij nationale statistische bureaus. Small area estimation – in het Nederlands kleinedomeinschatters – zijn schattingsmethoden waarbij aan de hand van statistische modellen betrouwbare cijfers worden gemaakt voor gedetailleerde uitsplitsingen. Iets dat met traditionele steekproeftechnieken niet mogelijk is. Het onderzoeksgebied wordt steeds populairder. Prof. Jan van den Brakel, zowel werkzaam bij CBS als aan de Universiteit Maastricht: ‘Het onderzoek beperkte zich tot nu toe vaak tot universiteiten. Het is tijd om de theorie vaker toe te passen in de praktijk.’

Bijdrage CBS

Wat dat kan opleveren, lieten de CBS-onderzoekers Harm Jan Boonstra en John Michiels tijdens de conferentie zien bij hun presentatie over de inzet van kleinedomeinschatters bij de Enquête Beroepsbevolking. CBS past deze methode sinds enige jaren toe, onder meer om maandcijfers over de beroepsbevolking te publiceren. Jaarcijfers over de beroepsbevolking kunnen met deze methode worden uitgesplitst naar gemeenten. Van den Brakel vertelde de deelnemers over zijn onderzoek naar alternatieve manieren om maandcijfers over de werkloosheid op provinciaal niveau te maken.

Big data

Andere presentaties gingen over het gebruik van big data voor het maken van regionale cijfers. Als directe bron, maar ook als hulpvariabelen in een model om met steekproefdata nauwkeurige schattingen te maken. Zo worden in Italië twitterdata gebruikt om huishoudinkomens beter te ramen en kun je met GPS-data de verkeersintensiteit en reisduur schatten. Dit onderwerp ligt in het verlengde van ander onderzoek dat momenteel bij CBS loopt. Van belang voor CBS noemt Van den Brakel verder de presentatie van prof. Danny Pfeffermann, Directeur-Generaal van het statistiekbureau in Israël. Hij betoogde dat er te weinig aandacht is voor de toenemende non-respons. Dat levert vertekening van de cijfers op. Hij presenteerde een methode om hiervoor te corrigeren. Prof. Ralf Münnich van de universiteit van Trier lichtte toe hoe je armoede in grensgebieden kunt schatten door informatie uit verschillende landen te combineren.

Lange traditie

‘Indrukwekkend was ook de prestentatie waarin werd opgesomd wat in de Verenigde Staten met behulp van kleinedomeinschatters wordt gedaan’, aldus Van den Brakel. ‘Die werken er al sinds de jaren negentig mee, vooral bij cijfers over werkloosheid, gezondheid en armoede.’ In Europa springt naast CBS het nationaal statistisch bureau van Engeland eruit. ‘Ook zij maken met kleinedomeinschatters al lange tijd werkloosheidscijfers op laag regionaal niveau.’

Positieve reacties

Het was voor het eerst dat een nationaal statistisch bureau betrokken was bij de organisatie van deze conferentie. De reacties van de deelnemers waren positief. ‘Ik ben blij dat de toepassing van small area estimation nu op de voorgrond staat en we zien dat de interesse van statistische bureaus toeneemt’, aldus Van den Brakel. Volgend jaar wordt de conferentie georganiseerd door de National School for Statistics and Information Analysis (ENSAI) in Parijs. Ook CBS draagt bij aan de organisatie.

Op de website van de conferentie kunnen de presentaties en posters worden gedownload.