CBS onderzoekt arbeidsparticipatie tot op buurtniveau

/ Auteur: Masja de Ree/Cees Groenenboom
In welke wijk wonen veel werkenden? Hoeveel uitkeringsontvangers komen er in een buurt voor? En met welke andere buurtkenmerken hangt dit samen? CBS onderzocht op buurtniveau hoe het staat met de arbeidsparticipatie, oftewel: het hebben van betaald werk. Nog niet eerder is tot op dat niveau ingezoomd.

Nieuwe methode

John Michiels, statistisch onderzoeker bij CBS, ontwikkelde een methode om de arbeidsparticipatie op buurtniveau betrouwbaar in kaart te brengen. Dit in samenhang met demografische en sociaaleconomische kenmerken van die buurt. Eén van de vragen die Michiels daarbij ook beantwoord wilde hebben, was of onderzoek op basis van de registerbronnen die CBS gebruikt (het Stelsel van Sociaal statistische Bestanden) overeenkwam met de resultaten uit de Enquête Beroepsbevolking. ‘Het blijkt dat die twee naadloos op elkaar aansluiten. Dat is een belangrijk kwaliteitscriterium, want het betekent dat we registerinformatie kunnen inzetten om arbeidsdeelnamecijfers over de afzonderlijke buurten in Nederland te publiceren. Die registerinformatie is ontwikkeld mede dankzij het pionierswerk van mijn collega Koos Arts.’

Kenmerken van buurten

Tot nu toe werd de arbeidsparticipatie alleen op gemeentelijk en bovengemeentelijk niveau in kaart gebracht (zoals provincies en landsdelen). Op bovengemeentelijk niveau bepaalt vooral de beschikbaarheid van werk hoe hoog het aandeel werkenden is. Op buurtniveau ligt dat anders omdat mensen vooral buiten hun buurt werk vinden. Voor het buurtonderzoek zijn de cijfers van alle buurten van Nederland gebruikt, in totaal meer dan 10.000. Michiels bekeek ook of buurten met een lage of juist hoge arbeidsparticipatie aan bepaalde demografische of sociaaleconomische kenmerken voldoen. Zijn er bijvoorbeeld veel of weinig koopwoningen? Wat is de gemiddelde afstand tot voorzieningen als winkels en scholen? En hoe ligt het percentage eenpersoonshuishoudens? Bij de analyse maakte hij gebruik van ‘buurttypes’ waarin verschillende van deze kenmerken gebundeld zijn. De nieuwe methodiek levert  interessante informatie op  voor de beleidsmakers in een gemeente.

Voor het buurtonderzoek zijn de cijfers van alle buurten van Nederland gebruikt, in totaal meer dan 10.000

Toepassingen in de praktijk

Om  een indruk te geven van een toepassing van de nieuwe mogelijkheden, werkte Michiels zijn methodiek nader uit voor de gemeente Heerlen. ‘Die gemeente ken ik goed en zo kon ik mijn resultaten vergelijken met mijn kennis van de lokale situatie om de kwaliteit te beoordelen’, verklaart hij zijn keuze.  Zoals verwacht zijn in buurten met hoge arbeidsparticipatie bijvoorbeeld meer koopwoningen en meer auto’s per huishouden te vinden. Wat opvalt, is dat buurten met een hoge of juist lage arbeidsparticipatie onderling sterk verschillen in leeftijdsopbouw en samenstelling van het huishouden. Er is dus niet één buurttype dat garant staat voor een hoog of juist laag aantal werkenden. Michiels wil zijn onderzoek naar de relatie tussen buurtkenmerken en arbeidsparticipatie in 2016 graag herhalen voor de vier grote steden van Nederland.  ‘Je kunt dan bijvoorbeeld ook iets zeggen over de spreiding van mensen met en mensen zonder werk en hierbij onderscheid maken tussen verschillende bevolkingsgroepen binnen een gemeente. Ook is het mogelijk verbanden te ontdekken tussen de ontwikkeling van de arbeidsparticipatie in de kerngemeente en de randgemeenten daaromheen.’

Detail

Vaak hebben beleidsmakers van een gemeente  wel  een idee  hoe bepaalde buurten er uitzien. Michiels: ‘Met statistieken kun je die vermoedens toetsen aan de hand van feiten. Een beleidsmaker in Heerlen krijgt zo een beter en completer beeld van wat er in zijn gemeente gebeurt. Het voordeel van het beschrijven van arbeidsparticipatie met registerbronnen is dat je in detail kunt gaan. Dat geldt niet alleen voor het niveau waarop je dit doet, namelijk de buurten, maar ook voor de tijd. Wat gebeurt er van jaar op jaar, of zelfs van maand op maand? Omdat er  veel andere informatie beschikbaar is op laag regionaal niveau, kun je op dat niveau verbanden leggen. Wat doet massaontslag bijvoorbeeld met een buurt? Dat is relevant om te beschrijven.’ 

 

De cijfers over arbeidsparticipatie in alle Nederlandse buurten komen naar verwachting volgend jaar beschikbaar in StatLine. Het gaat om cijfers van 2001 tot en met 2014, verbijzonderd naar geslacht, leeftijd en herkomst.

Verschillen in arbeidsparticipatie tussen buurten in Nederland; waar wonen werkenden?