Leefstijl; persoonskenmerken

Leefstijl; persoonskenmerken

Persoonskenmerken Marges Perioden Lengte en gewicht Onder- en overgewicht, 4 jaar of ouder Mate van overgewicht Matig overgewicht (%) Lengte en gewicht Onder- en overgewicht, 4 jaar of ouder Mate van overgewicht Ernstig overgewicht (%) Voeding 4 jaar of ouder, 2014-2022 Consumptie van fruit 7 Dagen per week voldoende fruit (%) Voeding 4 jaar of ouder, 2014-2022 Consumptie van fruit Minimaal 5 dagen p.w. voldoende fruit (%) Voeding 4 jaar of ouder, 2014-2022 Consumptie van groente 7 Dagen per week voldoende groente (%) Voeding 4 jaar of ouder, 2014-2022 Consumptie van groente Minimaal 5 dagen p.w. voldoende groente (%) Voeding 4 jaar of ouder, 2014-2022 Consumptie van vis Minimaal 1 dag per week (%) Voeding 4 jaar of ouder, 2014-2022 Consumptie van vis Min. 2 dagen p.w., waarvan 1 x vette vis (%) Voeding 1 jaar of ouder, vanaf 2023 Consumptie van vis 1 dag per week (%) Voeding 1 jaar of ouder, vanaf 2023 Consumptie van vis Minimaal 2 dagen per week (%) Voeding 1 jaar of ouder, vanaf 2023 Consumptie van fruit Voldoet aan de fruitnorm (%) Voeding 1 jaar of ouder, vanaf 2023 Consumptie van fruit Minimaal 5 dagen p.w. voldoende fruit (%) Voeding 1 jaar of ouder, vanaf 2023 Consumptie van groente 7 Dagen per week voldoende groente (%) Voeding 1 jaar of ouder, vanaf 2023 Consumptie van groente Minimaal 5 dagen p.w. voldoende groente (%) Voeding 1 jaar of ouder, vanaf 2023 Consumptie van suikerhoudende dranken Suikerh. drank: min. 4 glazen per dag (%) Voeding 1 jaar of ouder, vanaf 2023 Consumptie van suikerhoudende dranken Suikerh. drank: 1 t/m 3 glazen per dag (%) Voeding 1 jaar of ouder, vanaf 2023 Consumptie van suikerhoudende dranken Suikerh. drank: nooit of niet wekelijks (%) Voeding 1 jaar of ouder, vanaf 2023 Consumptie van suikerhoudende dranken Suikerhoudende drank: glazen per week (aantal)
Herkomstland: Nederland Waarde 2023 30,6 13,1 . . . . . . 33,3 14,8 24,8 30,1 27,7 42,2 3,9 15,3 45,6 5,5
Herkomstland: Nederland Ondergrens 95%-interval 2023 29,5 12,3 . . . . . . 32,2 14,0 23,8 29,0 26,7 41,1 3,5 14,4 44,4 5,3
Herkomstland: Nederland Bovengrens 95%-interval 2023 31,7 13,9 . . . . . . 34,4 15,6 25,8 31,1 28,8 43,4 4,4 16,1 46,8 5,7
Herkomstland: Europa (excl. Nederland) Waarde 2023 27,6 15,1 . . . . . . 35,2 22,5 26,2 29,5 36,9 47,9 3,9 14,7 45,5 5,2
Herkomstland: Europa (excl. Nederland) Ondergrens 95%-interval 2023 24,2 12,5 . . . . . . 31,7 19,5 23,0 26,1 33,3 44,1 2,6 12,2 41,8 4,5
Herkomstland: Europa (excl. Nederland) Bovengrens 95%-interval 2023 31,3 18,2 . . . . . . 39,0 25,9 29,7 33,1 40,6 51,7 5,9 17,6 49,4 6,0
Herkomstland: Buiten-Europa Waarde 2023 32,2 15,2 . . . . . . 29,9 23,4 21,7 26,2 30,5 38,6 5,2 17,0 41,7 6,3
Herkomstland: Buiten-Europa Ondergrens 95%-interval 2023 29,5 13,2 . . . . . . 27,4 21,2 19,6 23,9 28,1 36,0 4,0 15,0 39,0 5,7
Herkomstland: Buiten-Europa Bovengrens 95%-interval 2023 34,9 17,4 . . . . . . 32,4 25,8 24,0 28,7 33,1 41,3 6,6 19,2 44,4 6,9
Herkomst: geboren in Nederland Waarde 2023 30,4 13,1 . . . . . . 33,3 15,6 24,7 29,9 28,6 42,6 4,1 15,9 44,5 5,6
Herkomst: geboren in Nederland Ondergrens 95%-interval 2023 29,4 12,4 . . . . . . 32,3 14,9 23,8 28,9 27,7 41,6 3,6 15,2 43,4 5,4
Herkomst: geboren in Nederland Bovengrens 95%-interval 2023 31,5 13,9 . . . . . . 34,3 16,5 25,6 30,9 29,6 43,7 4,6 16,8 45,6 5,8
Herkomst: geb. in NL, ouders in NL Waarde 2023 30,6 13,1 . . . . . . 33,3 14,8 24,8 30,1 27,7 42,2 3,9 15,3 45,6 5,5
Herkomst: geb. in NL, ouders in NL Ondergrens 95%-interval 2023 29,5 12,3 . . . . . . 32,2 14,0 23,8 29,0 26,7 41,1 3,5 14,4 44,4 5,3
Herkomst: geb. in NL, ouders in NL Bovengrens 95%-interval 2023 31,7 13,9 . . . . . . 34,4 15,6 25,8 31,1 28,8 43,4 4,4 16,1 46,8 5,7
Herkomst: geb. in NL, ouder(s) buiten NL Waarde 2023 29,8 13,5 . . . . . . 33,3 20,6 23,9 28,8 33,7 45,0 5,1 19,9 38,4 6,6
Herkomst: geb. in NL, ouder(s) buiten NL Ondergrens 95%-interval 2023 26,8 11,4 . . . . . . 30,5 18,1 21,3 26,0 30,9 41,9 3,8 17,5 35,4 5,9
Herkomst: geb. in NL, ouder(s) buiten NL Bovengrens 95%-interval 2023 32,9 16,0 . . . . . . 36,3 23,2 26,6 31,7 36,8 48,1 6,8 22,5 41,4 7,2
Herkomst: geb. in NL, ouder(s) in Europa Waarde 2023 28,4 14,0 . . . . . . 36,0 19,6 26,6 29,7 33,2 46,4 3,3 18,1 42,9 5,2
Herkomst: geb. in NL, ouder(s) in Europa Ondergrens 95%-interval 2023 23,7 10,7 . . . . . . 31,1 15,7 22,2 25,0 28,4 41,1 1,7 14,3 37,7 4,3
Herkomst: geb. in NL, ouder(s) in Europa Bovengrens 95%-interval 2023 33,7 18,2 . . . . . . 41,3 24,2 31,6 34,8 38,3 51,7 6,2 22,7 48,2 6,1
Herkomst: geb. NL, ouder(s) buit. Europa Waarde 2023 30,4 13,3 . . . . . . 32,1 21,0 22,6 28,3 34,0 44,3 5,9 20,7 36,3 7,2
Herkomst: geb. NL, ouder(s) buit. Europa Ondergrens 95%-interval 2023 26,7 10,7 . . . . . . 28,7 18,0 19,6 25,0 30,5 40,5 4,2 17,7 32,7 6,4
Herkomst: geb. NL, ouder(s) buit. Europa Bovengrens 95%-interval 2023 34,3 16,4 . . . . . . 35,8 24,4 25,9 31,9 37,7 48,2 8,2 24,0 40,1 8,0
Herkomst: geboren buiten Nederland Waarde 2023 31,6 16,6 . . . . . . 29,9 25,5 22,4 25,9 31,3 38,3 4,5 13,0 47,0 5,4
Herkomst: geboren buiten Nederland Ondergrens 95%-interval 2023 28,6 14,3 . . . . . . 27,1 22,8 19,9 23,2 28,5 35,3 3,3 11,0 43,8 4,7
Herkomst: geboren buiten Nederland Bovengrens 95%-interval 2023 34,7 19,1 . . . . . . 32,8 28,3 25,1 28,7 34,4 41,5 6,1 15,4 50,2 6,1
Herkomst: geboren in Europa (excl. NL) Waarde 2023 26,9 16,1 . . . . . . 34,5 25,2 25,8 29,3 40,3 49,2 4,5 11,5 48,0 5,3
Herkomst: geboren in Europa (excl. NL) Ondergrens 95%-interval 2023 22,2 12,4 . . . . . . 29,5 20,8 21,3 24,6 35,1 43,8 2,6 8,4 42,6 4,0
Herkomst: geboren in Europa (excl. NL) Bovengrens 95%-interval 2023 32,2 20,7 . . . . . . 39,8 30,3 30,9 34,5 45,8 54,7 7,6 15,5 53,5 6,5
Herkomst: geboren buiten Europa Waarde 2023 33,6 16,8 . . . . . . 27,8 25,6 20,9 24,4 27,4 33,5 4,5 13,7 46,5 5,5
Herkomst: geboren buiten Europa Ondergrens 95%-interval 2023 29,9 14,0 . . . . . . 24,5 22,3 17,9 21,2 24,1 30,0 3,1 11,1 42,6 4,7
Herkomst: geboren buiten Europa Bovengrens 95%-interval 2023 37,6 20,0 . . . . . . 31,5 29,1 24,2 27,8 31,0 37,3 6,6 16,6 50,4 6,3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de leefstijl van de Nederlandse bevolking in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar diverse persoonskenmerken.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers: definitief

Wijzigingen per 4 maart
De cijfers over 2024 zijn toegevoegd.
Cijfers over lachgas zijn toegevoegd. De vragen over voeding zijn in 2023 gewijzigd.
Daarom wordt er voor voeding in 2023 een nieuwe reeks begonnen en wordt de oude cijferreeks over voeding (2014-2022) niet meer aangevuld.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In maart 2025 verschijnen de cijfers over verslagjaar 2024.

Toelichting onderwerpen

Lengte en gewicht
De vragen over lengte en lichaamsgewicht worden aan alle personen gesteld. Er wordt gevraagd naar de lengte in cm zonder schoenen en naar het lichaamsgewicht in kg zonder kleren. Bij zwangere vrouwen wordt gevraagd naar het lichaamsgewicht voorafgaand aan de zwangerschap.
Onder- en overgewicht, 4 jaar of ouder
De maat voor onder- of overgewicht is de Body Mass Index (BMI). De BMI is het quotiënt van het lichaamsgewicht in kilogrammen en het kwadraat van de lengte in meters [kg/m2]. Voor volwassenen van 20 jaar of ouder zijn de criteria:
1. Ondergewicht: BMI < 18,5
2. Normaal gewicht: BMI >= 18,5 en < 25,0
3. Overgewicht: BMI >= 25,0
  a. Matig overgewicht: BMI >= 25,0 en < 30,0
  b. Ernstig overgewicht: BMI >= 30,0
Voor personen jonger dan 20 jaar gelden andere grenswaarden. Deze waarden hangen af van de leeftijd en het geslacht. In de tabellen zijn niet betrokken de respondenten met onbekende lengte en /of gewicht en de respondenten met een onwaarschijnlijk gewicht in relatie tot de opgegeven lengte. In dit laatste geval betreft het personen 20 jaar of ouder met een BMI van kleiner dan 14 of groter dan 50 en personen jonger dan 20 jaar met een BMI van kleiner dan 10 of groter dan 50. Vanaf 2018 wordt er geen bovengrens meer gehanteerd, de ondergrens voor de BMI verandert niet.
Mate van overgewicht
Matig overgewicht
Percentage personen met een BMI vanaf 25,0 kg/m2 tot 30,0 kg/m2.
Voor personen jonger dan 18 jaar gelden andere grenswaarden. Deze waarden corresponderen met de BMI-waarden van 25,0 kg/m2 en 30,0 kg/m2 voor volwassenen.
Ernstig overgewicht
Percentage personen met een BMI van 30,0 kg/m2 en hoger.
Voor personen jonger dan 18 jaar gelden andere grenswaarden. Deze waarden corresponderen met een BMI-waarde van 30,0 kg/m2 voor volwassenen.
Voeding 4 jaar of ouder, 2014-2022
In de jaren 2014 tot en met 2022 werden de vragen over voeding gesteld aan alle personen van 4 jaar of ouder. De vragen gingen over de consumptie van fruit, groente en vis. Met ingang van 20232 zijn de vraagstellingen over voeding aangepast en uitgebreid. De oude indicatoren worden daarom niet meer aangevuld. Door de wijziging in vraagstellingen zijn de cijfers over vis, groente- en fruitconsumptie over de jaren vóór 2023 niet te vergelijken met de cijfers vanaf 2023.
Consumptie van fruit
Personen wordt gevraagd naar de consumptie van fruit in een normale week in de afgelopen maanden.
7 Dagen per week voldoende fruit
Percentage personen dat elke dag minimaal 2 stuks fruit eet (vanaf 9 jaar) of anderhalf stuk fruit (kinderen t/m 8 jaar). Eén stuk fruit komt overeen met 100 gram. Deze aanbevolen hoeveelheid is afkomstig uit de Richtlijnen Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad.
Minimaal 5 dagen p.w. voldoende fruit
Percentage personen dat minstens 5 dagen per week minimaal 2 stuks fruit per dag eet (vanaf 9 jaar) of anderhalf stuk fruit (kinderen t/m 8 jaar). Eén stuk fruit komt overeen met 100 gram.
Consumptie van groente
Personen wordt gevraagd naar de consumptie van groente in een normale week in de afgelopen maanden.
7 Dagen per week voldoende groente
Percentage personen dat elke dag minimaal 5 opscheplepels groente eet (vanaf 14 jaar). Voor kinderen vanaf 4 t/m 8 jaar geldt dat zij dagelijks minimaal 2 opscheplepels groente eten. Voor jongeren vanaf 9 t/m 13 jaar geldt dat zij dagelijks minimaal 3 opscheplepels groente eten. Eén opscheplepel groente komt overeen met 50 gram. Deze aantallen opscheplepels komen overeen met de aanbevolen hoeveelheid groente per dag uit de Richtlijnen Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad (november 2015).
De cijfers over 2014 en 2015 gaan uit van de Richtlijnen Voedselkeuze uit 2011. De aanbevolen hoeveelheid volgens die richtlijn was voor personen vanaf 14 jaar anders dan de aanbevolen hoeveelheid volgens de Richtlijnen Schijf van Vijf: namelijk dagelijks minimaal 4 opscheplepels voor personen van 14 t/m 70 jaar en minimaal 3 opscheplepels voor personen vanaf 71 jaar. Door deze verandering in de richtlijnen zijn de cijfers over de groenteconsumptie voor personen vanaf 14 jaar over de jaren vanaf 2016 niet te vergelijken met die van 2014 en 2015.
Minimaal 5 dagen p.w. voldoende groente
Percentage personen dat minstens 5 dagen per week minimaal 5 opscheplepels groente per dag eet (vanaf 14 jaar). Voor kinderen vanaf 4 t/m 8 jaar geldt dat zij minstens 5 dagen per week minimaal 2 opscheplepels groente per dag eten. Voor jongeren vanaf 9 t/m 13 jaar geldt dat zij minstens 5 dagen per week minimaal 3 opscheplepels groente per dag eten. Eén opscheplepel groente komt overeen met 50 gram. Deze aantallen opscheplepels komen overeen met de aanbevolen hoeveelheid groente per dag uit de Richtlijnen Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad (november 2015).
De cijfers over 2014 en 2015 gaan uit van de Richtlijnen Voedselkeuze uit 2011. De aanbevolen hoeveelheid volgens die richtlijn was voor personen vanaf 14 jaar anders dan de aanbevolen hoeveelheid volgens de Richtlijnen Schijf van Vijf: namelijk minimaal 4 opscheplepels voor personen van 14 t/m 70 jaar en minimaal 3 opscheplepels voor personen vanaf 71 jaar. Door deze verandering in de richtlijnen zijn de cijfers over de groenteconsumptie voor personen vanaf 14 jaar over de jaren vanaf 2016 niet te vergelijken met die van 2014 en 2015.
Consumptie van vis
Personen wordt gevraagd naar de consumptie van vis in een normale week in de afgelopen maanden.
Minimaal 1 dag per week
Percentage personen dat minimaal 1 dag per week vis eet. Deze aanbeveling is afkomstig uit de Richtlijnen Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad.
Min. 2 dagen p.w., waarvan 1 x vette vis
Percentage personen dat minimaal 2 dagen per week vis eet, waarvan minstens 1 dag vette vis, zoals zalm, haring en makreel.
Voeding 1 jaar of ouder, vanaf 2023
De vragen over voeding worden gesteld aan alle personen van 1 jaar of ouder en gaan over de consumptie van vlees en vis, fruit, groente, suikerhoudende dranken, brood, en snacks. In 2023 zijn de voedingsvragen grondig herzien. De cijfers over de vis, fruit- en groenteconsumptie over de jaren vóór 2023 zijn daarom niet te vergelijken met die vanaf 2023.
Consumptie van vis
Er is gevraagd naar de consumptie van vis in een normale week in de afgelopen maanden. Gedetailleerde informatie over de consumptie van vis wordt verkregen via de Voedselconsumptiepeiling. (zie tabeltoelichting).
1 dag per week
Eet 1 dag in de week vis. Deze aanbeveling is afkomstig uit de Richtlijnen Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad. De cijfers over visconsumptie vanaf 2023 zijn niet te vergelijken met de cijfers over de jaren vóór 2023 door een wijziging in de vraagstelling.
Minimaal 2 dagen per week
Eet minimaal 2 dagen in de week vis. De cijfers over visconsumptie vanaf 2023 zijn niet te vergelijken met de cijfers over de jaren vóór 2023 door een wijziging in de vraagstelling.
Consumptie van fruit
Er is gevraagd naar de consumptie van fruit in een normale week in de afgelopen maanden. De kerncijfers voor de consumptie van fruit komen uit de Voedselconsumptiepeiling (zie tabeltoelichting).
Voldoet aan de fruitnorm
Eet elke dag minimaal 2 porties fruit (vanaf 9 jaar) of anderhalve portie fruit (kinderen t/m 8 jaar). Eén portie fruit komt overeen met 100 gram. Deze aanbevolen hoeveelheid is afkomstig uit de Richtlijnen Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad. De cijfers over de fruitconsumptie vanaf 2023 zijn niet te vergelijken met de cijfers over de jaren vóór 2023 door een wijziging in de vraagstelling.
Minimaal 5 dagen p.w. voldoende fruit
Eet minstens 5 dagen per week minimaal 2 porties fruit per dag (vanaf 9 jaar) of anderhalve portie fruit (kinderen t/m 8 jaar). Eén portie fruit komt overeen met 100 gram. De cijfers over de fruitconsumptie vanaf 2023 zijn niet te vergelijken met de cijfers over de jaren vóór 2023 door een wijziging in de vraagstelling.
Consumptie van groente
Er is gevraagd naar de consumptie van groente in een normale week in de afgelopen maanden. De kerncijfers voor de consumptie van groente komen uit de Voedselconsumptiepeiling (zie tabeltoelichting).
7 Dagen per week voldoende groente
Eet elke dag minimaal minstens 250 gram groente (vanaf 14 jaar). Voor kinderen van 1 t/m 3 jaar geldt dat zij dagelijks minimaal 50 gram groente eten. Voor kinderen van 4 t/m 8 jaar geldt dat zij dagelijks minimaal 100 gram groente eten. Voor jongeren van 9 t/m 13 jaar geldt dat zij dagelijks minimaal 150 gram groente eten. Deze hoeveelheden komen overeen met de aanbevolen hoeveelheid groente per dag uit de Richtlijnen Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad (november 2015). De cijfers over de groenteconsumptie vanaf 2023 zijn niet te vergelijken met de cijfers over de jaren vóór 2023 door een wijziging in de vraagstelling.
Minimaal 5 dagen p.w. voldoende groente
Eet minstens 5 dagen per week minstens 250 gram groente (vanaf 14 jaar). Voor kinderen van 1 t/m 3 jaar geldt dat zij minstens 5 dagen per week minimaal 50 gram groente eten. Voor kinderen van 4 t/m 8 jaar geldt dat zij minstens 5 dagen per week minimaal 100 gram groente eten. Voor jongeren van 9 t/m 13 jaar geldt dat zij minstens 5 dagen per week minimaal 150 gram groente eten. Deze hoeveelheden komen overeen met de aanbevolen hoeveelheid groente per dag uit de Richtlijnen Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad (november 2015). De cijfers over de groenteconsumptie vanaf 2023 zijn niet te vergelijken met de cijfers over de jaren vóór 2023 door een wijziging in de vraagstelling.
Consumptie van suikerhoudende dranken
Er is gevraagd naar de consumptie van dranken met suiker in een normale week in de afgelopen maanden. Gedetailleerde informatie over de consumptie van suiker wordt verkregen via de Voedselconsumptiepeiling (zie tabeltoelichting).
Suikerh. drank: min. 4 glazen per dag
Drinkt dagelijks minstens 4 glazen suikerhoudende drank zoals frisdrank, ranja, energiedrank, vruchtensap, drinkyoghurt met toegevoegde suikers.
Suikerh. drank: 1 t/m 3 glazen per dag
Drinkt dagelijks 1 tot maximaal 3 glazen suikerhoudende drank zoals frisdrank, ranja, energiedrank, vruchtensap, drinkyoghurt met toegevoegde suikers. Voor kinderen jonger dan 4 jaar geldt 0,5 tot 3 max glazen.
Suikerh. drank: nooit of niet wekelijks
Drinkt nooit of niet iedere week suikerhoudende drank zoals frisdrank, ranja, energiedrank, vruchtensap, drinkyoghurt met toegevoegde suikers.
Suikerhoudende drank: glazen per week
Gemiddeld aantal glazen suikerhoudende drank dat men per week drinkt, zoals frisdrank, ranja, energiedrank, vruchtensap, drinkyoghurt met toegevoegde suikers.