Niet-financiële vennootschappen; niet-fin. transacties, ondernemingstype

Niet-financiële vennootschappen; niet-fin. transacties, ondernemingstype

Sector niet-financiële vennootschappen Perioden Middelen Subsidies niet-productgebonden (mln euro) Bestedingen Niet-productgebonden belastingen (mln euro) Bestedingen Belastingen op inkomen (mln euro)
Niet-financiële vennootschappen 2021 25.536 7.304 27.950
Ondern. onder Nederlandse zeggenschap 2021 18.829 5.187 17.153
Nederlandse multinationals 2021 5.237 860 7.067
Overig grootbedrijf 2021 5.073 1.505 918
Zelfstandig midden- en kleinbedrijf 2021 8.519 2.822 9.168
Ondern. onder buitenlandse zeggenschap 2021 6.707 2.117 10.797
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een overzicht van de niet-financiële transacties van de sector niet-financiële vennootschappen en vier subsectoren, namelijk ondernemingen onder buitenlandse zeggenschap, Nederlandse multinationals, overig grootbedrijf en zelfstandig midden- en kleinbedrijf. De transacties worden ingedeeld naar middelen en bestedingen. Daarnaast worden ook de saldi van de sectoren weergegeven.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens vanaf 2015.

Status van de cijfers:
De gegevens van 2015 tot en met 2021 zijn definitief.

Wijzigingen per 23 juni 2023:
Gegevens van 2021 zijn toegevoegd in deze tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na 18 maanden de definitieve jaarramingen gepubliceerd. De cijfers komen jaarlijks in juni beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Subsidies niet-productgebonden
Onder subsidies die niet-productgebonden zijn, vallen de subsidies op productie, die niet direct relateerbaar zijn aan de waarde of de hoeveelheid geproduceerde en verkochte producten. Het betreft vooral landbouwsubsidies, subsidies op R&D en loonsubsidies.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).
Niet-productgebonden belastingen
Dit zijn de belastingen op productie die producenten moeten betalen, ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte producten. Voorbeelden hiervan zijn de onroerendezaakbelasting, reinigingsrechten en rioolrechten betaald door producenten.
Belastingen op inkomen
Belasting die wordt geheven op inkomen. Hieronder vallen: de vennootschapsbelasting, loonbelasting, inkomstenbelasting, dividendbelasting, kansspelbelasting en eenmalige ontvangsten in verband met de liquidatie van houdstermaatschappijen.