Niet-financiële vennootschappen; niet-fin. transacties, ondernemingstype

Niet-financiële vennootschappen; niet-fin. transacties, ondernemingstype

Sector niet-financiële vennootschappen Perioden Saldi Bruto besparingen (mln euro) Saldi Netto besparingen (mln euro)
Niet-financiële vennootschappen 2021 139.416 60.474
Ondern. onder Nederlandse zeggenschap 2021 99.273 53.928
Nederlandse multinationals 2021 52.445 35.144
Overig grootbedrijf 2021 14.364 3.988
Zelfstandig midden- en kleinbedrijf 2021 32.464 14.796
Ondern. onder buitenlandse zeggenschap 2021 40.143 6.546
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een overzicht van de niet-financiële transacties van de sector niet-financiële vennootschappen en vier subsectoren, namelijk ondernemingen onder buitenlandse zeggenschap, Nederlandse multinationals, overig grootbedrijf en zelfstandig midden- en kleinbedrijf. De transacties worden ingedeeld naar middelen en bestedingen. Daarnaast worden ook de saldi van de sectoren weergegeven.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens vanaf 2015.

Status van de cijfers:
De gegevens van 2015 tot en met 2021 zijn definitief.

Wijzigingen per 23 juni 2023:
Gegevens van 2021 zijn toegevoegd in deze tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na 18 maanden de definitieve jaarramingen gepubliceerd. De cijfers komen jaarlijks in juni beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Saldi
Een saldo wordt verkregen door van de totale waarde van de posten aan de ene zijde van een rekening de totale waarde van de posten aan de andere zijde af te trekken.
Bruto besparingen
Het gedeelte van het nationaal beschikbaar inkomen dat niet voor consumptieve bestedingen is gebruikt. De nationale besparingen zijn de som van de besparingen van alle institutionele sectoren.
Netto besparingen
Het gedeelte van het nationaal beschikbaar inkomen dat niet voor consumptieve bestedingen is gebruikt. De nationale besparingen zijn de som van de besparingen van alle institutionele sectoren. Doorgaans wordt voor de nationale besparingen het netto-begrip gebruikt, dat wil zeggen: na aftrek van het verbruik van vaste activa.