Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2020)

Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2020)

Kenmerken huishouden Regio's Perioden Totaal vermogen (mld euro) Gemiddeld vermogen (1 000 euro) Mediaan vermogen (1 000 euro)
Vermogen: 1e 20%-groep Nederland 2019* -45,3 -28,9 -6,6
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Nederland (LD) 2019* -4,6 -27,0 -8,5
Vermogen: 1e 20%-groep Oost-Nederland (LD) 2019* -8,8 -29,3 -7,2
Vermogen: 1e 20%-groep West-Nederland (LD) 2019* -23,5 -29,5 -6,5
Vermogen: 1e 20%-groep Zuid-Nederland (LD) 2019* -8,3 -28,0 -5,3
Vermogen: 1e 20%-groep Niet in te delen (LD) 2019* . . .
Vermogen: 1e 20%-groep Groningen (PV) 2019* -1,9 -24,6 -9,7
Vermogen: 1e 20%-groep Fryslân (PV) 2019* -1,6 -29,1 -8,1
Vermogen: 1e 20%-groep Drenthe (PV) 2019* -1,1 -29,2 -7,0
Vermogen: 1e 20%-groep Overijssel (PV) 2019* -2,6 -27,3 -6,8
Vermogen: 1e 20%-groep Flevoland (PV) 2019* -1,3 -33,5 -7,6
Vermogen: 1e 20%-groep Gelderland (PV) 2019* -4,9 -29,5 -7,4
Vermogen: 1e 20%-groep Utrecht (PV) 2019* -3,6 -32,0 -8,3
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Holland (PV) 2019* -8,8 -31,3 -6,1
Vermogen: 1e 20%-groep Zuid-Holland (PV) 2019* -10,4 -27,6 -6,4
Vermogen: 1e 20%-groep Zeeland (PV) 2019* -0,7 -27,3 -5,8
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Brabant (PV) 2019* -6,0 -30,5 -5,6
Vermogen: 1e 20%-groep Limburg (PV) 2019* -2,3 -23,1 -4,8
Vermogen: 1e 20%-groep Niet in te delen (PV) 2019* . . .
Vermogen: 1e 20%-groep Oost-Groningen (CR) 2019* -0,4 -26,0 -7,8
Vermogen: 1e 20%-groep Delfzijl en omgeving (CR) 2019* -0,1 -24,4 -8,5
Vermogen: 1e 20%-groep Overig Groningen (CR) 2019* -1,4 -24,3 -10,2
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Friesland (CR) 2019* -0,8 -27,0 -8,4
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidwest-Friesland (CR) 2019* -0,3 -36,6 -8,1
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidoost-Friesland (CR) 2019* -0,4 -28,8 -7,7
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Drenthe (CR) 2019* -0,4 -32,3 -6,8
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidoost-Drenthe (CR) 2019* -0,4 -27,1 -7,6
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidwest-Drenthe (CR) 2019* -0,3 -28,5 -6,1
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Overijssel (CR) 2019* -0,8 -30,8 -7,2
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidwest-Overijssel (CR) 2019* -0,3 -24,8 -6,1
Vermogen: 1e 20%-groep Twente (CR) 2019* -1,5 -26,2 -6,7
Vermogen: 1e 20%-groep Veluwe (CR) 2019* -1,4 -31,5 -6,3
Vermogen: 1e 20%-groep Achterhoek (CR) 2019* -0,9 -34,0 -7,7
Vermogen: 1e 20%-groep Arnhem/Nijmegen (CR) 2019* -2,1 -25,8 -8,3
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidwest-Gelderland (CR) 2019* -0,5 -34,9 -5,4
Vermogen: 1e 20%-groep Utrecht (CR) 2019* -3,6 -32,0 -8,3
Vermogen: 1e 20%-groep Kop van Noord-Holland (CR) 2019* -0,8 -30,3 -5,9
Vermogen: 1e 20%-groep Alkmaar en omgeving (CR) 2019* -0,6 -35,0 -5,4
Vermogen: 1e 20%-groep IJmond (CR) 2019* -0,4 -29,8 -4,1
Vermogen: 1e 20%-groep Agglomeratie Haarlem (CR) 2019* -0,6 -33,0 -5,4
Vermogen: 1e 20%-groep Zaanstreek (CR) 2019* -0,4 -28,3 -4,5
Vermogen: 1e 20%-groep Groot-Amsterdam (CR) 2019* -5,3 -30,0 -6,6
Vermogen: 1e 20%-groep Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2019* -0,8 -44,9 -5,7
Vermogen: 1e 20%-groep Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2019* -1,1 -31,7 -8,2
Vermogen: 1e 20%-groep Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2019* -2,9 -28,1 -5,2
Vermogen: 1e 20%-groep Delft en Westland (CR) 2019* -0,6 -26,7 -7,4
Vermogen: 1e 20%-groep Oost-Zuid-Holland (CR) 2019* -0,7 -33,9 -6,2
Vermogen: 1e 20%-groep Groot-Rijnmond (CR) 2019* -4,4 -25,8 -6,6
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2019* -0,8 -28,4 -6,6
Vermogen: 1e 20%-groep Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2019* -0,2 -25,6 -4,9
Vermogen: 1e 20%-groep Overig Zeeland (CR) 2019* -0,6 -27,9 -6,1
Vermogen: 1e 20%-groep West-Noord-Brabant (CR) 2019* -1,4 -26,7 -5,3
Vermogen: 1e 20%-groep Midden-Noord-Brabant (CR) 2019* -1,3 -30,1 -6,7
Vermogen: 1e 20%-groep Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2019* -1,5 -34,5 -5,6
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2019* -1,8 -31,2 -5,1
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Limburg (CR) 2019* -0,5 -26,4 -4,0
Vermogen: 1e 20%-groep Midden-Limburg (CR) 2019* -0,5 -29,0 -4,7
Vermogen: 1e 20%-groep Zuid-Limburg (CR) 2019* -1,4 -20,8 -5,1
Vermogen: 1e 20%-groep Flevoland (CR) 2019* -1,3 -33,5 -7,6
Vermogen: 1e 20%-groep Niet in te delen (CR) 2019* . . .
Vermogen: 1e 20%-groep Aa en Hunze 2019* -0,1 -41,4 -10,3
Vermogen: 1e 20%-groep Aalsmeer 2019* -0,1 -37,2 -5,3
Vermogen: 1e 20%-groep Aalten 2019* 0,0 -32,1 -9,4
Vermogen: 1e 20%-groep Achtkarspelen 2019* 0,0 -22,9 -5,4
Vermogen: 1e 20%-groep Alblasserdam 2019* 0,0 -31,1 -6,7
Vermogen: 1e 20%-groep Albrandswaard 2019* -0,1 -68,8 -9,5
Vermogen: 1e 20%-groep Alkmaar 2019* -0,2 -27,7 -5,0
Vermogen: 1e 20%-groep Almelo 2019* -0,2 -21,8 -5,9
Vermogen: 1e 20%-groep Almere 2019* -0,7 -34,2 -8,3
Vermogen: 1e 20%-groep Alphen aan den Rijn 2019* -0,3 -35,8 -6,4
Vermogen: 1e 20%-groep Alphen-Chaam 2019* 0,0 -45,6 -9,5
Vermogen: 1e 20%-groep Altena 2019* -0,1 -44,0 -7,2
Vermogen: 1e 20%-groep Ameland 2019* 0,0 -41,5 -5,9
Vermogen: 1e 20%-groep Amersfoort 2019* -0,4 -31,6 -6,1
Vermogen: 1e 20%-groep Amstelveen 2019* -0,3 -33,8 -7,0
Vermogen: 1e 20%-groep Amsterdam 2019* -4,1 -28,8 -6,7
Vermogen: 1e 20%-groep Apeldoorn 2019* -0,4 -28,8 -5,4
Vermogen: 1e 20%-groep Appingedam 2019* 0,0 -20,5 -6,3
Vermogen: 1e 20%-groep Arnhem 2019* -0,5 -22,5 -7,0
Vermogen: 1e 20%-groep Assen 2019* -0,1 -22,4 -5,5
Vermogen: 1e 20%-groep Asten 2019* 0,0 -33,8 -2,9
Vermogen: 1e 20%-groep Baarle-Nassau 2019* 0,0 -42,6 -7,3
Vermogen: 1e 20%-groep Baarn 2019* -0,1 -38,8 -6,3
Vermogen: 1e 20%-groep Barendrecht 2019* -0,1 -44,4 -10,2
Vermogen: 1e 20%-groep Barneveld 2019* -0,1 -42,7 -5,8
Vermogen: 1e 20%-groep Beek (L.) 2019* 0,0 -29,0 -7,6
Vermogen: 1e 20%-groep Beekdaelen 2019* -0,1 -28,6 -7,7
Vermogen: 1e 20%-groep Beemster 2019* 0,0 -71,5 -12,8
Vermogen: 1e 20%-groep Beesel 2019* 0,0 -24,4 -5,7
Vermogen: 1e 20%-groep Berg en Dal 2019* -0,1 -28,8 -5,6
Vermogen: 1e 20%-groep Bergeijk 2019* 0,0 -41,6 -6,8
Vermogen: 1e 20%-groep Bergen (L.) 2019* 0,0 -34,5 -7,9
Vermogen: 1e 20%-groep Bergen (NH.) 2019* -0,1 -52,5 -4,3
Vermogen: 1e 20%-groep Bergen op Zoom 2019* -0,1 -24,4 -3,9
Vermogen: 1e 20%-groep Berkelland 2019* -0,1 -31,0 -7,1
Vermogen: 1e 20%-groep Bernheze 2019* -0,1 -44,8 -4,9
Vermogen: 1e 20%-groep Best 2019* -0,1 -45,3 -4,8
Vermogen: 1e 20%-groep Beuningen 2019* 0,0 -28,8 -7,4
Vermogen: 1e 20%-groep Beverwijk 2019* -0,1 -25,7 -3,9
Vermogen: 1e 20%-groep De Bilt 2019* -0,1 -38,0 -5,4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het vermogen van huishoudens naar kenmerken als samenstelling van het huishouden, leeftijd en migratieachtergrond van de hoofdkostwinner, voornaamste inkomensbron, woonsituatie, inkomensgroep, vermogensgroep en vermogensklasse. De gegevens zijn beschikbaar naar diverse regionale indelingen gebaseerd op de gemeentelijke indeling per 1 januari 2020.

Gegevens beschikbaar van 2006 tot en met 2019.
De gegevens betreffen de stand van het vermogen per 1 januari.

Status van de cijfers:
De cijfers over 2006 tot en met 2018 zijn definitief. De cijfers over 2019 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 19 oktober 2021:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing. Deze tabel wordt opgevolgd door de tabel 'Vermogen huishoudens; regio (indeling 2021)'. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Totaal vermogen
Totale som van het vermogen van particuliere huishoudens.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Gemiddeld vermogen
Gemiddeld vermogen van particuliere huishoudens.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Mediaan vermogen
Mediaan vermogen van particuliere huishoudens.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getalen van laag naar hoog worden gesorteerd.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.