Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2020)

Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2020)

Kenmerken huishouden Regio's Perioden Particuliere huishoudens (x 1 000) Totaal vermogen (mld euro) Gemiddeld vermogen (1 000 euro) Mediaan vermogen (1 000 euro)
Bron: Studiefinanciering Nederland 2019* 45,8 0,5 10,3 -2,6
Bron: Studiefinanciering Noord-Nederland (LD) 2019* 7,3 . . -3,0
Bron: Studiefinanciering Oost-Nederland (LD) 2019* 10,0 . . -1,8
Bron: Studiefinanciering West-Nederland (LD) 2019* 21,7 . . -2,9
Bron: Studiefinanciering Zuid-Nederland (LD) 2019* 6,7 . . -2,0
Bron: Studiefinanciering Niet in te delen (LD) 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Groningen (PV) 2019* 5,3 . . -3,7
Bron: Studiefinanciering Fryslân (PV) 2019* 1,6 0,0 -3,3 -2,5
Bron: Studiefinanciering Drenthe (PV) 2019* 0,5 . . -0,4
Bron: Studiefinanciering Overijssel (PV) 2019* 3,0 0,0 -2,6 -1,7
Bron: Studiefinanciering Flevoland (PV) 2019* 0,8 0,0 -3,4 -0,4
Bron: Studiefinanciering Gelderland (PV) 2019* 6,2 . . -2,1
Bron: Studiefinanciering Utrecht (PV) 2019* 3,9 . . -2,9
Bron: Studiefinanciering Noord-Holland (PV) 2019* 5,7 . . -2,7
Bron: Studiefinanciering Zuid-Holland (PV) 2019* 11,8 0,1 6,2 -3,1
Bron: Studiefinanciering Zeeland (PV) 2019* 0,4 . . -0,2
Bron: Studiefinanciering Noord-Brabant (PV) 2019* 4,6 . . -2,0
Bron: Studiefinanciering Limburg (PV) 2019* 2,1 . . -2,1
Bron: Studiefinanciering Niet in te delen (PV) 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Oost-Groningen (CR) 2019* 0,2 . . -1,1
Bron: Studiefinanciering Delfzijl en omgeving (CR) 2019* 0,1 . . .
Bron: Studiefinanciering Overig Groningen (CR) 2019* 5,1 . . -4,0
Bron: Studiefinanciering Noord-Friesland (CR) 2019* 1,2 0,0 -5,4 -2,9
Bron: Studiefinanciering Zuidwest-Friesland (CR) 2019* 0,1 . . .
Bron: Studiefinanciering Zuidoost-Friesland (CR) 2019* 0,2 . . -1,0
Bron: Studiefinanciering Noord-Drenthe (CR) 2019* 0,2 . . -0,4
Bron: Studiefinanciering Zuidoost-Drenthe (CR) 2019* 0,2 . . -0,8
Bron: Studiefinanciering Zuidwest-Drenthe (CR) 2019* 0,1 . . -0,2
Bron: Studiefinanciering Noord-Overijssel (CR) 2019* 0,7 0,0 -0,8 -1,0
Bron: Studiefinanciering Zuidwest-Overijssel (CR) 2019* 0,3 0,0 -5,8 -1,8
Bron: Studiefinanciering Twente (CR) 2019* 2,0 0,0 -2,7 -2,1
Bron: Studiefinanciering Veluwe (CR) 2019* 2,2 . . -1,0
Bron: Studiefinanciering Achterhoek (CR) 2019* 0,3 . . -0,1
Bron: Studiefinanciering Arnhem/Nijmegen (CR) 2019* 3,6 . . -3,3
Bron: Studiefinanciering Zuidwest-Gelderland (CR) 2019* 0,1 . . .
Bron: Studiefinanciering Utrecht (CR) 2019* 3,9 . . -2,9
Bron: Studiefinanciering Kop van Noord-Holland (CR) 2019* 0,2 0,0 -2,9 -0,2
Bron: Studiefinanciering Alkmaar en omgeving (CR) 2019* 0,2 . . 0,0
Bron: Studiefinanciering IJmond (CR) 2019* 0,1 . . -1,4
Bron: Studiefinanciering Agglomeratie Haarlem (CR) 2019* 0,3 . . -1,2
Bron: Studiefinanciering Zaanstreek (CR) 2019* 0,1 . . -0,7
Bron: Studiefinanciering Groot-Amsterdam (CR) 2019* 4,6 0,0 10,2 -3,6
Bron: Studiefinanciering Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2019* 0,3 . . -1,9
Bron: Studiefinanciering Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2019* 2,0 0,0 10,2 -3,4
Bron: Studiefinanciering Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2019* 2,8 . . -2,7
Bron: Studiefinanciering Delft en Westland (CR) 2019* 2,3 . . -4,3
Bron: Studiefinanciering Oost-Zuid-Holland (CR) 2019* 0,3 . . 0,0
Bron: Studiefinanciering Groot-Rijnmond (CR) 2019* 4,0 0,0 -2,7 -3,4
Bron: Studiefinanciering Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2019* 0,3 . . -2,0
Bron: Studiefinanciering Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Overig Zeeland (CR) 2019* 0,4 . . -0,3
Bron: Studiefinanciering West-Noord-Brabant (CR) 2019* 1,0 . . -2,2
Bron: Studiefinanciering Midden-Noord-Brabant (CR) 2019* 1,4 0,0 -4,7 -3,1
Bron: Studiefinanciering Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2019* 0,5 . . -1,0
Bron: Studiefinanciering Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2019* 1,7 . . -1,3
Bron: Studiefinanciering Noord-Limburg (CR) 2019* 0,2 0,0 -4,3 -0,5
Bron: Studiefinanciering Midden-Limburg (CR) 2019* 0,1 . . 0,0
Bron: Studiefinanciering Zuid-Limburg (CR) 2019* 1,8 . . -2,5
Bron: Studiefinanciering Flevoland (CR) 2019* 0,8 0,0 -3,4 -0,4
Bron: Studiefinanciering Niet in te delen (CR) 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Aa en Hunze 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Aalsmeer 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Aalten 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Achtkarspelen 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Alblasserdam 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Albrandswaard 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Alkmaar 2019* 0,1 . . .
Bron: Studiefinanciering Almelo 2019* 0,1 0,0 -4,7 -0,6
Bron: Studiefinanciering Almere 2019* 0,4 0,0 -5,3 -1,3
Bron: Studiefinanciering Alphen aan den Rijn 2019* 0,1 . . .
Bron: Studiefinanciering Alphen-Chaam 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Altena 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Ameland 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Amersfoort 2019* 0,2 0,0 -4,1 -1,6
Bron: Studiefinanciering Amstelveen 2019* 0,3 . . -3,4
Bron: Studiefinanciering Amsterdam 2019* 3,6 0,0 11,0 -3,8
Bron: Studiefinanciering Apeldoorn 2019* 0,2 . . -1,3
Bron: Studiefinanciering Appingedam 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Arnhem 2019* 1,1 0,0 -4,6 -2,8
Bron: Studiefinanciering Assen 2019* 0,1 0,0 -5,4 -1,7
Bron: Studiefinanciering Asten 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Baarle-Nassau 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Baarn 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Barendrecht 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Barneveld 2019* 0,1 . . .
Bron: Studiefinanciering Beek (L.) 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Beekdaelen 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Beemster 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Beesel 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Berg en Dal 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Bergeijk 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Bergen (L.) 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Bergen (NH.) 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Bergen op Zoom 2019* 0,1 . . .
Bron: Studiefinanciering Berkelland 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Bernheze 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Best 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Beuningen 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering Beverwijk 2019* 0,0 . . .
Bron: Studiefinanciering De Bilt 2019* 0,0 . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het vermogen van huishoudens naar kenmerken als samenstelling van het huishouden, leeftijd en migratieachtergrond van de hoofdkostwinner, voornaamste inkomensbron, woonsituatie, inkomensgroep, vermogensgroep en vermogensklasse. De gegevens zijn beschikbaar naar diverse regionale indelingen gebaseerd op de gemeentelijke indeling per 1 januari 2020.

Gegevens beschikbaar van 2006 tot en met 2019.
De gegevens betreffen de stand van het vermogen per 1 januari.

Status van de cijfers:
De cijfers over 2006 tot en met 2018 zijn definitief. De cijfers over 2019 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 19 oktober 2021:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing. Deze tabel wordt opgevolgd door de tabel 'Vermogen huishoudens; regio (indeling 2021)'. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Aantal particuliere huishoudens met vermogen per 1 januari van het verslagjaar.
Een particulier huishouden bestaat uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf niet-bedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften.
Totaal vermogen
Totale som van het vermogen van particuliere huishoudens.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Gemiddeld vermogen
Gemiddeld vermogen van particuliere huishoudens.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Mediaan vermogen
Mediaan vermogen van particuliere huishoudens.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getalen van laag naar hoog worden gesorteerd.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.