Groeirekeningen; nationale rekeningen

Groeirekeningen; nationale rekeningen

Bedrijfstakken/branches (SBI2008) Perioden Groeirekeningen Op basis van geconsolideerde productie Bijdrage diensten (procentpunt) Intermediair verbruik Geconsolideerd (mln euro) Verbruik diensten (mln euro) Intermediair verbruik Geconsolideerd (2015=100) Verbruik diensten (volume-indexcijfers 2015=100) Kapitaaldiensten Kapitaaldiensten (mln euro / euro) Kapitaaldiensten (mln euro) (mln euro) Kapitaaldiensten Kapitaaldiensten (mln euro / euro) Kapitaaldiensten gewerkt uur (euro) (euro) Kapitaaldiensten Kapitaaldiensten (mln euro / euro) ICT-kapitaaldiensten (mln euro) (mln euro) Kapitaaldiensten Kapitaaldiensten (mln euro / euro) niet-ICT-kapitaaldiensten (mln euro) (mln euro) Kapitaaldiensten Kapitaaldiensten (mln euro / euro) Kapitaaldiensten neoklassiek (mln euro) (mln euro) Kapitaaldiensten Kapitaaldiensten (2015 = 100) Kapitaaldiensten (2015=100) (volume-indexcijfers 2015=100) Kapitaaldiensten Kapitaaldiensten (2015 = 100) Kapitaaldiensten gewerkt uur (2015=100) (volume-indexcijfers 2015=100) Kapitaaldiensten Kapitaaldiensten (2015 = 100) ICT-kapitaaldiensten (2015=100) (volume-indexcijfers 2015=100) Kapitaaldiensten Kapitaaldiensten (2015 = 100) niet-ICT-kapitaaldiensten (2015=100) (volume-indexcijfers 2015=100) Kapitaaldiensten Kapitaaldiensten (2015 = 100) Kapitaaldiensten neoklassiek (2015=100) (volume-indexcijfers 2015=100)
M-N Zakelijke dienstverlening 2022* 3,8 70.103 153,9 23.857 8,2 8.244 15.614 . 160,4 135,7 192,8 145,8 .
73-75 Reclame, design, overige diensten 2022* 5,5 8.858 123,7 802 3,0 450 352 . 104,8 92,5 113,7 93,5 .
N Verhuur en overige zakelijke diensten 2022* 5,2 30.194 164,8 18.248 11,4 5.264 12.984 . 178,3 149,9 297,4 151,7 .
O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 2022* . . . . . . . . . . . . .
R-U Cultuur, recreatie, overige diensten 2022* 4,9 9.304 108,7 1.958 3,3 753 1.206 . 105,6 99,7 113,7 89,0 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de uitkomsten van de Nederlandse groeirekeningen. De groeirekeningen laten zien welke bijdragen de verschillende productiemiddelen hebben geleverd aan de economische groei. Zo kan worden bepaald welk deel van de productiegroei wordt verklaard door een verandering in de inzet van kapitaal (K), arbeid (L), energie (E), materialen (M) of diensten (S).

Uit de uitkomsten van de groeirekeningen kan ook de bijdrage van de multifactorproductiviteit worden afgeleid. Dit is het deel van de groei (van de productie of toegevoegde waarde) dat niet kan worden toegerekend aan één van de verschillende productiemiddelen. Multifactorproductiviteit is daarmee een belangrijke maatstaf voor de productiviteit van de Nederlandse economie. Doordat met alle bekende inputs van het productieproces rekening wordt gehouden, levert de multifactorproductiviteit een breder beeld van de productiviteit dan de van oudsher gehanteerde arbeidsproductiviteit. In deze tabel worden ook de onderliggende data, kapitaalproductiviteit en de arbeidsproductiviteit gepubliceerd. De gegevens over de geconsolideerde productie en verbruik, samen met de groeirekeningen op basis van geconsolideerde productie zijn weggelaten voor de jaren 1995-2014. Dit komt doordat voor deze jaren geen input-output tabel met volumeontwikkelingen beschikbaar was.

Gegevens beschikbaar vanaf 1995.

Status van de cijfers:
De gegevens van 2021 en 2022 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 29 september 2023.
Cijfers over de periode 2020 en 2021 zijn geüpdatet. Voor 2022 zijn nieuwe cijfers toegevoegd.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft in 2018 een revisie uitgevoerd van de nationale rekeningen. Hierbij worden nieuwe statistische bronnen en ramingsmethoden gebruikt. Deze tabel geeft de cijfers na revisie weer. Voor aanvullende informatie zie paragraaf 3.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na ongeveer 9 maanden voorlopige cijfers gepubliceerd. Na 33 maanden worden de definitieve cijfers gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Groeirekeningen
Hierin wordt de volumeontwikkeling van de geconsolideerde productie of toegevoegde waarde toegerekend aan de verschillende productiemiddelen en aan multifactorproductiviteit.
Op basis van geconsolideerde productie
Groeirekeningen op basis van de geconsolideerde productie. Hierin wordt de volumeontwikkeling van de geconsolideerde productie toegerekend aan de verschillende productiemiddelen en aan multifactorproductiviteit. De bijdragen worden gemeten in procentpunten. De bijdragen van arbeid, kapitaal, energie, materialen, diensten en multifactorproductiviteit tellen samen op tot de volumeontwikkeling van de geconsolideerde productie.
Bijdrage diensten
Dat deel van de volumeverandering van de geconsolideerde productie dat wordt veroorzaakt door veranderingen in de inzet van diensten.
Intermediair verbruik
De waarde van alle producten die in de verslagperiode zijn verbruikt in het productieproces. Dit kunnen al of niet in de verslagperiode aangekochte grondstoffen, halffabricaten en brandstoffen zijn maar ook diensten zoals communicatiediensten, schoonmaakdiensten en diensten van externe accountants.

Niet tot het intermediair verbruik maar tot de afschrijvingen behoort het verbruik van vaste activa (bedrijfsgebouwen, machines, eigen vervoermiddelen e.d.). Ook aangekochte goederen door de handel die, zonder enige bewerking te ondergaan, weer zijn doorverkocht worden niet tot het intermediair verbruik gerekend.
Geconsolideerd (mln euro)
Geconsolideerd intermediair verbruik miljoen euro
Verbruik diensten
Het verbruik van diensten verminderd met de interne leveringen van diensten. Het geconsolideerde verbruik van diensten is het verbruik van diensten dat overblijft als de eenheid (bedrijfsklasse, bedrijfstak of de commerciële sector) wordt beschreven als één enkel bedrijf.
Geconsolideerd (2015=100)
Geconsolideerd intermediair verbruik 2010=100
Verbruik diensten
Het verbruik van diensten verminderd met de interne leveringen van diensten. Het geconsolideerde verbruik van diensten is het verbruik van diensten dat overblijft als de eenheid (bedrijfsklasse, bedrijfstak of de commerciële sector) wordt beschreven als één enkel bedrijf.
Kapitaaldiensten
De belangrijkste typen van kapitaal zijn opgenomen in de groeirekeningen. De kapitaalgoederenvoorraad wordt meegenomen, net als de Nederlandse aardolie- en aardgasreserve. Verder zijn voorraden, landbouwgrond en grond onder bebouwing opgenomen. De waarde van de kapitaaldiensten wordt gelijk gesteld aan de kosten van de kapitaaldiensten. Deze kosten worden de gebruikskosten van kapitaal genoemd. Deze gebruikskosten zijn conceptueel het beste te vergelijken met de huurprijs van de betreffende kapitaalgoederen. Doorgaans bestaan de gebruikskosten van kapitaal uit vier onderdelen,
namelijk de afschrijvingen, de (toegerekende) rentekosten, het saldo van belastingen en subsidies op het gebruik van kapitaal en de waarderingswinsten of -verliezen. Wanneer de prijzen van de kapitaalgoederen stijgen, ontstaan er waarderingswinsten die in mindering moeten worden gebracht op de gebruikskosten van kapitaalgoederen. Bij prijsdalingen nemen de gebruikskosten juist toe.
Kapitaaldiensten (mln euro / euro)
Kapitaaldiensten (mln euro)
Diensten die door kapitaalgoederen worden geleverd in het productieproces.
Kapitaaldiensten gewerkt uur (euro)
Diensten per gewerkt uur die door kapitaalgoederen worden geleverd in het productieproces.
ICT-kapitaaldiensten (mln euro)
Diensten die door ICT-kapitaalgoederen worden geleverd in het productieproces. ICT goederen zijn computers, telecommunicatie-apparatuur en software en databases.
niet-ICT-kapitaaldiensten (mln euro)
Diensten die door kapitaalgoederen anders dan ICT worden geleverd in het productieproces. Het saldo van belastingen en subsidies en kapitaal wordt ook aan dit aggregaat toegerekend.
Kapitaaldiensten neoklassiek (mln euro)
Diensten die door kapitaalgoederen worden geleverd in het productieproces. Deze kapitaaldiensten worden berekend door ervan uit te gaan dat er binnen een bedrijfstak geen winsten zijn, en daarom het gehele netto-exploitatie overschot als een vergoeding voor kapitaal beschouwd moet worden.
Kapitaaldiensten (2015 = 100)
Kapitaaldiensten (2015=100)
Diensten die door kapitaalgoederen worden geleverd in het productieproces.
Kapitaaldiensten gewerkt uur (2015=100)
Diensten per gewerkt uur die door kapitaalgoederen worden geleverd in het productieproces.
ICT-kapitaaldiensten (2015=100)
niet-ICT-kapitaaldiensten (2015=100)
Diensten die door kapitaalgoederen anders dan ICT worden geleverd in het productieproces. Het saldo van belastingen en subsidies en kapitaal wordt ook aan dit aggregaat toegerekend.
Kapitaaldiensten neoklassiek (2015=100)
Diensten die door kapitaalgoederen worden geleverd in het productieproces. Deze kapitaaldiensten worden berekend door ervan uit te gaan dat er binnen een bedrijfstak geen winsten zijn, en daarom het gehele netto-exploitatie overschot als een vergoeding voor kapitaal beschouwd moet worden.