Woonlasten huishoudens; kenmerken huishouden, woning

Woonlasten huishoudens; kenmerken huishouden, woning

Eigenaar/huurder Huishoudkenmerken Woningkenmerken Marges Perioden Woonlasten Totaal woonlasten (euro) Woonlasten Netto woonuitgaven (euro) Woonlasten Bijkomende woonlasten (euro) Woonquote (%) Scheefhuur Geen scheefhuur (%) Scheefhuur Goedkope scheefhuur (%) Scheefhuur Dure scheefhuur (%)
Totaal Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2012 814 597 217 32,2 . . .
Totaal Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2015 805 598 207 31,7 . . .
Totaal Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2018 823 616 207 31,1 . . .
Totaal Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2021 841 644 197 28,6 . . .
Eigenaar Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2012 964 719 245 29,5 . . .
Eigenaar Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2015 908 678 231 27,2 . . .
Eigenaar Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2018 924 695 229 26,6 . . .
Eigenaar Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2021 919 696 224 23,4 . . .
Huurder Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2012 591 416 175 36,2 80,2 11,7 8,1
Huurder Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2015 649 477 172 38,6 76,8 9,2 14,0
Huurder Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2018 669 496 173 37,8 81,0 7,6 11,4
Huurder Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2021 723 568 156 36,3 81,7 6,7 11,6
Huurt woning van particulier verhuurder Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2012 743 560 183 40,8 74,1 12,2 13,7
Huurt woning van particulier verhuurder Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2015 813 630 183 42,3 73,7 9,7 16,6
Huurt woning van particulier verhuurder Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2018 837 657 181 42,4 77,8 7,4 14,8
Huurt woning van particulier verhuurder Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2021 944 782 162 41,8 80,3 5,6 14,1
Huurt woning van sociaal verhuurder Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2012 549 376 173 34,9 81,9 11,6 6,6
Huurt woning van sociaal verhuurder Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2015 599 430 169 37,4 77,7 9,1 13,2
Huurt woning van sociaal verhuurder Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2018 600 430 170 36,0 82,3 7,7 9,9
Huurt woning van sociaal verhuurder Particuliere huishoudens Totaal woningen Waarde 2021 622 468 153 33,8 82,4 7,2 10,4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de woonlasten van particuliere huishoudens in zelfstandige woningen. Huishoudens die (tijdelijk) gratis in een huis wonen zijn hierbij niet meegenomen. De cijfers worden gepresenteerd voor zowel eigenaren als huurders en kunnen verder worden uitgesplitst naar verschillende kenmerken van het huishouden en de woning.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2012

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 9 juni 2022:
Definitieve cijfers 2021 opgenomen.
Revisie cijfers 2012, 2015 en 2018 in verband met nieuwe rekenmethode en aanpassing woningbeleid aan regelgeving 2021.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De cijfers over verslagjaar 2024 komen beschikbaar in 2025.

Toelichting onderwerpen

Woonlasten
Totaal woonlasten
Het gemiddelde totale bedrag aan woonkosten, zoals huur- of hypotheeklasten, inclusief de bijkomende woonuitgaven zoals: onroerendzaakbelasting, premies voor woonverzekeringen, rioolrechten, gas, water, electra.
Netto woonuitgaven
Bij huurders betreft dit het huurbedrag verminderd met de eventuele huurtoeslag. Bij eigenaren betreft dit de hypotheeklasten, maar ook de OZB belasting, opstalverzekering, onderhoudskosten en indien van toepassing de erfpacht.
Bijkomende woonlasten
Woonlasten die ieder zelfstandig huishouden heeft, zowel huurders als eigenaren. Dit betreft de belastingen geheven door de gemeenten en de openbare lichamen en de kosten van energie en waterverbruik.
Woonquote
Gemiddelde percentage van het besteedbaar huishoudinkomen dat besteed wordt aan woonlasten.
Het gehanteerde inkomen bij het WoON betreft het gecorrigeerde besteedbaar inkomen volgens de BZK-definitie (vromhh_r), exclusief alle inkomensposten in verband met wonen dus exclusief huurtoeslag, koopsubsidie, hypotheekrenteaftrek en eigenwoningforfait met daaraan gekoppeld belastingvoordeel.
Scheefhuur
Geen scheefhuur
Het huishouden huurt een woning met een huur die past bij het inkomen.
Goedkope scheefhuur
Het huishouden heeft een belastbaar inkomen boven de lage inkomensgrens van het inkomensafhankelijke huurbeleid en een bruto huur onder de liberalisatiegrens. De liberalisatiegrens wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld en lag bij WoON2012 op € 664,66, bij WoON2015 op € 699,48, bij WoON 2018 op € 710,68 en bij WoON2021 op € 752.33.Vanaf 2017 is het inkomensafhankelijke huurbeleid aangepast. De nieuwe regels zijn teruggelegd naar alle WoON onderzoeken.
Dure scheefhuur
Het huishouden komt op grond van zijn inkomen, huishoudsamenstelling en leeftijd in aanmerking voor huurtoeslag, en heeft een bruto huur boven de aftoppingsgrens. De aftoppingsgrens wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. Voor 1 en 2 persoonshuishoudens is in WoON2012 een grens gehanteerd van € 525,37, in WoON2015 een grens van € 556,82, in WoON 2018 een grens van € 597,30 en in WoON2021 een grens van € 633.25 . Voor huishoudens met meer dan 2 personen lagen de grenzen in deze WoONonderzoeken op respectievelijk € 561,98, € 596,75, € 640,14 en € 678.66. Voor de afbakening van de groep dure scheefhuur is uitgegaan van de regels die op 1 januari 2021 geldig zijn.