Productieproces; bedrijfstak en regio, nationale rekeningen

Productieproces; bedrijfstak en regio, nationale rekeningen

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Regio's Perioden Toegevoegde waarde vanuit productie Productie basisprijzen (mln euro) Toegevoegde waarde vanuit productie Intermediair verbruik (mln euro) Toegevoegde waarde vanuit productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Beloning van werknemers (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Exploitatieoverschot (bruto) (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Niet-productgebonden belastingen (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Niet-productgebonden subsidies (-) (mln euro) Arbeidsvolume Arbeidsvolume totaal (1 000 arbeidsjaren) Arbeidsvolume Arbeidsvolume werknemers (1 000 arbeidsjaren)
C Industrie Nederland 2021* 364.173 267.610 96.563 47.185 51.111 638 2.371 736,8 689,4
C Industrie Noord-Nederland (LD) 2021* 27.044 19.473 7.571 4.093 3.615 44 181 73,6 68,3
C Industrie Oost-Nederland (LD) 2021* 71.633 50.650 20.984 10.497 10.908 115 536 176,1 166,2
C Industrie West-Nederland (LD) 2021* 149.164 115.909 33.255 16.699 17.100 303 847 252,7 232,0
C Industrie Zuid-Nederland (LD) 2021* 116.332 81.578 34.753 15.896 19.488 176 806 234,4 222,9
C Industrie Extra-Regio (LD) 2021* 0 0 0 0 0 0 0 0,0 0,0
C Industrie Groningen (PV) 2021* 8.622 6.288 2.334 1.316 1.059 17 57 23,1 21,7
C Industrie Fryslân (PV) 2021* 11.283 8.172 3.111 1.646 1.526 16 77 30,9 28,2
C Industrie Drenthe (PV) 2021* 7.139 5.014 2.125 1.130 1.030 12 48 19,7 18,4
C Industrie Overijssel (PV) 2021* 24.685 17.311 7.374 3.882 3.650 39 197 65,4 62,4
C Industrie Flevoland (PV) 2021* 5.017 3.603 1.414 703 737 8 35 13,1 12,0
C Industrie Gelderland (PV) 2021* 41.931 29.735 12.196 5.912 6.520 68 304 97,7 91,8
C Industrie Utrecht (PV) 2021* 17.268 12.440 4.828 2.551 2.363 27 114 40,1 37,0
C Industrie Noord-Holland (PV) 2021* 43.718 32.614 11.103 5.821 5.528 82 328 85,9 78,6
C Industrie Zuid-Holland (PV) 2021* 76.263 61.410 14.853 7.007 8.029 170 353 107,0 98,3
C Industrie Zeeland (PV) 2021* 11.915 9.444 2.471 1.320 1.180 24 53 19,7 18,2
C Industrie Noord-Brabant (PV) 2021* 82.363 57.043 25.321 12.121 13.722 116 639 173,5 165,0
C Industrie Limburg (PV) 2021* 33.968 24.535 9.433 3.776 5.765 60 168 60,9 57,9
C Industrie Oost-Groningen (CR) 2021* 2.210 1.547 663 375 298 4 14 7,3 7,0
C Industrie Delfzijl en omgeving (CR) 2021* 1.869 1.410 459 229 238 3 10 3,2 3,1
C Industrie Overig Groningen (CR) 2021* 4.543 3.331 1.212 713 523 9 33 12,6 11,6
C Industrie Noord-Friesland (CR) 2021* 4.073 2.947 1.126 620 527 7 28 12,1 11,0
C Industrie Zuidwest-Friesland (CR) 2021* 3.070 2.225 844 425 438 4 23 8,2 7,3
C Industrie Zuidoost-Friesland (CR) 2021* 4.140 3.000 1.141 601 561 5 26 10,5 9,9
C Industrie Noord-Drenthe (CR) 2021* 1.707 1.185 521 290 241 3 13 5,2 4,8
C Industrie Zuidoost-Drenthe (CR) 2021* 3.003 2.084 919 466 468 4 20 7,9 7,5
C Industrie Zuidwest-Drenthe (CR) 2021* 2.430 1.745 685 374 321 5 15 6,5 6,1
C Industrie Noord-Overijssel (CR) 2021* 7.717 5.589 2.128 1.160 1.022 11 65 20,0 19,0
C Industrie Zuidwest-Overijssel (CR) 2021* 3.188 2.230 957 501 475 5 24 8,2 7,8
C Industrie Twente (CR) 2021* 13.780 9.492 4.288 2.221 2.153 22 108 37,2 35,6
C Industrie Veluwe (CR) 2021* 15.985 12.006 3.979 1.945 2.094 28 88 32,4 30,3
C Industrie Achterhoek (CR) 2021* 10.219 7.270 2.949 1.576 1.426 18 71 26,9 25,6
C Industrie Arnhem/Nijmegen (CR) 2021* 11.436 7.504 3.932 1.695 2.336 15 113 26,4 24,8
C Industrie Zuidwest-Gelderland (CR) 2021* 4.291 2.955 1.336 695 665 7 31 12,0 11,1
C Industrie Utrecht (CR) 2021* 17.268 12.440 4.828 2.551 2.363 27 114 40,1 37,0
C Industrie Kop van Noord-Holland (CR) 2021* 4.310 2.976 1.334 677 679 8 31 13,2 11,7
C Industrie Alkmaar en omgeving (CR) 2021* 2.280 1.534 746 383 380 4 21 7,2 6,6
C Industrie IJmond (CR) 2021* 7.268 5.401 1.867 990 872 29 25 12,9 12,5
C Industrie Agglomeratie Haarlem (CR) 2021* 1.273 817 455 215 250 2 12 3,7 3,3
C Industrie Zaanstreek (CR) 2021* 4.546 3.646 900 481 431 7 18 7,0 6,5
C Industrie Groot-Amsterdam (CR) 2021* 21.131 16.139 4.993 2.678 2.490 29 204 36,0 32,7
C Industrie Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2021* 2.910 2.102 808 397 425 4 17 5,8 5,2
C Industrie Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2021* 6.675 4.597 2.079 1.028 1.084 12 46 14,9 14,0
C Industrie Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2021* 2.611 1.724 887 432 471 5 22 9,3 7,6
C Industrie Delft en Westland (CR) 2021* 2.783 1.896 887 529 376 5 23 8,0 7,5
C Industrie Oost-Zuid-Holland (CR) 2021* 3.082 2.027 1.054 517 556 6 24 9,6 8,7
C Industrie Groot-Rijnmond (CR) 2021* 52.631 44.995 7.636 3.179 4.484 129 156 45,8 42,1
C Industrie Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2021* 8.482 6.172 2.310 1.321 1.058 14 83 19,4 18,4
C Industrie Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2021* 5.093 3.908 1.186 611 580 9 14 7,7 7,2
C Industrie Overig Zeeland (CR) 2021* 6.822 5.536 1.286 709 600 15 39 12,0 10,9
C Industrie West-Noord-Brabant (CR) 2021* 20.729 15.686 5.042 2.198 2.898 41 94 34,3 32,3
C Industrie Midden-Noord-Brabant (CR) 2021* 9.311 6.616 2.695 1.459 1.292 15 71 24,5 22,9
C Industrie Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2021* 16.963 11.597 5.366 2.604 2.862 24 125 40,7 38,5
C Industrie Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2021* 35.361 23.143 12.217 5.859 6.670 36 348 73,9 71,3
C Industrie Noord-Limburg (CR) 2021* 6.869 4.655 2.215 1.147 1.116 11 59 19,1 18,2
C Industrie Midden-Limburg (CR) 2021* 4.678 3.191 1.487 840 672 10 35 14,0 13,3
C Industrie Zuid-Limburg (CR) 2021* 22.421 16.690 5.732 1.789 3.977 39 73 27,8 26,5
C Industrie Flevoland (CR) 2021* 5.017 3.603 1.414 703 737 8 35 13,1 12,0
C Industrie Utrecht-West (CP) 2021* 2.033 1.398 636 311 337 3 16 5,4 5,0
C Industrie Stadsgewest Amersfoort (CP) 2021* 5.076 3.744 1.333 718 637 9 31 10,8 10,1
C Industrie Stadsgewest Utrecht (CP) 2021* 8.364 6.105 2.259 1.201 1.096 13 51 18,4 16,9
C Industrie Zuidoost-Utrecht (CP) 2021* 1.794 1.194 601 321 293 3 16 5,5 5,1
C Industrie Amsterdam (CP) 2021* 12.260 9.965 2.296 1.154 1.223 15 96 15,3 13,3
C Industrie Overig Agglomeratie Amsterdam (CP) 2021* 1.065 681 383 222 167 2 8 4,0 3,7
C Industrie Edam-Volendam en omgeving (CP) 2021* 1.188 837 351 204 154 2 9 3,8 3,4
C Industrie Haarlemmermeer en omgeving (CP) 2021* 6.618 4.655 1.963 1.097 946 10 90 12,8 12,3
C Industrie Aggl.'s-Gravenhage excl. Zoetermeer (CP) 2021* 1.472 893 579 279 312 2 15 6,6 5,2
C Industrie Zoetermeer (CP) 2021* 1.139 831 308 153 159 2 7 2,6 2,5
C Industrie Rijnmond (CP) 2021* 49.439 42.670 6.769 2.741 4.037 123 132 38,2 35,0
C Industrie Overig Groot-Rijnmond (CP) 2021* 3.192 2.324 867 438 447 6 23 7,6 7,0
C Industrie Drechtsteden (CP) 2021* 4.694 3.389 1.305 771 569 9 42 11,7 11,1
C Industrie Overig Zuidoost-Zuid-Holland (CP) 2021* 3.788 2.783 1.005 551 489 5 40 7,7 7,3
C Industrie Stadsgewest 's-Hertogenbosch (CP) 2021* 4.593 3.148 1.445 719 756 8 38 12,5 11,6
C Industrie Overig Noordoost-Noord-Brabant (CP) 2021* 12.370 8.449 3.921 1.885 2.107 16 87 28,3 26,9
C Industrie Almere (CP) 2021* 1.432 1.013 419 200 228 2 11 3,3 2,9
C Industrie Flevoland-Midden (CP) 2021* 2.240 1.617 623 301 331 3 12 5,5 5,1
C Industrie Noordoostpolder en Urk (CP) 2021* 1.345 973 372 202 179 3 12 4,3 4,0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het macro-economisch productieproces per regio. Hier worden van verschillende bedrijfseenheden de productie, het verbruik, de toegevoegde waarde, de componenten van de toegevoegde waarde en het arbeidsvolume weergegeven.

De gegevens in deze tabel zijn geclassificeerd naar regio en volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI 2008). Bij de regionale indeling kan gekozen worden uit de verschillende landsdelen (Noord-, Oost-, West- en Zuid-Nederland), provincies en (uitgesplitste) COROP-gebieden.

De cijfers zijn afkomstig uit de regionale rekeningen, de kwantitatieve beschrijving van de economische ontwikkeling van de verschillende regio's binnen een land. Doordat de cijfers aansluiten op de nationale rekeningen geven zij een gecoördineerde beschrijving van de regionale economie en zijn ze bij uitstek geschikt voor de vergelijking van de resultaten van de verscheidene regio's.

De bedragen in deze tabel zijn uitsluitend in lopende prijzen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
De cijfers van de jaren 1995 tot en met 2020 zijn definitief. Gegevens van het jaar 2021 zijn ook definitief met uitzondering van de variabelen arbeidsvolume werkzame personen en arbeidsvolume werknemers in arbeidsjaren. Door de late beschikbaarheid van de jaargegevens over zelfstandigen wordt daarvoor een uitzondering gemaakt. Deze gegevens worden pas een jaar later definitief gepubliceerd.

Wijzigingen per 22 december 2023.
De cijfers gepubliceerd op 25 oktober 2023 bevatten onjuiste cijfers voor de COROP-regio Zuidoost-Noord-Brabant en de COROP-plusregio Amsterdam, alsmede de gebieden waar deze regio's onderdeel van uitmaken. Verder zijn voor enkele bedrijfstakken cijfers gepubliceerd terwijl dat niet de bedoeling was. In de publicatie van 22 december 2023 zijn deze fouten gecorrigeerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In december 2024 komt het verslagjaar 2022 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Toegevoegde waarde vanuit productie
Productie basisprijzen
De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde waarde (btw)) en productgebonden subsidies.
Intermediair verbruik
Alle producten die in de verslagperiode zijn verbruikt in het productieproces. Dit kunnen al of niet in de verslagperiode aangekochte grondstoffen, halffabricaten en brandstoffen zijn maar ook diensten zoals communicatiediensten, schoonmaakdiensten en diensten van externe accountants. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopprijzen, exclusief aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw).
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De toegevoegde waarde is gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen) van een bedrijfseenheid. De som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfseenheden is een belangrijke component van het bruto binnenlands product (bbp). De toegevoegde waarde wordt gewaardeerd tegen basisprijzen. Bruto is inclusief afschrijvingen.
Toegevoegde waarde uit inkomensvorming
Beloning van werknemers
De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale werkplaatsen. De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies, overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of niet-werkenden.
Exploitatieoverschot (bruto)
Het bruto exploitatieoverschot per bedrijfsklasse is het saldo dat resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met de beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies op productie. Bij zelfstandigen wordt dit saldo gemengd inkomen genoemd omdat het ook de beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat. Het exploitatieoverschot van de totale economie wordt bepaald door het totaal van de bedrijfsklassen te vermeerderen met het verschil toegerekende en afgedragen belasting over de toegevoegde waarde (btw). Het netto exploitatieoverschot / gemengd inkomen is gelijk aan het bruto exploitatieoverschot / gemengd inkomen verminderd met de afschrijvingen.
Niet-productgebonden belastingen
Niet-productgebonden belastingen op productie. Dit zijn de belastingen op productie die producenten moeten betalen, ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte producten. Voorbeelden hiervan zijn de onroerendezaakbelasting, reinigingsrechten en rioolrechten betaald door producenten.
Niet-productgebonden subsidies (-)
Hieronder vallen de subsidies op productie. De hoogte van de subsidie is onafhankelijk van de waarde of de hoeveelheid geproduceerde en verkochte producten. Het betreft vooral de loonsubsidies.
Arbeidsvolume
Arbeidsvolume totaal
De hoeveelheid arbeid die door alle werkzame personen (werknemers en zelfstandigen) in een bepaalde periode is ingezet, uitgedrukt in arbeidsjaren. Het arbeidsvolume in arbeidsjaren wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd.

Tot de werkzame personen behoren alle personen die betaalde arbeid verrichten, ook al is het maar voor één of enkele uren per week, ook als zij:
- arbeid verrichten die op zichzelf genomen legaal is, maar waarvan de beloning aan de registratie door fiscus en sociale zekerheidsautoriteiten wordt onttrokken ('zwarte arbeid');
- tijdelijk geen arbeid verrichten, maar wel doorbetaald krijgen (bijvoorbeeld bij ziekte of vorstverlet);
- tijdelijk onbetaald verlof hebben opgenomen.
Arbeidsvolume werknemers
De hoeveelheid arbeid uitgevoerd door werknemers die in een bepaalde periode is ingezet. Werknemers zijn personen die op grond van een arbeidsovereenkomst betaald werk verrichten voor een bedrijf, instelling of particulier huishouden en waarvan de betaling (in geld en/of in natura) als beloning van werknemers wordt geregistreerd.