Musea; bedrijfsopbrengsten en -kosten

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat uitkomsten over bedrijfsopbrengsten en -kosten van musea.
Vanaf 2015 is de onderzoekspopulatie herijkt. Daardoor zijn de resultaten van 1993 tot en met 2013 niet meer goed te vergelijken met de uitkomsten in deze tabel.

Gegevens beschikbaar: vanaf 2015.

Status van de cijfers:
De cijfers over de jaren 2015 t/m 2017 zijn definitief. De cijfers vanaf 2018 zijn voorlopig.

Wijzigingen per december 2023:
De voorlopige cijfers over 2022 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het vierde kwartaal 2024 verschijnen de voorlopige cijfers over 2023. De voorlopige cijfers over eerdere jaren worden dan zoveel mogelijk definitief gemaakt.

Toelichting onderwerpen

Bedrijfsopbrengsten
De opbrengsten uit de eigenlijke bedrijfsvoering, i.c. de verkopen van goederen en diensten, subsidies en (schade)uitkeringen.
Indirecte opbrengsten
Opbrengsten uit subsidies en (schade)uitkeringen en inkomsten uit publieke en private middelen. Bijvoorbeeld: overheidssubsidies, subsidies en bijdragen uit publieke en private middelen incl. (in 2020-2022) bijdragen i.v.m. coronasteunmaatregelen.
Overige subsidies en bijdragen
Het betreft hier inkomsten uit publieke middelen zoals Europese projecten, overheidsfondsen en dergelijke en inkomsten uit private middelen zoals uitkeringen verzekeringen voor schade en ziekte en giften van private fondsen en goede doelen loterijen. Voor 2020-2022 zijn in deze categorie ook bijdragen opgenomen uit coronasteunmaatregelen vanuit de overheid en overige steun i.v.m. corona (bijvoorbeeld vanuit private fondsen).
Totaal overige subsidies/bijdragen
Private middelen
Fondsen die gefinancierd worden uit particulier geld. Bijvoorbeeld: VSB, Prins Bernhard Cultuurfonds, Ammodofonds, fondsen op naam, etc. Voor 2020-2022 zijn in deze categorie ook bijdragen uit private fondsen en overige steun i.v.m. corona opgenomen.