Dierlijke mest;prod. en mineralenuitscheiding;bedrijfstype,regio, 1990-2017

Dierlijke mest;prod. en mineralenuitscheiding;bedrijfstype,regio, 1990-2017

Bedrijfstype Regio's Perioden Mestproductie Totaal mestproductie (mln kg) Stikstofuitscheiding (N) Stikstofuitscheiding (1 000 kg) Fosfaatuitscheiding (P205) (1 000 kg) Productie en plaatsingsruimte mest Plaatsingsruimte stikstof (N) (1 000 kg) Productie en plaatsingsruimte mest Plaatsingsruimte fosfaat (P205) (1 000 kg)
Totaal graasdierbedrijven Nederland 2017* 61.777 329.900 98.200 256.700 87.600
Totaal graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2017* 18.123 99.250 28.940 87.840 29.640
Totaal graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2017* 21.568 111.260 33.780 81.570 28.750
Totaal graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2017* 10.877 61.170 17.960 53.290 17.730
Totaal graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2017* 11.208 58.180 17.550 34.020 11.480
Totaal graasdierbedrijven Groningen (PV) 2017* 3.657 20.550 5.970 17.580 5.900
Totaal graasdierbedrijven Friesland (PV) 2017* 10.402 58.420 16.950 50.020 17.290
Totaal graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2017* 4.065 20.270 6.030 20.240 6.450
Totaal graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2017* 9.933 50.290 15.090 37.450 13.500
Totaal graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2017* 1.106 5.500 1.630 3.590 1.260
Totaal graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2017* 10.529 55.460 17.060 40.530 14.000
Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2017* 3.166 18.210 5.390 13.990 4.800
Totaal graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2017* 3.223 18.170 5.310 17.620 5.780
Totaal graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2017* 3.635 20.530 5.990 18.100 5.990
Totaal graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2017* 853 4.260 1.270 3.580 1.160
Totaal graasdierbedrijven Noord-Brabant (PV) 2017* 9.172 47.630 14.370 26.850 8.970
Totaal graasdierbedrijven Limburg (PV) 2017* 2.037 10.560 3.180 7.170 2.510
Totaal graasdierbedrijven Concentratiegebied Oost 2017* 15.339 80.340 24.510 55.010 19.360
Totaal graasdierbedrijven Concentratiegebied Zuid 2017* 9.172 47.860 14.470 25.790 8.540
Totaal graasdierbedrijven Niet-concentratiegebied 2017* 37.266 201.660 59.240 175.920 59.710
Overige graasdierbedrijven Nederland 2017* 8.647 55.100 18.100 48.900 14.600
Overige graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2017* 1.278 7.870 2.530 12.790 3.410
Overige graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2017* 4.112 26.120 8.690 17.080 5.520
Overige graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2017* 1.304 8.210 2.650 10.750 3.190
Overige graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2017* 1.952 12.870 4.210 8.290 2.500
Overige graasdierbedrijven Groningen (PV) 2017* 255 1.570 500 2.600 690
Overige graasdierbedrijven Friesland (PV) 2017* 627 3.910 1.260 5.500 1.650
Overige graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2017* 396 2.390 770 4.690 1.080
Overige graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2017* 1.421 8.840 2.870 6.480 2.200
Overige graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2017* 66 450 150 300 90
Overige graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2017* 2.625 16.830 5.670 10.310 3.230
Overige graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2017* 453 3.020 1.000 2.290 750
Overige graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2017* 348 2.130 680 3.590 1.050
Overige graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2017* 376 2.350 750 3.630 1.070
Overige graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2017* 128 720 230 1.230 310
Overige graasdierbedrijven Noord-Brabant (PV) 2017* 1.576 10.430 3.420 6.230 1.850
Overige graasdierbedrijven Limburg (PV) 2017* 377 2.440 790 2.060 650
Overige graasdierbedrijven Concentratiegebied Oost 2017* 3.305 21.030 7.040 11.430 3.830
Overige graasdierbedrijven Concentratiegebied Zuid 2017* 1.668 11.100 3.650 6.250 1.870
Overige graasdierbedrijven Niet-concentratiegebied 2017* 3.674 22.940 7.390 31.230 8.920
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel geeft informatie over de mestproductie en de daarmee uitgescheiden hoeveelheid stikstof en fosfaat. Daarnaast wordt in de tabel de mestproductie vergeleken met de plaatsingsruimte volgens de geldende gebruiksnormen.
In de tabel kunnen de gegevens worden bekeken voor verschillende typen bedrijven (standaard bedrijfstypering) en kan het totaal voor Nederland worden uitgesplitst naar landsdelen, provincies en concentratiegebieden.

Gegevens beschikbaar van 1990 t/m 2017.

Status van de cijfers:
De gegevens over 2017 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 4 mei 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing, deze tabel wordt opgevolgd door Dierlijke mest; productie en mineralenuitscheiding; bedrijfstype, regio, zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Mestproductie
De hoeveelheid uitgescheiden mest die na enkele maanden bewaring aanwezig is in stalopslag en in opslag buiten de stal, inclusief voerresten, schoonmaakwater en vermorst drinkwater. Voor rundvee, schapen, paarden en pony's komt daar nog de hoeveelheid mest bij die deze dieren produceren wanneer ze in de wei lopen.
Totaal mestproductie
Stikstofuitscheiding (N)
Stikstofuitscheiding
De totale hoeveelheid uitgescheiden stikstof (N). Dit betreft zowel de in de geproduceerde mest aanwezige stikstof als de uitgescheiden stikstof die vervluchtigt in de vorm van ammoniak (NH3), lachgas (N2O), stikstofoxide (NO) en stikstofgas (N2). De stikstof die vervluchtigt wordt gasvormig stikstofverlies genoemd.
Fosfaatuitscheiding (P205)
De uitgescheiden hoeveelheid fosfaat uitgedrukt in P2O5. In tegenstelling tot stikstof treden bij fosfaat geen gasvormige verliezen op.
Productie en plaatsingsruimte mest
De geproduceerde stikstof en fosfaat in dierlijke mest, vergeleken met de plaatsingsruimte voor dierlijke mest op landbouwbedrijven.

De plaatsingsruimte per landbouwbedrijf wordt berekend door vermenigvuldiging van de gebruiksnorm voor dierlijke mest met het beschikbare areaal in hectare.
Tot 1998 gold alleen een gebruiksnorm voor fosfaat in dierlijke mest. Van 1998 tot en met 2005 (in die periode was het Mineralenaangiftesysteem Minas van kracht) is de gebruiksnorm dierlijke mest afgeleid uit de som van het toegestane fosfaatverlies en de fosfaatafvoer met het gewas. Voor stikstof is onder Minas geen gebruiksnorm voor dierlijke mest af te leiden omdat in het aangiftesysteem de aanvoer van stikstof uit kunstmest is inbegrepen in het toegestane verlies. Met ingang van 2006 geldt ook een gebruiksnorm voor stikstof. De gebruiksnorm voor fosfaat wordt geleidelijk aangescherpt. Met ingang van 2010 zijn de gebruiksnormen voor fosfaat gedifferentieerd naar fosfaattoestand van de bodem. Indien geen informatie beschikbaar is over de fosfaattoestand is gerekend met de laagste fosfaatgebruiksnorm (fosfaattoestand hoog).
Plaatsingsruimte stikstof (N)
De plaatsingsruimte voor stikstof geldt vanaf 2006 en wordt berekend door vermenigvuldiging van de gebruiksnorm voor dierlijke mest (170 kg N/ha) met het beschikbare areaal in hectare.

De Europese Commissie staat Nederland verruiming van deze norm toe (derogatie) tot een bemestingsniveau van 250 kg stikstof per hectare. De hogere bemestingsnorm geldt alleen bij het gebruik van graasdiermest. Daarnaast moet het bedrijfsareaal tot en met 2013 voor minstens 70 procent en vanaf 2014 voor minstens 80 procent bestaan uit grasland. De derogatie voor zand- en lösspercelen in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg is vanaf 2014 beperkt tot 230 kg N per hectare.
Plaatsingsruimte fosfaat (P205)
De plaatsingsruimte voor fosfaat wordt berekend door vermenigvuldiging van de vigerende gebruiksnorm in kg P2O5/ha met het beschikbare areaal in hectare.

Voor grasland en bouwland gelden verschillende gebruiksnormen die geleidelijk worden aangescherpt. Met ingang van 2010 zijn de gebruiksnormen voor fosfaat gedifferentieerd naar fosfaattoestand van de bodem. Indien geen informatie beschikbaar is over de fosfaattoestand is gerekend met de laagste fosfaatgebruiksnorm (fosfaattoestand hoog). Van 1998 tot en met 2005 (Mineralenaangiftesysteem Minas) is de gebruiksnorm dierlijke mest afgeleid uit de som van het toegestane fosfaatverlies en de fosfaatafvoer met het gewas.