Bijstandsuitkeringen; uitkeringsgrondslag, regio's
Uitkeringen in relatie met de AOW | Perioden | Regio's | Uitkeringen naar uitkeringsgrondslag Leefvorm alleenstaande (aantal) | Uitkeringen naar uitkeringsgrondslag Leefvorm alleenstaande ouder (aantal) | Uitkeringen naar uitkeringsgrondslag Leefvorm (echt)paar (aantal) |
---|---|---|---|---|---|
Uitkeringen totaal | 2017 januari | Nederland | 288.160 | 82.750 | 72.650 |
Uitkeringen totaal | 2017 februari | Nederland | 290.070 | 82.650 | 73.290 |
Uitkeringen totaal | 2017 maart | Nederland | 290.980 | 82.570 | 73.820 |
Uitkeringen totaal | 2017 april | Nederland | 290.240 | 82.480 | 74.130 |
Uitkeringen totaal | 2017 mei | Nederland | 288.910 | 82.010 | 74.300 |
Uitkeringen totaal | 2017 juni | Nederland | 287.580 | 81.880 | 74.520 |
Uitkeringen totaal | 2017 juli | Nederland | 286.240 | 81.580 | 74.560 |
Uitkeringen totaal | 2017 augustus | Nederland | 283.730 | 80.860 | 74.410 |
Uitkeringen totaal | 2017 september | Nederland | 281.630 | 80.190 | 74.200 |
Uitkeringen totaal | 2017 oktober | Nederland | 280.660 | 79.760 | 74.110 |
Uitkeringen totaal | 2017 november | Nederland | 280.580 | 79.390 | 74.340 |
Uitkeringen totaal | 2017 december | Nederland | 280.610 | 79.240 | 74.540 |
Uitkeringen totaal | 2018 januari | Nederland | 280.810 | 78.630 | 74.640 |
Uitkeringen totaal | 2018 februari | Nederland | 280.920 | 78.050 | 74.560 |
Uitkeringen totaal | 2018 maart | Nederland | 280.680 | 77.480 | 74.470 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2017 januari | Nederland | 260.040 | 82.750 | 58.280 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2017 februari | Nederland | 261.650 | 82.650 | 58.930 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2017 maart | Nederland | 262.620 | 82.570 | 59.480 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2017 april | Nederland | 261.770 | 82.480 | 59.470 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2017 mei | Nederland | 260.330 | 82.010 | 59.550 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2017 juni | Nederland | 258.870 | 81.880 | 59.640 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2017 juli | Nederland | 257.430 | 81.580 | 59.630 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2017 augustus | Nederland | 254.880 | 80.860 | 59.460 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2017 september | Nederland | 252.740 | 80.190 | 59.220 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2017 oktober | Nederland | 251.530 | 79.750 | 58.850 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2017 november | Nederland | 251.250 | 79.380 | 58.930 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2017 december | Nederland | 251.160 | 79.220 | 59.010 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2018 januari | Nederland | 251.400 | 78.610 | 59.110 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2018 februari | Nederland | 251.510 | 78.050 | 59.080 |
Aan personen tot de AOW-leeftijd | 2018 maart | Nederland | 251.340 | 77.480 | 59.040 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2017 januari | Nederland | 28.090 | 0 | 14.360 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2017 februari | Nederland | 28.420 | 0 | 14.350 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2017 maart | Nederland | 28.360 | 0 | 14.340 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2017 april | Nederland | 28.470 | 0 | 14.660 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2017 mei | Nederland | 28.580 | 0 | 14.750 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2017 juni | Nederland | 28.710 | 0 | 14.880 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2017 juli | Nederland | 28.810 | 0 | 14.940 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2017 augustus | Nederland | 28.840 | 0 | 14.950 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2017 september | Nederland | 28.900 | 0 | 14.980 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2017 oktober | Nederland | 29.140 | 0 | 15.260 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2017 november | Nederland | 29.300 | 0 | 15.400 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2017 december | Nederland | 29.410 | 0 | 15.520 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2018 januari | Nederland | 29.370 | 0 | 15.520 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2018 februari | Nederland | 29.400 | 0 | 15.480 |
Aan personen vanaf de AOW-leeftijd | 2018 maart | Nederland | 29.340 | 0 | 15.430 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft inzicht in het aantal uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, t/m 2014) en de Participatiewet (vanaf 2015), uitgesplitst naar uitkeringsgrondslag en regio.
De uitkeringen (leefgeld) aan personen in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook de uitkeringen aan dak- en thuislozen zijn niet inbegrepen.
Een uitkering aan een (echt)paar wordt geteld als één uitkering aan twee personen. Bij een (echt)paar telt de leeftijd van de oudste persoon.
Onderscheid wordt gemaakt tussen uitkeringen aan personen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt en uitkeringen aan personen die de AOW-leeftijd hebben.
Bij de regionale indeling is uitgegaan van de gemeente die de bijstand verstrekt.
Gegevens beschikbaar vanaf januari 2011.
Status van de cijfers
De cijfers tot en met mei 2024 zijn definitief. De cijfers over de laatste drie maanden zijn voorlopig.
Wijzigingen per 31 oktober 2024:
- Aangepast zijn de cijfers van mei 2024;
- Toegevoegd zijn de voorlopige cijfers van augustus 2024.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De voorlopige cijfers van september 2024 komen in november 2024.
Toelichting onderwerpen
- Uitkeringen naar uitkeringsgrondslag
- Het aantal bijstandsuitkeringen aan huishoudens uitgesplitst naar de uitkeringsgrondslag.
De uitkeringsgrondslag is de leefvorm die, samen met leeftijd, bepalend is voor de hoogte van de bijhorende uitkering (bijstandsnorm).
Er worden drie leefvormen onderscheiden: alleenstaande, alleenstaande ouder en (echt)paar.
Een uitkering aan een (echt)paar wordt geteld als één uitkering aan twee personen.- Leefvorm alleenstaande
- Het aantal bijstandsuitkeringen met als leefvorm 'alleenstaande'.
Deze leefvorm bepaalt samen met leeftijd, de hoogte van de uitkering aan een uitkeringsgerechtigde die ongehuwd is, geen tot zijn/haar last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding voert met een andere persoon.
- Leefvorm alleenstaande ouder
- Het aantal bijstandsuitkeringen met als leefvorm 'alleenstaande ouder'.
Deze leefvorm bepaalt, samen met leeftijd, de hoogte van de uitkering aan een uitkeringsgerechtigde die ongehuwd is, één of meerdere tot zijn/haar last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding voert met een andere persoon.
- Leefvorm (echt)paar
- Het aantal bijstandsuitkeringen met als leefvorm '(echt)paar'.
Deze leefvorm bepaalt, samen met leeftijd, de hoogte van de uitkering aan uitkeringsgerechtigden die gehuwd zijn of als partners geregistreerd zijn.
Als een van de gehuwden geen recht op algemene bijstand heeft, is voor de rechthebbende partner de leefvorm gelijk aan de bijstandsnorm die voor hem/haar als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.