Financieel risico hypotheekschuld; eigenwoningbezitters, 2006-2015

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het financieel risico van eigenwoningbezitters door hypotheekschuld, gemiddelde woningwaarde en inkomen aan elkaar te relateren. Peildatum is 1 januari van het verslagjaar. Het inkomen heeft betrekking op het voorgaande verslagjaar.

De tabel bevat drie kengetallen voor het financieel risico van eigen woningbezit:
- hypotheekschuld / woningwaarde,
- hypotheekschuld / bruto-inkomen en
- hypotheekschuld / besteedbaar inkomen.

Het eerste verhoudingsgetal wordt ook wel Loan-To-Value (LTV) genoemd, terwijl de andere twee bekend zijn als Loan-to-Income ratio's (LTI).

Gegevens beschikbaar van 2006 t/m 2015.

Status van de cijfers
De cijfers over de jaren 2006 - 2015 zijn definitief.

Wijzigen per 10 april 2018
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Vanwege een herziening van de inkomensstatistiek wordt deze tabel vervangen. Nieuwe cijfers worden gepubliceerd onder het thema Inkomen en bestedingen, zie hieronder bij koppelingen.

Toelichting onderwerpen

Eigenaar-bewoner, totaal
Huishoudens die een eigen woning bezitten welke gebruikt wordt als hoofdverblijf.
Schuldrisico-indicator eigenwoningbezit
Deze verhoudingsgetallen geven een indicatie van het financiële risico dat eigenaar-bewoners lopen door het hebben van een hypotheekschuld.
---
Drie kengetallen worden onderscheiden:
-hypotheekschuld / woningwaarde (LTV),
-hypotheekschuld / bruto-inkomen (LTI) en
-hypotheekschuld / besteedbaar inkomen (LTI).

Hypotheekschuld / woningwaarde
Verhouding tussen gemiddelde hypotheekschuld van de eigen woning en gemiddelde waarde van de eigen woning.
---
Ook wel bekend als Loan-To-Value (LTV). Dit verhoudingsgetal hangt samen met het risico op restschuld na verkoop van de eigen woning.
---
Een LTV gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheek rust. Als de LTV gelijk is aan 1 dan is de hypotheekschuld precies gelijk aan de woningwaarde. Bij een LTV groter dan 1 is de hypotheekschuld groter dan de onderliggende woningwaarde. Er is dan een relatief groot risico op restschuld afhankelijk van de looptijd van de hypotheek.
Rekenvoorbeeld:
Hypotheekschuld is 2 ton en Woningwaarde is 2,5 ton.
De LTV is dan gelijk aan 0,80.
Aantal huishoudens naar schuldrisico
Hypotheekschuld / woningwaarde
Verhouding tussen gemiddelde hypotheekschuld van de eigen woning en gemiddelde waarde van de eigen woning.
---
Ook wel bekend als Loan-To-Value (LTV). Dit verhoudingsgetal hangt samen met het risico op restschuld na verkoop van de eigen woning.
---
Een LTV gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheek rust. Als de LTV gelijk is aan 1 dan is de hypotheekschuld precies gelijk aan de woningwaarde. Bij een LTV groter dan 1 is de hypotheekschuld groter dan de onderliggende woningwaarde. Er is dan een relatief groot risico op restschuld afhankelijk van de looptijd van de hypotheek.
Rekenvoorbeeld:
Hypotheekschuld is 2 ton en Woningwaarde is 2,5 ton.
De LTV is dan gelijk aan 0,80.
Geen schuld
Klassen van de schuldindicator Hypotheekschuld / Woningwaarde (Loan-To-Value (LTV)).
0 tot 0,25
Klassen van de schuldindicator Hypotheekschuld / Woningwaarde (Loan-To-Value (LTV)).
0,25 tot 0,75
Klassen van de schuldindicator Hypotheekschuld / Woningwaarde (Loan-To-Value (LTV)).
0,75 tot 1,00
Klassen van de schuldindicator Hypotheekschuld / Woningwaarde (Loan-To-Value (LTV)).
1 of hoger
Klassen van de schuldindicator Hypotheekschuld / Woningwaarde (Loan-To-Value (LTV)).
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld
Huishoudens die een eigen woning bezitten (welke gebruikt wordt als hoofdverblijf) met hypotheekschuld op de eigen woning.
Schuldrisico-indicator eigenwoningbezit
Deze verhoudingsgetallen geven een indicatie van het financiële risico dat eigenaar-bewoners lopen door het hebben van een hypotheekschuld.
---
Drie kengetallen worden onderscheiden:
-hypotheekschuld / woningwaarde (LTV),
-hypotheekschuld / bruto-inkomen (LTI) en
-hypotheekschuld / besteedbaar inkomen (LTI).

Hypotheekschuld / woningwaarde
Verhouding tussen gemiddelde hypotheekschuld van de eigen woning en gemiddelde waarde van de eigen woning.
---
Ook wel bekend als Loan-To-Value (LTV). Dit verhoudingsgetal hangt samen met het risico op restschuld na verkoop van de eigen woning.
---
Een LTV gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheek rust. Als de LTV gelijk is aan 1 dan is de hypotheekschuld precies gelijk aan de woningwaarde. Bij een LTV groter dan 1 is de hypotheekschuld groter dan de onderliggende woningwaarde. Er is dan een relatief groot risico op restschuld afhankelijk van de looptijd van de hypotheek.
Rekenvoorbeeld:
Hypotheekschuld is 2 ton en Woningwaarde is 2,5 ton.
De LTV is dan gelijk aan 0,80.