Zorgverzekeringswet; wanbetalers naar regio per 31 december

Zorgverzekeringswet; wanbetalers naar regio per 31 december

Perioden Regio's Wanbetalers zorgverzekering (aantal) Wanbetalers zorgverzekering (relatief) (%)
2010 Nederland 244.210 1,9
2015 Nederland 282.190 2,1
2020 Nederland 174.720 1,2
2021 Nederland 161.900 1,1
2022* Nederland 158.980 1,1
2010 Groningen (PV) 10.370 2,2
2015 Groningen (PV) 9.790 2,1
2020 Groningen (PV) 6.670 1,4
2021 Groningen (PV) 6.050 1,2
2022* Groningen (PV) 5.760 1,2
2010 Fryslân (PV) 6.680 1,5
2015 Fryslân (PV) 9.170 1,8
2020 Fryslân (PV) 5.680 1,1
2021 Fryslân (PV) 5.030 0,9
2022* Fryslân (PV) 4.750 0,9
2010 Drenthe (PV) 6.380 1,6
2015 Drenthe (PV) 6.720 1,7
2020 Drenthe (PV) 4.100 1,0
2021 Drenthe (PV) 3.640 0,9
2022* Drenthe (PV) 3.400 0,8
2010 Overijssel (PV) 13.940 1,6
2015 Overijssel (PV) 14.620 1,6
2020 Overijssel (PV) 9.520 1,0
2021 Overijssel (PV) 8.520 0,9
2022* Overijssel (PV) 8.270 0,9
2010 Flevoland (PV) 7.700 2,6
2015 Flevoland (PV) 9.660 3,1
2020 Flevoland (PV) 5.880 1,8
2021 Flevoland (PV) 5.560 1,6
2022* Flevoland (PV) 5.410 1,6
2010 Gelderland (PV) 23.100 1,5
2015 Gelderland (PV) 26.260 1,6
2020 Gelderland (PV) 16.590 1,0
2021 Gelderland (PV) 14.870 0,9
2022* Gelderland (PV) 14.440 0,8
2010 Utrecht (PV) 10.880 1,2
2015 Utrecht (PV) 15.770 1,6
2020 Utrecht (PV) 9.710 0,9
2021 Utrecht (PV) 8.960 0,8
2022* Utrecht (PV) 8.720 0,8
2010 Noord-Holland (PV) 37.570 1,8
2015 Noord-Holland (PV) 48.300 2,2
2020 Noord-Holland (PV) 28.930 1,2
2021 Noord-Holland (PV) 27.000 1,1
2022* Noord-Holland (PV) 26.520 1,1
2010 Zuid-Holland (PV) 73.540 2,5
2015 Zuid-Holland (PV) 82.110 2,8
2020 Zuid-Holland (PV) 52.500 1,8
2021 Zuid-Holland (PV) 49.590 1,6
2022* Zuid-Holland (PV) 48.890 1,6
2010 Zeeland (PV) 4.260 1,4
2015 Zeeland (PV) 4.320 1,4
2020 Zeeland (PV) 2.900 0,9
2021 Zeeland (PV) 2.760 0,9
2022* Zeeland (PV) 2.740 0,9
2010 Noord-Brabant (PV) 30.960 1,6
2015 Noord-Brabant (PV) 35.940 1,8
2020 Noord-Brabant (PV) 20.990 1,0
2021 Noord-Brabant (PV) 19.520 0,9
2022* Noord-Brabant (PV) 19.650 0,9
2010 Limburg (PV) 18.840 2,1
2015 Limburg (PV) 19.520 2,1
2020 Limburg (PV) 11.260 1,2
2021 Limburg (PV) 10.390 1,1
2022* Limburg (PV) 10.420 1,1
2010 Alkmaar 1.290 1,7
2015 Alkmaar 1.490 1,7
2020 Alkmaar 800 0,9
2021 Alkmaar 750 0,8
2022* Alkmaar 720 0,8
2010 Almere 4.150 2,9
2015 Almere 5.600 3,7
2020 Almere 3.410 2,0
2021 Almere 3.250 1,9
2022* Almere 3.130 1,8
2010 Alphen aan den Rijn 1.010 1,8
2015 Alphen aan den Rijn 1.290 1,5
2020 Alphen aan den Rijn 870 1,0
2021 Alphen aan den Rijn 880 1,0
2022* Alphen aan den Rijn 820 0,9
2010 Amersfoort 1.520 1,4
2015 Amersfoort 2.170 1,9
2020 Amersfoort 1.310 1,1
2021 Amersfoort 1.180 0,9
2022* Amersfoort 1.140 0,9
2010 Amsterdam 15.300 2,4
2015 Amsterdam 23.560 3,4
2020 Amsterdam 13.730 1,9
2021 Amsterdam 12.710 1,7
2022* Amsterdam 12.660 1,6
2010 Apeldoorn 1.600 1,3
2015 Apeldoorn 2.420 1,9
2020 Apeldoorn 1.650 1,2
2021 Apeldoorn 1.530 1,1
2022* Apeldoorn 1.440 1,1
2010 Arnhem 3.610 3,0
2015 Arnhem 4.040 3,3
2020 Arnhem 2.840 2,1
2021 Arnhem 2.510 1,9
2022* Arnhem 2.450 1,8
2010 Assen 990 1,9
2015 Assen 1.020 1,9
2020 Assen 630 1,1
2021 Assen 570 1,0
2022* Assen 500 0,9
2010 Breda 2.630 1,9
2015 Breda 2.960 2,0
2020 Breda 1.750 1,2
2021 Breda 1.730 1,1
2022* Breda 1.780 1,2
2010 Brunssum 640 2,6
2015 Brunssum 590 2,5
2020 Brunssum 330 1,4
2021 Brunssum 260 1,1
2022* Brunssum 320 1,4
2010 Dalfsen 120 0,6
2015 Dalfsen 130 0,6
2020 Dalfsen 80 0,3
2021 Dalfsen 70 0,3
2022* Dalfsen 90 0,4
2010 Ede 1.160 1,4
2015 Ede 1.160 1,3
2020 Ede 770 0,8
2021 Ede 680 0,7
2022* Ede 670 0,7
2010 Emmen 2.120 2,4
2015 Emmen 2.330 2,7
2020 Emmen 1.380 1,6
2021 Emmen 1.270 1,4
2022* Emmen 1.170 1,3
2010 Goes 360 1,2
2015 Goes 360 1,2
2020 Goes 270 0,9
2021 Goes 280 0,9
2022* Goes 280 0,9
2010 's-Gravenhage (gemeente) 15.030 3,8
2015 's-Gravenhage (gemeente) 17.520 4,3
2020 's-Gravenhage (gemeente) 11.560 2,6
2021 's-Gravenhage (gemeente) 11.220 2,5
2022* 's-Gravenhage (gemeente) 11.040 2,4
2010 Groningen (gemeente) 3.590 2,2
2015 Groningen (gemeente) 3.510 2,1
2020 Groningen (gemeente) 2.330 1,2
2021 Groningen (gemeente) 2.240 1,1
2022* Groningen (gemeente) 2.220 1,1
2010 Haarlem 2.940 2,4
2015 Haarlem 2.840 2,2
2020 Haarlem 1.530 1,2
2021 Haarlem 1.460 1,1
2022* Haarlem 1.390 1,0
2010 Harlingen 210 1,7
2015 Harlingen 250 2,0
2020 Harlingen 150 1,2
2021 Harlingen 120 1,0
2022* Harlingen 120 0,9
2010 Heerhugowaard 560 1,4
2015 Heerhugowaard 670 1,6
2020 Heerhugowaard 360 0,8
2021 Heerhugowaard 340 0,7
2022* Heerhugowaard
2010 's-Hertogenbosch 2.380 2,1
2015 's-Hertogenbosch 2.850 2,3
2020 's-Hertogenbosch 1.440 1,1
2021 's-Hertogenbosch 1.290 1,0
2022* 's-Hertogenbosch 1.280 1,0
2010 Hulst 280 1,3
2015 Hulst 230 1,0
2020 Hulst 150 0,6
2021 Hulst 160 0,7
2022* Hulst 160 0,7
2010 Kerkrade 1.570 3,9
2015 Kerkrade 1.510 3,9
2020 Kerkrade 920 2,4
2021 Kerkrade 850 2,2
2022* Kerkrade 850 2,2
2010 Leeuwarden 2.050 2,7
2015 Leeuwarden 2.930 3,3
2020 Leeuwarden 1.780 1,7
2021 Leeuwarden 1.620 1,6
2022* Leeuwarden 1.590 1,5
2010 Leiden 2.030 2,1
2015 Leiden 2.180 2,1
2020 Leiden 1.250 1,2
2021 Leiden 1.200 1,1
2022* Leiden 1.160 1,1
2010 Lelystad 2.210 3,8
2015 Lelystad 2.630 4,4
2020 Lelystad 1.530 2,4
2021 Lelystad 1.500 2,3
2022* Lelystad 1.460 2,2
2010 Maastricht 2.240 2,2
2015 Maastricht 2.510 2,4
2020 Maastricht 1.160 1,1
2021 Maastricht 1.020 1,0
2022* Maastricht 1.050 1,0
2010 Middelburg (Z.) 490 1,3
2015 Middelburg (Z.) 580 1,5
2020 Middelburg (Z.) 330 0,8
2021 Middelburg (Z.) 330 0,8
2022* Middelburg (Z.) 360 0,9
2010 Nieuwegein 740 1,5
2015 Nieuwegein 1.070 2,2
2020 Nieuwegein 550 1,1
2021 Nieuwegein 520 1,0
2022* Nieuwegein 530 1,0
2010 Ommen 120 0,8
2015 Ommen 100 0,8
2020 Ommen 80 0,5
2021 Ommen 80 0,5
2022* Ommen 70 0,4
2010 Pekela 330 3,2
2015 Pekela 370 3,6
2020 Pekela 270 2,7
2021 Pekela 230 2,3
2022* Pekela 200 2,0
2010 Roermond 1.180 2,6
2015 Roermond 1.160 2,5
2020 Roermond 690 1,4
2021 Roermond 630 1,3
2022* Roermond 640 1,3
2010 Rotterdam 24.060 4,9
2015 Rotterdam 26.990 5,3
2020 Rotterdam 17.180 3,2
2021 Rotterdam 16.110 3,0
2022* Rotterdam 15.740 2,9
2010 Stadskanaal 900 3,4
2015 Stadskanaal 670 2,5
2020 Stadskanaal 390 1,5
2021 Stadskanaal 330 1,3
2022* Stadskanaal 300 1,1
2010 Tilburg 4.050 2,4
2015 Tilburg 5.110 3,0
2020 Tilburg 2.550 1,4
2021 Tilburg 2.470 1,3
2022* Tilburg 2.510 1,3
2010 Tynaarlo 240 0,9
2015 Tynaarlo 240 0,9
2020 Tynaarlo 160 0,6
2021 Tynaarlo 130 0,5
2022* Tynaarlo 130 0,5
2010 Urk 120 1,0
2015 Urk 100 0,8
2020 Urk 70 0,5
2021 Urk 50 0,4
2022* Urk 50 0,3
2010 Utrecht (gemeente) 3.730 1,5
2015 Utrecht (gemeente) 5.670 2,1
2020 Utrecht (gemeente) 3.240 1,1
2021 Utrecht (gemeente) 2.990 1,0
2022* Utrecht (gemeente) 2.870 1,0
2010 Wageningen 340 1,1
2015 Wageningen 330 1,0
2020 Wageningen 200 0,6
2021 Wageningen 190 0,6
2022* Wageningen 190 0,5
2010 Weststellingwerf 310 1,5
2015 Weststellingwerf 370 1,8
2020 Weststellingwerf 210 1,0
2021 Weststellingwerf 200 0,9
2022* Weststellingwerf 190 0,9
2010 Zwolle 1.830 1,9
2015 Zwolle 1.830 1,9
2020 Zwolle 990 1,0
2021 Zwolle 830 0,8
2022* Zwolle 870 0,8
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft het aantal wanbetalers in het kader van de Zorgverzekeringswet met een bestuursrechtelijke premie op 31 december naar regio.
Het aantal wanbetalers vanaf ultimo 2010 is niet vergelijkbaar met de aantallen wanbetalers zoals gepubliceerd over de jaren 2006-2009 door het verschil in gehanteerde definities en de wijziging in de methode van aanlevering van de gegevens.
Met ingang van 1 juli 2016 is een wetswijziging Zorgverzekeringswet van kracht (verbetering wanbetalersregeling of ‘goede betaler regeling’). Door deze wetswijziging krijgen zorgverzekeraars een ruimere bevoegdheid om personen als wanbetaler af te melden bij het CAK. Dit kan doordat wanbetalers direct een betalingsregeling met hun verzekeraar overeenkomen en door het aanwijzen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van bepaalde groepen, die onder voorwaarden kunnen uitstromen. Dit laatste betreft met name personen met een bijstandsuitkering. Hoewel deze regeling pas in 2016 van kracht is geworden, zijn verzekeraars hier in 2015 al op vooruitgelopen, waardoor al in 2015 de gevolgen van deze regeling in de cijfers zijn terug te zien.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2010

Status van de cijfers:
De cijfers tot en met 2021 zijn definitief. De cijfers over 2022 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 13 oktober 2023:
Cijfers over 2021 zijn definitief gemaakt. De voorlopige cijfers over 2022 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het vierde kwartaal van 2024 verschijnen er voorlopige cijfers over 2023.

Toelichting onderwerpen

Wanbetalers zorgverzekering
Mensen die wel verzekerd zijn volgens de Zorgverzekeringswet maar de verschuldigde premie niet voldoen, worden wanbetalers genoemd. Personen die minimaal 6 maanden geen premie voor hun basisverzekering betaald hebben, op peildatum van het verslagjaar ingeschreven staan in de BRP, aangemeld zijn bij het CAK, in het bestuursrechtelijke premieregime zitten en 18 jaar of ouder zijn worden tot de groep wanbetalers gerekend.
Wanbetalers zorgverzekering (relatief)
Het gaat hier om de verhouding van het aantal wanbetalers ten opzichte van het totale aantal personen in de Nederlandse bevolking in de betreffende groep.
Mensen die wel verzekerd zijn volgens de Zorgverzekeringswet maar de verschuldigde premie niet voldoen, worden wanbetalers genoemd. Personen die minimaal 6 maanden geen premie voor hun basisverzekering betaald hebben, op peildatum van het verslagjaar ingeschreven staan in de BRP, aangemeld zijn bij het CAK, in het bestuursrechtelijke premieregime zitten en 18 jaar of ouder zijn worden tot de groep wanbetalers gerekend.