Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar omvangsklasse en regio

Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar omvangsklasse en regio

Regio's Perioden Tuinbouw open grond Oppervlakte Fruit open grond Fruit open grond, totaal (ha) Tuinbouw open grond Oppervlakte Fruit open grond 0,01 tot 0,5 ha (ha) Tuinbouw open grond Oppervlakte Fruit open grond 0,5 tot 1 ha (ha) Tuinbouw open grond Oppervlakte Fruit open grond 1 tot 3 ha (ha) Tuinbouw open grond Oppervlakte Fruit open grond 3 tot 10 ha (ha) Tuinbouw open grond Oppervlakte Fruit open grond 10 ha of meer (ha) Tuinbouw open grond Aantal bedrijven Fruit open grond Fruit open grond, totaal (aantal) Tuinbouw open grond Aantal bedrijven Fruit open grond 0,01 tot 0,5 ha (aantal) Tuinbouw open grond Aantal bedrijven Fruit open grond 0,5 tot 1 ha (aantal) Tuinbouw open grond Aantal bedrijven Fruit open grond 1 tot 3 ha (aantal) Tuinbouw open grond Aantal bedrijven Fruit open grond 3 tot 10 ha (aantal) Tuinbouw open grond Aantal bedrijven Fruit open grond 10 ha of meer (aantal) Tuinbouw onder glas Oppervlakte Fruit onder glas Fruit onder glas, totaal (are) Tuinbouw onder glas Oppervlakte Fruit onder glas 0,01 tot 25 are (are) Tuinbouw onder glas Oppervlakte Fruit onder glas 25 tot 75 are (are) Tuinbouw onder glas Oppervlakte Fruit onder glas 75 tot 150 are (are) Tuinbouw onder glas Oppervlakte Fruit onder glas 150 tot 300 are (are) Tuinbouw onder glas Oppervlakte Fruit onder glas 300 are of meer (are) Tuinbouw onder glas Aantal bedrijven Fruit onder glas Fruit onder glas, totaal (aantal) Tuinbouw onder glas Aantal bedrijven Fruit onder glas 0,01 tot 25 are (aantal) Tuinbouw onder glas Aantal bedrijven Fruit onder glas 25 tot 75 are (aantal) Tuinbouw onder glas Aantal bedrijven Fruit onder glas 75 tot 150 are (aantal) Tuinbouw onder glas Aantal bedrijven Fruit onder glas 150 tot 300 are (aantal) Tuinbouw onder glas Aantal bedrijven Fruit onder glas 300 are of meer (aantal)
Nederland 2023 18.858 182 207 850 3.290 14.329 2.968 1.023 289 473 544 639 13.588 184 1.786 1.198 2.050 8.369 97 22 40 12 9 14
Noord-Nederland (LD) 2023 237 13 13 28 19 165 127 78 17 18 4 10 208 0 25 0 183 0 2 0 1 0 1 0
Oost-Nederland (LD) 2023 6.966 70 78 309 1.117 5.392 1.104 400 109 171 188 236 3.023 69 443 333 520 1.659 26 7 10 4 2 3
West-Nederland (LD) 2023 7.849 48 48 252 1.266 6.235 984 284 67 141 207 285 1.142 99 632 411 0 0 30 12 14 4 0 0
Zuid-Nederland (LD) 2023 3.806 52 67 261 888 2.538 753 261 96 143 145 108 9.214 16 687 454 1.347 6.710 39 3 15 4 6 11
Groningen (PV) 2023 77 4 4 5 7 57 41 29 5 3 1 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Fryslân (PV) 2023 44 3 5 14 4 18 34 16 7 9 1 1 183 0 0 0 183 0 1 0 0 0 1 0
Drenthe (PV) 2023 116 5 3 10 8 89 52 33 5 6 2 6 25 0 25 0 0 0 1 0 1 0 0 0
Overijssel (PV) 2023 111 15 5 28 27 35 144 108 8 18 7 3 4 4 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0
Flevoland (PV) 2023 1.081 2 2 21 74 982 82 11 3 11 13 44 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Gelderland (PV) 2023 5.775 52 71 259 1.016 4.376 878 281 98 142 168 189 3.020 66 443 333 520 1.659 25 6 10 4 2 3
Utrecht (PV) 2023 2.160 19 19 85 336 1.701 313 101 26 49 56 81 187 13 174 0 0 0 6 1 5 0 0 0
Noord-Holland (PV) 2023 672 8 6 26 203 429 127 49 8 14 34 22 230 5 142 83 0 0 5 1 3 1 0 0
Zuid-Holland (PV) 2023 472 10 9 24 119 310 134 70 12 14 21 17 620 45 246 328 0 0 14 6 5 3 0 0
Zeeland (PV) 2023 4.545 11 14 117 608 3.795 410 64 21 64 96 165 105 35 70 0 0 0 5 4 1 0 0 0
Noord-Brabant (PV) 2023 1.666 19 21 104 340 1.181 312 125 30 56 54 47 6.222 14 363 354 990 4.500 23 2 7 3 4 7
Limburg (PV) 2023 2.140 32 46 156 549 1.357 441 136 66 87 91 61 2.993 2 324 100 357 2.210 16 1 8 1 2 4
Bouwhoek en Hogeland (LG) 2023 28 3 2 5 0 18 18 12 2 3 0 1 183 0 0 0 183 0 1 0 0 0 1 0
Veenkoloniën en Oldambt (LG) 2023 96 6 3 11 11 66 55 39 4 6 2 4 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Noordelijk Weidegebied (LG) 2023 57 7 9 16 8 17 67 41 12 11 2 1 25 0 25 0 0 0 1 0 1 0 0 0
Oostelijk Veehouderijgebied (LG) 2023 1.153 39 28 75 166 846 410 253 40 46 31 40 210 5 30 175 0 0 5 2 1 2 0 0
Centraal Veehouderijgebied (LG) 2023 69 9 6 17 26 12 78 54 9 10 4 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
IJsselmeerpolders (LG) 2023 1.133 2 2 24 90 1.014 88 12 3 12 15 46 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Westelijk Holland (LG) 2023 623 8 7 26 184 398 133 58 9 14 32 20 832 32 388 411 0 0 17 5 8 4 0 0
Waterland en Droogmakerijen (LG) 2023 52 3 2 7 27 12 29 16 3 4 5 1 5 5 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0
Hollands/Utrechts Weidegebied (LG) 2023 965 16 12 48 185 705 202 91 17 27 30 37 72 0 72 0 0 0 2 0 2 0 0 0
Rivierengebied (LG) 2023 5.974 25 52 239 1.023 4.635 678 107 71 130 169 201 2.979 78 565 158 520 1.659 26 6 13 2 2 3
Zuidwestelijk Akkerbouwgebied (LG) 2023 5.690 15 18 148 775 4.735 517 90 26 79 123 199 118 48 70 0 0 0 6 5 1 0 0 0
Zuidwest-Brabant (LG) 2023 142 3 3 14 42 80 46 21 5 8 8 4 2.289 8 141 130 220 1.790 10 1 3 1 1 4
Zuidelijk Veehouderijgebied (LG) 2023 1.921 32 34 115 468 1.273 412 174 46 66 73 53 6.875 8 496 324 1.127 4.920 28 2 11 3 5 7
Zuid-Limburg (LG) 2023 955 16 28 106 287 518 235 55 42 57 50 31 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren en hokdieren, naar klassenindeling op regioniveau.

Voor alle onderwerpen kan zowel het telgegeven (oppervlakte, aantal dieren), als het bijbehorend aantal bedrijven worden geselecteerd.
Omdat de oppervlakte waarop gewassen worden geteeld, evenals het aantal dieren dat wordt gehouden, per gewasgroep/diersoort verschilt zijn de klassenindelingen verschillend. De klassengrenzen zijn gebaseerd op een evenwichtige verdeling van het aantal bedrijven met de betreffende gewasgroep/diersoort.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.
De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip 'actieve landbouwer' uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony's) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers: De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 29 maart 2024: de definitieve cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens de reguliere planning verschijnen in november de voorlopige cijfers en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Tuinbouw open grond
Tuinbouw open grond is teelt in de volle grond, veelal direct voor de markt.
Oppervlakte
Totale oppervlakte van het geselecteerde gewas of grondgebruik, per omvangsklasse.
Fruit open grond
Omvat kleinfruit (onder andere blauwe bessen, frambozen), pit- en steenvruchten (onder andere appels, peren, pruimen), noten en wijndruiven. Met ingang van 2016 zijn hoogstamboomgaarden toegevoegd.
Fruit open grond, totaal
0,01 tot 0,5 ha
0,5 tot 1 ha
1 tot 3 ha
3 tot 10 ha
10 ha of meer
Aantal bedrijven
Totaal aantal bedrijven met het geselecteerde gewas, grondgebruik, of diertype, per omvangsklasse.
Fruit open grond
Omvat kleinfruit (onder andere blauwe bessen, frambozen), pit- en steenvruchten (onder andere appels, peren, pruimen), noten en wijndruiven. Met ingang van 2016 zijn hoogstamboomgaarden toegevoegd.
Fruit open grond, totaal
0,01 tot 0,5 ha
0,5 tot 1 ha
1 tot 3 ha
3 tot 10 ha
10 ha of meer
Tuinbouw onder glas
Tuinbouw onder glas is teelt in kassen, bedekt met glas of plastic, of in betreedbare plastic tunnels.
Oppervlakte
Totale oppervlakte van het geselecteerde gewas of grondgebruik, per omvangsklasse.
Fruit onder glas
Fruit onder glas, totaal
0,01 tot 25 are
25 tot 75 are
75 tot 150 are
150 tot 300 are
300 are of meer
Aantal bedrijven
Totaal aantal bedrijven met het geselecteerde gewas, grondgebruik, of diertype, per omvangsklasse.
Fruit onder glas
Fruit onder glas, totaal
0,01 tot 25 are
25 tot 75 are
75 tot 150 are
150 tot 300 are
300 are of meer