Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar omvangsklasse en regio

Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar omvangsklasse en regio

Regio's Perioden Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouw totaal Akkerbouw, totaal (ha) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouw totaal 0,01 tot 1 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouw totaal 1 tot 5 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouw totaal 5 tot 10 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouw totaal 10 tot 30 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouw totaal 30 tot 50 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouw totaal 50 ha of meer (ha) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouwgroenten Akkerbouwgroenten, totaal (ha) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouwgroenten 0,01 tot 1 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouwgroenten 1 tot 5 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouwgroenten 5 tot 10 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouwgroenten 10 tot 30 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouwgroenten 30 ha of meer (ha) Akkerbouw Oppervlakte Overige akkerbouwgewassen Overige akkerbouwgewassen, totaal (ha) Akkerbouw Oppervlakte Overige akkerbouwgewassen 0,01 tot 1 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Overige akkerbouwgewassen 1 tot 5 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Overige akkerbouwgewassen 5 tot 10 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Overige akkerbouwgewassen 10 tot 30 ha (ha) Akkerbouw Oppervlakte Overige akkerbouwgewassen 30 ha of meer (ha) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouw totaal Akkerbouw, totaal (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouw totaal 0,01 tot 1 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouw totaal 1 tot 5 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouw totaal 5 tot 10 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouw totaal 10 tot 30 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouw totaal 30 tot 50 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouw totaal 50 ha of meer (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouwgroenten Akkerbouwgroenten, totaal (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouwgroenten 0,01 tot 1 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouwgroenten 1 tot 5 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouwgroenten 5 tot 10 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouwgroenten 10 tot 30 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouwgroenten 30 ha of meer (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Overige akkerbouwgewassen Overige akkerbouwgewassen, totaal (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Overige akkerbouwgewassen 0,01 tot 1 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Overige akkerbouwgewassen 1 tot 5 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Overige akkerbouwgewassen 5 tot 10 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Overige akkerbouwgewassen 10 tot 30 ha (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Overige akkerbouwgewassen 30 ha of meer (aantal)
Zuidwestelijk Akkerbouwgebied (LG) 2023 135.361 50 1.052 2.754 17.186 24.578 89.741 16.638 11 1.316 3.363 7.527 4.422 3.190 331 1.608 694 476 81 3.313 139 345 371 904 620 934 1.412 24 370 462 464 92 1.665 824 703 102 35 1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren en hokdieren, naar klassenindeling op regioniveau.

Voor alle onderwerpen kan zowel het telgegeven (oppervlakte, aantal dieren), als het bijbehorend aantal bedrijven worden geselecteerd.
Omdat de oppervlakte waarop gewassen worden geteeld, evenals het aantal dieren dat wordt gehouden, per gewasgroep/diersoort verschilt zijn de klassenindelingen verschillend. De klassengrenzen zijn gebaseerd op een evenwichtige verdeling van het aantal bedrijven met de betreffende gewasgroep/diersoort.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.
De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip 'actieve landbouwer' uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony's) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers: De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 29 maart 2024: de definitieve cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens de reguliere planning verschijnen in november de voorlopige cijfers en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Akkerbouw
Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking.
Oppervlakte
Totale oppervlakte van het geselecteerde gewas of grondgebruik, per omvangsklasse.
Akkerbouw totaal
Akkerbouw, totaal
0,01 tot 1 ha
1 tot 5 ha
5 tot 10 ha
10 tot 30 ha
30 tot 50 ha
50 ha of meer
Akkerbouwgroenten
Akkerbouwgroenten zijn groenten die worden geteeld in de open grond, in vruchtwisseling met andere akkerbouwgewassen. Ze zijn meestal bestemd voor industriële verwerking.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
_
Tot de akkerbouwgroenten worden gerekend: boerenkool, erwten (groen te oogsten), knolselderij, kroten/rode bieten, koolraap, schorseneren, spinazie, stamsperziebonen, suikermaïs, tuinbonen (groen te oogsten), uien, waspeen, winterpeen en witlofwortel.
Akkerbouwgroenten, totaal
0,01 tot 1 ha
1 tot 5 ha
5 tot 10 ha
10 tot 30 ha
30 ha of meer
Overige akkerbouwgewassen
Omvat onder andere miscanthus en graszoden.
Overige akkerbouwgewassen, totaal
0,01 tot 1 ha
1 tot 5 ha
5 tot 10 ha
10 tot 30 ha
30 ha of meer
Aantal bedrijven
Totaal aantal bedrijven met het geselecteerde gewas, grondgebruik, of diertype, per omvangsklasse.
Akkerbouw totaal
Akkerbouw, totaal
0,01 tot 1 ha
1 tot 5 ha
5 tot 10 ha
10 tot 30 ha
30 tot 50 ha
50 ha of meer
Akkerbouwgroenten
Akkerbouwgroenten zijn groenten die worden geteeld in de open grond, in vruchtwisseling met andere akkerbouwgewassen. Ze zijn meestal bestemd voor industriële verwerking.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
_
Tot de akkerbouwgroenten worden gerekend: boerenkool, erwten (groen te oogsten), knolselderij, kroten/rode bieten, koolraap, schorseneren, spinazie, stamsperziebonen, suikermaïs, tuinbonen (groen te oogsten), uien, waspeen, winterpeen en witlofwortel.
Akkerbouwgroenten, totaal
0,01 tot 1 ha
1 tot 5 ha
5 tot 10 ha
10 tot 30 ha
30 ha of meer
Overige akkerbouwgewassen
Omvat onder andere miscanthus en graszoden.
Overige akkerbouwgewassen, totaal
0,01 tot 1 ha
1 tot 5 ha
5 tot 10 ha
10 tot 30 ha
30 ha of meer